Ik heb het verslag 2.2.4 Methodisch Werken in de Praktijk gemaakt in 2021 en ik heb hier een 8,6 voor gehaald! Ik heb in het document de toetsinformatie en het beoordelingsformulier toegevoegd, zodat je kan vergelijken of de beoordelingspunten hetzelfde zijn! In verband met privacy heb ik de namen ...
2.2.4 Methodisch werken in de praktijk
All documents for this subject (24)
4
reviews
By: loiswerkhoven • 1 year ago
By: nielskosterman2000 • 1 year ago
By: Lo1Le • 1 year ago
By: irenesophia123 • 1 year ago
Seller
Follow
BarbaraBotelhoBatista
Reviews received
Content preview
2.2.4 Methodisch
werken in de
HASWVT2
praktijk
Barbara Botelho Batista
STUDENTNUMMER: 653093
,Inhoudsopgave
Inleiding..................................................................................................................................................4
1. Oriëntatiefase.....................................................................................................................................5
1.1 Het Positieve Gezondheidsmodel van Huber................................................................................5
1.2 Gesprekstechnieken.....................................................................................................................5
1.3 Resultaten gesprekken.................................................................................................................6
1.3.1 Resultaat gesprekken cliënt...................................................................................................6
1.3.2 Resultaat gesprekken moeder...............................................................................................6
1.3.3 Resultaat gesprekken beste vriendin.....................................................................................6
1.4 Cliëntsituatie.................................................................................................................................7
1.4.1 Lichaamsfuncties...................................................................................................................7
1.4.2 Mentaal welbevinden............................................................................................................7
1.4.3 Zingeving................................................................................................................................7
1.4.4 Kwaliteit van leven.................................................................................................................7
1.4.5 Meedoen...............................................................................................................................7
1.4.6 Dagelijks functioneren...........................................................................................................7
2. Definitiefase........................................................................................................................................8
2.1.1 Psychologisch perspectief......................................................................................................8
2.1.2 Sociologisch perspectief........................................................................................................8
2.1.3 Biologisch perspectief............................................................................................................9
2.1.4 Pedagogisch perspectief........................................................................................................9
2.2 Balansmodel.................................................................................................................................9
2.2.1 Resultaten balansmodel........................................................................................................9
2.3 Werkhypotheses.........................................................................................................................10
2.3.1 Keuze werkhypothese en doelen.........................................................................................10
2.3.2 Reflectie werkhypotheses en doelen...................................................................................10
3. Planning en ontwerpfase..................................................................................................................12
3.1 Subdoelen...................................................................................................................................12
3.2 Gekozen interventies en acties...................................................................................................12
3.2.1 Het propje............................................................................................................................12
3.2.2 Sterk weglopen....................................................................................................................13
3.2.3 Stevig staan tikkertje...........................................................................................................13
3.2.4 De stoel................................................................................................................................13
3.3 Planning......................................................................................................................................13
4. Uitvoering.........................................................................................................................................15
2
,5. Evaluatie...........................................................................................................................................17
Literatuurlijst........................................................................................................................................18
Bijlagen.................................................................................................................................................19
I Feedback S......................................................................................................................................19
II Feedback C.....................................................................................................................................20
3
,Inleiding
In dit verslag wordt een begeleidingsplan geschreven en uitgevoerd met een cliënt bij
Playing for Succes. Dit is de praktijkleerplek waar ik mijn praktijkleren uitvoer. Om erachter te
komen waarom de cliënt bij Playing for Succes is aangemeld, wordt er een cliëntsituatie
geschetst. Dit wordt gedaan door middel van verschillende theorieën. Dit wordt ook gedaan
door middel van gesprekken met de cliënt en met belangrijke personen uit de omgeving van
de cliënt. Dit is allemaal te vinden in hoofdstuk 1.
In hoofdstuk 2 is de definitiefase te vinden. Er wordt in dit hoofdstuk een analyse van de
cliënt gemaakt aan de hand van verschillende perspectieven en een balansmodel.
Vervolgens worden er werkhypotheses opgesteld voor de cliënt waar zij vervolgens één
werkhypothese uit moet kiezen die zij het beste bij haar situatie vindt passen. De cliënt stelt
vervolgens doelen op die gebaseerd zijn op de werkhypothese die zij heeft uitgekozen. Dit
zijn doelen waar de cliënt aan wil werken tijdens Playing for Succes.
In hoofdstuk 3 is de planning en ontwerpfase te vinden. In dit hoofdstuk worden subdoelen
gemaakt op een van de doelen uit de definitiefase. Deze subdoelen vormen de basis voor de
interventies die uitgevoerd gaan worden met de cliënt.
Hoofdstuk 4 is de uitvoering. In dit hoofdstuk wordt er gereflecteerd op een van de
uitgevoerde interventies door middel van de STARRT-methode.
Ten slotte is in hoofdstuk 5 een evaluatie te vinden.
4
,1. Oriëntatiefase
Om de cliënt beter te leren kennen, moet de leefsituatie van de cliënt in kaart worden
gebracht. Dit wordt gedaan door middel van gesprekken met de cliënt zelf, maar ook door
middel van gesprekken met belangrijke personen uit de omgeving van de cliënt. Tijdens
deze gesprekken komen verschillende gespreksvaardigheden naar voren. De leefsituatie
wordt verkend door middel van de pijlers van het Positieve Gezondheidsmodel van Huber.
Uit de resultaten van de gesprekken is een cliëntsituatie opgesteld.
1.1 Het Positieve Gezondheidsmodel van Huber
Het Positieve Gezondheidsmodel van Huber (in Van Wijngaarden-de Bodt & Van Iersel,
2018) is een spinnenwebdiagram dat als gespreksinstrument gebruikt kan worden. Het
model bevat zes pijlers die samen een duidelijk beeld van de gezondheid van een individu
kan geven. De cliënt geeft namelijk een cijfer gebaseerd op zijn/haar tevredenheid op de zes
pijlers. De zes pijlers zijn: lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van
leven, meedoen en dagelijks functioneren. In figuur 1 is te zien wat er onder de zes pijlers
kan worden verstaan.
Figuur 1: Mijn Positieve Gezondheid. Bron: Institute for Positive Health (2020).
Het model van Positieve Gezondheid zal met deze cliënt niet worden ingevuld in de vorm
van het spinnenwebdiagram, maar de zes pijlers vormen de basis van de gesprekken om de
leefsituatie van de cliënt te verkennen.
1.2 Gesprekstechnieken
De cliënt is nog jong, namelijk negen jaar, dus de cliënt zal tijdens de gesprekken
gestimuleerd worden om haar antwoorden uitgebreid toe te lichten. Dit zal gedaan worden
door middel van verschillende gesprekstechnieken, zoals samenvatten, doorvragen en door
open vragen te stellen. Samenvatten helpt bij het ordenen en herhalen van besproken
informatie (Buijten, 2017). Ook kan het helderheid bieden en bovendien kan de cliënt het
gevoel krijgen dat er daadwerkelijk naar haar wordt geluisterd. Doorvragen kan helpen om
een juiste weergave van de leefwereld in beeld te krijgen. Open vragen helpen de cliënt
5
, duidelijkheid te creëren en haar gevoelens te onderzoeken. Bovendien kunnen open vragen
de cliënt motiveren om meer te vertellen (Buijten, 2017).
De gesprekstechnieken die tijdens de gesprekken met de cliënt zelf worden gebruikt, worden
ook toegepast bij de gesprekken met de belangrijke personen uit de omgeving van de cliënt.
1.3 Resultaten gesprekken
Om de leefsituatie van de cliënt te verkennen, zijn er diverse gesprekken gehouden met de
cliënt zelf. Ook is er meerdere malen contact geweest met de moeder van de cliënt en met
de beste vriendin van de cliënt. De leefsituatie wordt verkend door middel van de pijlers van
het Positieve Gezondheidsmodel van Huber.
1.3.1 Resultaat gesprekken cliënt
De cliënt heeft meerdere keren aangegeven dat zij geen zin heeft om serieuze gesprekken
en opdrachten te doen. Zij geeft aan dat ze alleen mee wil doen als er leuke opdrachten
worden gedaan. De cliënt geeft namelijk aan dat zij het lastig vindt om zich te concentreren
tijdens serieuze gesprekken en opdrachten. Ook geeft zij aan dat ze niet op school is. Zij
vindt het niet logisch dat zij buiten school moet leren.
De cliënt geeft aan dat zij het spannend vindt om met nieuwe kinderen in een groep te zitten.
Zij wordt namelijk gepest op school en vind het lastig om op te komen voor zichzelf. De cliënt
wordt gepest om haar gewicht, haar uiterlijk en haar naam (er worden varianten op haar
naam gemaakt die zij niet leuk vindt). Zij is bang dat deze nieuwe kinderen haar ook zullen
gaan pesten en zij weet dan niet hoe zij voor zichzelf kan opkomen. De cliënt geeft aan dat
ze onzeker wordt van het gepest van anderen. Zij geeft als voorbeeld aan dat zij vindt dat ze
snel kan rennen, maar anderen vinden van niet. De cliënt twijfelt hierdoor nu aan haar
vermogen om snel te rennen.
Ook benoemd de cliënt dat zij onaardig op anderen kan reageren. Na doorgevraagd te
hebben waarom zij dit doet, geeft zij aan dat zij anders bang is dat zij gepest wordt.
1.3.2 Resultaat gesprekken moeder
De moeder van de cliënt heeft aangegeven dat de cliënt erg moeilijk te bereiken is wanneer
zij hoog in haar emoties zit. De cliënt kan erg moeilijk met haar emoties omgaan, dit ziet zij
zelf alleen niet. De moeder geeft als voorbeeld dat de cliënt het omgaan met teleurstellingen
erg moeilijk vindt. De moeder zegt dat de cliënt snel boos wordt en meerdere keren in de
week woedeaanvallen heef. De moeder van de cliënt geeft aan dat zij het korte lontje van
haar dochter terug ziet in zichzelf. Ook geeft de moeder van de cliënt aan dat zij erg
beïnvloedbaar is in gedrag. Als zij bijvoorbeeld met iemand is die erg negatief is, reflecteert
zij negatief gedrag.
De moeder van de cliënt geeft overigens aan dat de negatieve gedragingen van de cliënt zijn
toegenomen sinds de echtscheiding.
1.3.3 Resultaat gesprekken beste vriendin
De beste vriendin van de cliënt geeft aan dat zij de cliënt probeert te helpen. Dit doet zij door
haar te motiveren om door te zetten (de cliënt geeft snel op) en door haar gerust te stellen
als zij bijvoorbeeld verdrietig of boos is. De beste vriendin geeft aan dat de cliënt hier vaak
geen behoefte aan lijkt te hebben. De cliënt ontwijkt haar beste vriendin als het ware door
bijvoorbeeld weg te lopen.
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BarbaraBotelhoBatista. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.14. You're not tied to anything after your purchase.