100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting Neuro 3 - BPPV $13.36
Add to cart

Summary

samenvatting Neuro 3 - BPPV

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Theorie+ praktijk van het deel BPPV in vestibulaire revalidatie samengevat met extra noties van de les

Preview 4 out of 31  pages

  • February 19, 2023
  • 31
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Neuro3: Beoordeling & behandeling van P met Beninge Paroxysmale
Positionele Vertigo(BPPV)

1. Definitie
 Benigne Paroxysmale Positionele Vertigo = BPPV :
- Benigne
 Goede prognose
 Vaak zelflimiterende ziekte
- Paroxysmaal
 Eerder episodische(kort) dan aanhoudende duizeligheid
 Ernstige, beperkende symptomen van korte duur
o Omwille van ernstige autonome kenmerken (zoals zweten,palpitaties, etc.) denken P vaak
dat ze hartaanval krijgen
Neurodegeneratieve symptomen zijn in combi met duizeligheid
- Positioneel
 Positioneel VS positionering
o Positioneel = associatie tussen klachten P en Δ in hoofdpositie mbt. Fz
o Positionele vertigo = vertigo
Vertigo kan door 2 mogelijke oorzaken komen
1) Getriggerd door Δ in hoofdpositie in ruimte
2) Ontstaan na Δ in hoofdpositie in ruimte mbt. Fz (specifieke positie)
vertigo = vertigo geïnduceerd door Δ in hoofdpositie mbt.Fz
 Meestal ≠ positioneel probleem wel positioneringsprobleem.
o M.a.w. meestal worden klachten veroorzaakt door beweging!
o in literatuur= positionele aspect vaker beschreven  naamgeving hiernaar verwijst
- Vertigo = zeer specifiek gevoel
 Draaiduizeligheid: illusoire gevoel beweging (meestal rotatie) van zichzelf / iemands omgeving.
 (non-vertiginous) dizziness
o Sensatie van verstoord spatiele oriëntatie zonder valse/ verstoord gevoel van beweging
 (internal) vertigo
o gevoel zelfbeweging wanneer ≠zelfbeweging plaatsvindt / gevoel verstoorde zelfbeweging
tijdens verder normale hoofdbeweging.
"interne" vestibulaire sensatie onderscheiden van "externe" visuele gevoel van
beweging.
 term ‘diziness’ = gebruikt kunnen worden
o vnl.wanneer P niet goed kunnen beschrijven wat er aan de hand is.
o meer algemene term (duizeligheid) = gemakkelijker te hanteren dan hele specifieke
beschrijving (draaiduizeligheid)
 residual diziness = nog # dagen duizelig zijn na behandelingsmaneuver
 Canalolitheasis
- Symptomen na bewegen beweging lokt symptomen uit
 Cupulolitheasis
- Klachten in specifieke positie van beweging




Nala Melis Pagina 1

, Neuro3: Beoordeling & behandeling van P met Beninge Paroxysmale
Positionele Vertigo(BPPV)

2. Epidemiologie
 volgende vaststellingen doen (louter info):
- Meest voorkomende aandoening gezien in
 gespecialiseerde balanskliniek (19,7% Grill 2014, 18% Beynon 1997)
 18,7% bij kinderen (Gioacchini 2014)
 tot 53,3% in de eerste lijn (Lüscher 2014)
 1/5
- 10,7 (Mizukoshi 1988) - 64 (Froehling 1991) /100.000 nieuwe gevallen per jaar
 Onder estimatie
 vaak serieuze onderschatting gemaakt
Antwerpen = zeker > 350 nieuwe gevallen/ jaar.
- Lifetime prevalentie van 2,4% (Von Brevern 2007)
- Specifiek voor ouderen = vaststellingen:
 9% niet-gediagnosticeerde BPPV arv. uitgebreide geriatrische beoordeling voor niet-evenwicht
gerelateerde klachten bij oudere patiënten (Oghalai 2000)
 6,2% positief voor BPPV bij ouderen (> 70j) met duizeligheidsklachten (van der Zaag-Loonen
2015)
1.4% effectief BPPV (14/45 geteste personen)
 indien oudere P + klagen over duizeligheid
- Steeds controleren voor BPPV
 Hoger valrissico bij/ tijdens BPPV-aanval
 ↑ leeftijd = ↑ kans op BPPV
 verhouding mannen-vrouwen = +/- 1-2 in ‘voordeel’ van vrouwen.
- sprake van hormonale factoren (bv. perimenopauzaal/puberteit) = ratio ↑ tot +/- 1-3,2.
 BPPV
- vaker bij vrouwen
- vaker bij oudere mensen
- onset leeftijd gemiddeld 55 j.

3. Etiologie/ pathogenese
 basis van BPPV (groen = belangrijkste zaken):
- Idiopathisch (plots voorkomen)
 meest voorkomend = 50%
- VIII-neuronitis, labyrintitis, infectiemiddenoor/ mastoid, operaties aan oor vb. stapedectomie (post-
acute vestibulopathie):
 10%
 Verergen conditie labyrint
- Inactiviteit/prolonged bedrest / slaap positie
 Slaappositie=kleine link
o P die op R-zij slapen = waarschijnlijk BPPV ontwikkelen R-zijde
maar NIETaltijd
- Hormonaal (menopauze/ puberteit)
- Ischemie
- Hoofdtrauma (vibratie (tandarts, trilplaten in fitness,..)whiplash,hoofd stoten in sport,…)
 vaak bij jongeren
 leidt meestal tot bilaterale klacht
 20%




Nala Melis Pagina 2

, Neuro3: Beoordeling & behandeling van P met Beninge Paroxysmale
Positionele Vertigo(BPPV)

 Indien andere vestibulaire aandoening = ↑ kans op BPPV
- Zeker indienlabyrint zelf wordt gecomprimeerd
vb:ischemische leasies, infecties, menières, lymfatic hydrops,…
verergeren conditie labyrint
 Orientatie kanalen
- Common crus = gezamenlijk deel verticale kanalen
 Ligt mediaal
- Horizontaal kanaal = extern kanaal
 30° opwaarts getilt
- Anterieur & posterieur kanaal
 Hoek 45° tiv. Saggitaal vlak
 90° tussen 2 kanalen
 Dia semi-circulaire kanalen = 0.8mm
 Vragen
- R-anterieur kanaal in vlak beweging bij op R-zij gaan liggen?
 45° naar rechts draaien
- Iets oprapen van de grond hoe hoofd positioneren voor R-ant-kanaal in vlak beweging te hebben?
 45° L-rotatie Sagittale vlak
 pathogenese literatuur:
- Cupulolithiasis
- Canalolithiasis
 hypothese
- veroorzaakt door losse otoconia (van macula utriculus)
 afkomstig van degeneratie otolithisch membraan
 otoconia = in meeste gevallen terecht in posterieur semi-circulair kanaal meest inferieure deel
 theoretisch meer kans is dat losse deeltjes hierin blijven vastzitten
 canalolithiasis
- otoconia blijven rondzwerven in endolymfe semi-circulair kanaal
 Zorgen voor een stertere endolymfe flow & langere duur
na # sec. nog gevoel dat P beweet ookal is hoofd stil
- Otoconia bewegen in richting endolymfe flow
in begin = beweging = fysiologisch gevoeld
- Indien otoconia ≠ bewegen in kanaal  geen bewegingssignaal geven
- Otoconia komen vanuit utriculus
- Vertraging + Korte nystagmus
- meest voorkomend
 figuur:
- stel je gaat van zittende positie (links boven) naar liggende positie (rechts op
linkerafbeelding):
 door positieverandering= mogelijks verschuiving otoconia
plaatsvinden.
 M.a.w. endolymfestroom zal iets langer duren & sterker zijn t.g.v.
beweging.
 zorgt ook voor dat na beweging nog even impressie hebt dat je nog
steeds aan het bewegen bent (wat klachten veroorzaakt).
zodra endolymfestroom stopt = verdwijnen symptomen
 smalle latentietijd + kortdurende nystagmus
 post.kanaal = laagste deel systeem in stand & ruglig


Nala Melis Pagina 3

, Neuro3: Beoordeling & behandeling van P met Beninge Paroxysmale
Positionele Vertigo(BPPV)

 cupulolithiasis
- otoconia vasthechten op cupula cupula Fz afhankelijk gaat afbuigen
- afbuiging zorgt voor signaal alsof je aan het bewegen bent
 zolang positie aangehouden blijft = cupula afgebogen = signaal
komen.
- Otoconia van utriculus naar kanaal + vasthechten in cupula
- Heavy cupula syndrome
- minder voorkomend
- bijna geen latentietijd + langdurende nystagmus
 cutoff waarde tussen 45-60s.
 nystagmus langer aanhoudt = vaak indicatie cupulolithiasis

 Vestibulithiasis
- Gehecht aan cupula aan zijde vestibulum

 meestal posterieur kanaal aangedaan
- aangetoond in tabel
 ASCC &HSCC zelden voorkomend
 indien in ruglig = post.kanaal vaak laagste deel systeem
- indien otoconia loskomen van microlaag utriculus
 kunnen in post.kanaal terechtkomen = zinken naar laagste
deel
 indien opstaan = otoconia nog steeds in kanaal
o kunnen niet weg door ampula
o bij bewegen hoofd = veroorzaken ambulate sensatie van beweging
 horizontaal kanaal
- anders voordoen dan posterieur kanaal

4. Tekenen en symptomen
 meest voorkomende symptomen:
- Vertigo = desoriëntatie
- Nystagmus = VOR verstoord
- Misselijkheid
 1/100
 Neurovegetatieve symptomen
- Posturale instabiliteit
 Symptomen =vnl. in ochtend
- na lange tijd neerliggen &snel opstaan
 grote invloed op otoconia die naar laagste punt Beweging zelf
zakken (vormen klonter)
invloed op endolymfestroom
 enkele uren rondloopt= effect veel kleiner
otoconia veel meer verspreid
kritieke waarde otoconia vereist om invloed te kunnen hebben op endolymfestroom.
 Symptomen zwakken af (vermoeidheid) bij herhaalde hoofdbewegingen in provocerende posities
- Vermoeidheid = indien veel bewegen = ↓symptomen door terug splitsen klonter
- P zo snel mogelijk helpen  liefst ’s morgens
 Steeds 30 sec.wachten in testpositie!!!


Nala Melis Pagina 4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NM99. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.36. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.36
  • (0)
Add to cart
Added