Organisatie van het Productieproces Samenvatting (HIR) (D0H37A) (15/20)
79 views 4 purchases
Course
Organisatie van het Productieproces (D0H37A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
De samenvatting van dit vak begint met een inleiding tot de verschillende soorten productieprocessen, zoals massaproductie, jobshop en projectproductie. Vervolgens wordt er aandacht besteed aan de belangrijkste factoren die de efficiëntie en effectiviteit van het productieproces beïnvloeden, zoal...
Functionele Lay-out / Job Shop / Process Layout: Machines staan gegroepeerd in afdelingen
volgens type bewerking dat ze uitvoeren, Metaalindustrie, Hospitalen
Voordelen: Machines kunnen op meerdere stappen in productieprocess gebruikt worden.
Hoge bezettingsgraad, lage kost.
Nadelen: Chaotische flows
Manufacturing Cel / Group Technolog Based Layout: Combinatie van efficientie Lijnomgeving
en flexibiliteit Job Shop.
Group Technology Cell (Minifabriek, Subplant Job Shop): Functionele Layout binnen de
cel
Cross-Trained Team Operatoren: Elk persoon kan elke machine bedienen.
Group Technology Flow Line (JIT Cell):
Cross-Trained Team Operatoren: Elk persoon kan elke machine bedienen.
Ongebonden Lijn
U-Shaped Layout (operatoren kunnen elkaar makkelijker helpen)
Lijn Omgeving: Machines staan gegroepeerd in lijnen, gericht op productie van een bepaald
type product. Geen backtracking. Geen overslagen.
Gebonden Lijn (Paced, Connected- Line): Geen buffers. Vanaf productie in station 1 klaar
is, direct naar station 2. Auto-assemblage
Takt time: Tijd dat een product per station maximum nodig heeft vooraleer het
doorschoven wordt. Gelijk bij elk station.
Continu Lopende Band (Equipment-paced): Bewegende ketting. Door middel van
lijnaanduidingen op de lopende band moet de arbeider de nodige verwerkingen
doen binnen de takt time. Arbeider moet meelopen.
Intermitterende Lijn (Operator-paced): Lopende band wordt stilgezet wanneer
arbeider er aan werkt. Wanneer takt time voorbij is draait de lopende band terug.
Synchrone werking.
Eenzelfde ritme.
Voordelen: Lijnbalancering, Goede beheersbaarheid, Automatisering, laaggeschoolde
kunnen ingezet worden.
Nadelen: Duplicatie machinetypes kan nodig zijn mits geen herhaling mogelijk. Lage
flexibiliteit
Ongebonden Lijn (Unpaced, Disconnected, Batch Production- Line): Stations kunnen
onafhankelijk van elkaar werken. Geen synchronisatie.
Continue Flow: Massaproductie
Hybride Layouts: Mengeling van meerde types.
Notes 2
, Gevolgen: van hoog → lage varieteit
Lotgrootte stijgt (van laag naar hoog volume, logisch).
Complexiteit daalt (de graad van moeilijkheid om systeem te plannen/controleren)
Beheersbaarheid stijgt (
Produktkost daalt (massaproducten hebben lagere kost dan one-of-a-kind)
Levenscyclus Product: Naarmate volume stijgt is het aangewezen meer naar linksonder te
verschuiven op de matrix, naar lijnomgeving dus .
Startup Fase: volumes blijven klein, Job Shop is aangewezen.
Groei Fase: Volumes nemen toe
Matuiteit Fase: Volumes vlakken af / blijven stabiel / hoog
Push/Pull View (Lokatie van KOOP): Zijn niet 1-op-1 te mappen per se. Uiterste zijn niet mogelijk
bij elkaar.
Engineer To Order (ETO): Geen enkel process in Push Modus. Huizen, Jachten, ...
Make To Order (MTO): Het materiaal wordt in Push Modus aangekocht. De rest wordt volledig
in pull modus gedaan. Meubels, ...
Assemble To Order (ATO): Componenten en subassemblies liggen klaar in voorraad tot
klantenorder.
Notes 3
, Make To Stock (MTS): Alles gebeurd in push modus. Perfect finished product ligt klaar in
supermarkt. Alles is dus op basis van forecast.
FLP: Data
Functionele Omgeving / Job Shop: Machines staan gegroepeerd in afdelingen volgens type
bewerking dat ze uitvoeren. Leidt tot chaotische flows op werkvloer.
Probleemstelling:
Gegeven: Lijst van verschillende departementen/facilities die we willen plaatsen in layout.
Vraag: Hoe bepaald men de optimale layout?
Geschikt bij:
Kleine volumes: Enkelstuks- en enkelkleinseriefabricage
Kleine herhalingsgraad vraag of helemaal op order
Benodigde Data: FLOW DATA. Facility pairs met hogere interactie dichter bij elkaar liggen.
Kwantitatieve Flow Data: Meten van fysische flow (materiaalstromen) tussen facility pairs,
Adhv maatstaf (aantal stuks/uur, trips/dag, pond/week, ...).
From-to Matrix:
Uitleg:
Van linkerkolom naar rechterkolom.
Flow van 12 trips/dag van Facility 1 naar Facility 2
Flow van 0 trips/dag van Facility 2 naar Facility 1
Nullen worden niet ingevuld
Notes 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jan-willemdenys. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.68. You're not tied to anything after your purchase.