Dit is een volledige en duidelijke samenvatting van het vak Internationale bedrijfsomgeving. Het bevat alle slides van de college's aangevuld met eigen notities. Vak gegeven in het schakeljaar van Handelswetenschappen gegeven door Richard Janssen in KU Leuven Antwerpen. Ik behaalde in januari (eers...
INTERNATIONALE BEDRIJFSOMGEVING
1 HOOFSTUK 1 – INLEIDING IN INTERNATIONAAL ONDERNEMEN
1.1 INTERNATIONAAL ONDERNEMEN
Internationaal ondernemen = als bedrijf actief worden in een tweede land naast je thuisland door
daar economische activiteiten te verrichten, je gaat naar de markt van een ander land via de markt
van je thuisland
De ontwikkeling van internationale economische activiteiten en/of handelingen om zaken te
doen met het buitenland via handel, het sluiten van internationale samenwerkingsverbanden,
uitbesteding van activiteiten, buitenlandse investeringen,…voor het realiseren van o.a.
loonkostvoordelen, schaalvoordelen, kennisverwerving e.a. synergiën
Globalisering = doorgevoerde internationalisatie: wanneer 80 of 90% van je omzet uit het buitenland
komt dan zit je met je bedrijf in een globale wereld.
- Je creëert “Global Value Chains” : ontstaat door een theorie die ons zegt dat het efficiënter
moet & dat je het moet doorvoeren zodat de kosten het laagst mogelijk zijn
- Econoom: Morgan Freeman
Ver doorgedreven internationalisering met wereldwijde spreiding van arbeid, kapitaal, kennis
binnen ‘global value chains’ waardoor landsgrenzen steeds meer vervagen.
1.2 TIJDPERK VAN GLOBALISERING
Voordelen Nadelen
globalisering globalisering
Bruto Nationaal
Product
Bruto nationaal product:
- Formule = som van alles wat er in een land wordt geproduceerd + inkomens uit buitenland
- Hoog BNP: verkopen veel en bereiken veel welvaart --> nadeel: dat het ten kosten gaat van andere
dingen in de samenleving en het niet goed verspreid is
1.2.1 VOOR- EN NADELEN GLOBALISERING
Voordelen:
- Draagt bij aan hogere economische groei en welvaart; lagere prijzen wegens toename
concurrentie
▪ Schaalvoordelen: Als je aanbod toeneemt en deze varieert niet, dan krijg je een toename
die homogeen is en moet je de bezettingsgraad optimaliseren zodat de kosten beter
georganiseerd zijn.
❖ Bijvoorbeeld: een vliegtuig wil vol zitten omdat ze anders de vaste kosten niet
kunnen drukken, dus om dit te bereiken gaan ze op het einde hun prijzen verlagen
- Deelt technologische en andere kennis
▪ Stimuleert de economie
▪ Nadeel kan zijn dat doordat je de kennis deelt dat andere partners of landen ook weten
hoe het werkt en zij zo kan concurreren
- Leidt tot wijde verspreide culturele integratie
▪ Je leert elkaar en de cultuur kennen dus je staat open voor elkaar (minder oorlog)
1
,Nadelen:
- Grotere kans op ondermijning van lonen in ontwikkelde landen
- Toename uitbuiting arbeiders in minder ontwikkelde landen
- Geeft multinationals veel macht
▪ Overheden zijn enorm geïnteresseerd in multinationals doordat ze zorgen voor veel
uitgaven aan R&D + veel jobs ter beschikking stellen…
❖ Overheden steunen op BNP en dat zorgt voor meer welvaart
▪ Markten zijn te geconcentreerd
- Pandemieën? Milieu?
▪ Je bent heel kwetsbaar voor elementen die gebeuren in andere landen. Zoals wat er
gebeurd door de oorlog.
Voorbeeld Flying Tiger:
- Deense keten van designwinkels
- Opgericht in Kopenhagen in 1995
- Elke dag openen er wereldwijd nieuwe winkels !
- https://corporate.flyingtiger.com/en/markets
- 893 winkels wereldwijd in 28 landen, voornamelijk in Europa : 821
- 23 winkels in België, focus op grote steden
- Growth strategy and business model “An integral part of the Group’s strategy is to grow our
market presence and make the Flying Tiger Copenhagen concept as well as products available to
an increasing number of customers, while at the same time continuing to develop the concept to
ensure the Group’s long-term success. Our business model builds on a variety retail concept with
an attractive value proposition generating a broad costumer appeal and a partnerbased
expansion model enabling rapid growth. Our scalable corporate backbone aims to simplify our
operation and support future growth, which helps us deliver sustainable profits.”
Idee is dat dit een snelgroeiende succesvol internationale onderneming --> deze tijden groeien veel
bedrijven door e-commerce maar dit bedrijf doet dit door het openen van veel winkels. Het bedrijf kan
deze strategie lanceren omdat ze heel snel veel marktdruk gingen uitoefenen. Ze geven veel geld uit
aan de ‘voorkant’ namelijk de inrichting en de marketing maar als je dan gaat kijken naar de
‘achterkant’ dan houden ze dit heel basic waardoor ze hier weinig geld aan moeten uitgeven. Ze
handelen toch het liefst met buurlanden aangezien ze deze landen kennen en hierdoor lopen ze minder
risico.
➢ Globalisering of internationalisering? Internationalisering zeker aangezien ze vanuit
Denemarken ook actief zijn in andere landen. Maar ook wel globalisering maar we zien ook
wel dat ze voornamelijk actief zijn in Europa en dus vooral kijken naar de nabijheid.
➢ Handelen van goederen en diensten + kapitaalstromen aangezien ze moeten investeren in
panden
2 criteria bekijken voor internationalisering om te kijken waar je een winkel moeten openen:
- Nabijheid (ook culturele nabijheid)
- Omvang van de markt
2
,Internationaal partnermodel: door partnerships op te starten worden de risico’s gespreid over de
verschillende partners.
- Het vestigen van winkels in nieuwe markten gebeurt over het algemeen via partnerschappen in
50/50 eigendom met een lokale partner, wat lokaal ondernemerschap garandeert en onze
organisatorische capaciteit voor internationale expansie aanzienlijk vergroot, terwijl de risico's bij
het betreden van nieuwe markten worden beperkt.
- Er wordt een lokaal bedrijf in gezamenlijk eigendom opgericht en Zebra deelt investeringen,
kosten en winst met de lokale partner. Met andere woorden, de samenwerking is een zakelijk
partnerschap, geen franchise.
- Voorbeeld partner model: Zebra / Flying Tiger
Voornaamste externe reden/ drijvende factoren van toenemende globalisering?
- Liberalisering van de markten o.i.v. WTO,… grenzen vervagen.
- Toenemende competitieve druk wereldwijd
- Nieuwe internationale communicatiemiddelen
- Verbeterd en sneller international transport
- Meer gelijkende markten en homogene vraag
➢ Stijgend BNP in opkomende groeilanden
1.3 BRICS-LANDEN
- Meer dan de helft van de groei van het BNP wereldwijd komt van de opkomende groeilanden
zoals de zogenoemde BRICS, of N11-landen:
BRICS N11-landen
▪ Brazilië ▪ Bangladesh
▪ Rusland ▪ Egypte
▪ India ▪ Filipijnen
▪ China ▪ Indonesië
▪ Zuid-Afrika ▪ Iran
▪ Mexico
▪ Nigeria
▪ Pakistan
▪ Turkije
▪ Vietnam
▪ Zuid-Korea
- Zij proberen op wereldniveau te concurreren
3
, België en globalisering:
- Als je kijkt naar globalisering bij kleine landen: deze zijn heel open en erg geglobaliseerd -->
Reden? Kleine thuismarkt. Deze landen kunnen niet veel BNP produceren en moeten daarom
globaliseren met handelen van goederen en diensten.
- Groot land met grote thuismarkt, dan ben je minder aan het globaliseren en ben je ook minder
open. Kleine landen daarin tegen hebben geen keuze, zij moeten gaan globaliseren.
- Verschil Frankrijk en Duitsland: economisch perspectief
1.4 MATE VAN GLOBALISERING
Je kan op deze 3 criteria oordelen.
- Economisch
▪ Internationale Handel en Investeringen
▪ Handelsbelemmeringen
- Sociaal
▪ Informatiestromen o.a. via internet, telefoon
▪ Toerisme
▪ Overboekingen van geld naar het buitenland
- Politiek
▪ Aanwezigheid van internationale instellingen en organisaties zoals Europese instellingen,
NAVO,…
1.4.1 NIEUWE TENDENSEN M.B.T. GLOBALISERING
- Lokalisering of relocatie
▪ Productie keert terug naar de locatie nabij de afzetmarkt om zo beter en sneller in te
spelen op steeds veranderende behoeften van klanten en ook omwille van stijgende loon-
en transportkosten en evolutie van technieken als robotisering, 3D printing.
- Glokalisering
▪ Integratie van globale met locale, resulterend in een unieke uitkomst (Ritzer, 2007)
▪ Vb. McKroket in Nederland en België
▪ Reden : waarde creeëren op zowel financieel als op social en ecologisch vlak
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diedevdm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.98. You're not tied to anything after your purchase.
