100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting statistiek 1 $7.51
Add to cart

Summary

Samenvatting statistiek 1

 26 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting statistiek 1; prof Sevenans

Preview 4 out of 67  pages

  • February 20, 2023
  • 67
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Statistiek
Leerstof verwerken:
 PP + handboek
 Video-opnames
 Voorbereidende oefeningen maken
 Extra oefeningen maken na het werkcollege (via blackboard)

Tussentijdse toets 1&2:
 Eerste 5 hoofdstukken
 8 meerkeuze vragen met verhoogde censuur van 63%
 3 vragen theorie en 5 vragen oefeningen
Examen deel 1:
 Gesloten boek, leerstof deel 1
 Grafische rekenmachine (geen TI nspire)
 14 meerkeuze vragen met verhoogde censuur
 Meerkeuze + open vragen
 40% theorie en 60% oefeningen
 3u examen
 2 examendelen: 2 x 8 punten

Les 1 – Semester 1:
Diagram of the causes of mortality: eerste grafiek
(vb van de soldaten in het ziekenhuis)

1.2 Over statistiek, statistieken en de technologische (r)evolutie
Statistiek: als verzameling en organisatie van data, partieel en gedateerd.
 Maar een deeltje ervan
 De statistieken, in de zin van bundelingen van gegevens of data, krijgen pas echt
betekenis als ze zorgvuldig en inzichtelijk beschreven, geanalyseerd en vooral
geïnterpreteerd worden.
Statistiek = enerzijds nadruk op de technieken en instrumenten die gebruikt worden om
statische observaties te beschrijven en grafisch te presenteren.
Anderzijds houdt het zich bezig met de analyse, de verklaring en de toetsing van gegevens.
= 1) descriptieve statistiek 2) infertiele statistiek
1) Descriptieve statistiek = sluit aan bij de klassieke proto-wetenschappelijke conceptie.
 Houdt zich bezig met de ontwikkeling en het gebruik van geschikte
presentatievormen om relatief grote hoeveelheden ruwe gegevens op een
overzichtelijke wijze weer te geven.
 Steeds vaker gebruikgemaakt van grafische technieken
= nadruk is geleidelijk aan verschoven van beschrijving naar inzicht.
2) Onderscheid tussen steekproef en populatie staat centraal. Gaat in op de
heuristische mogelijkheden van een deel van de gehele populatie.
 Komt vooral tot uiting in het werkwoord analyseren.

1

,Kern van de zaak : de interpretatie van de cijfergegevens

Belang van statistiek:
 Levens redden
 Maatschappelijke problemen vaststellen (klimaatopwarming, door cijfers)
 Machthebbers controleren (bv: corruptie in kaart brengen)
 World Data Forum
Wat is statistiek?:
 Invulling van statistiek als de verzameling en organisatie van data, partieel en
gedateerd (maar een deeltje ervan)
 Statisticum (latijn): “van de staat” (van de machthebbers)
 Wetenschap van het verzamelen, organiseren, presenteren, analyseren en
interpreteren van gegevens en data volgens een numerieke logica
Nut voor een sociale wetenschapper:
 Bestaand onderzoek begrijpen/beoordelen
 Eigen onderzoek uitvoeren

Problemen bij dataverzameling:
Populatie N: de groep waarover het onderzoek een uitspraak wilt doen (de Amerikaanse
mannen)
Steekproef n: een selectie uit de totale populatie, waarop je het onderzoek uitvoert (bv:
5300 Amerikaanse mannen)
 Alfred Kinsey, 1948: het seksleven van de Amerikaanse man
 Veel kritiek: steekproef
 Selectiebias: vertekening in wie hij benaderden (in homobars, universiteiten,…)
 Non-responsbias: vertekening in wie uiteindelijk deelnam (pastoors, politiekers,
…)
 Responsbias: vertekening in de antwoorden van deelnemers (geen eerlijke
antwoorden over dit delicaat onderwerp)
Bv: suggestieve vraagstelling => niet “ben je ooit vreemdgegaan?” maar “hou oud
was je de eerste keer toen je vreemdging?” = geen eerlijke antwoorden
Bv: sociale wenselijkheid => mannen geven de dubbele hoeveelheid van vrouwen,
maar dit kan niet, moet gelijk zijn (voor elke man is een vrouw nodig)


Soorten steekproeven:
 Literary Digest-schandaal: straw poll
- 10 miljoen Amerikanen gecontacteerd (bij verkiezingen)
- 2,4 miljoen teruggestuurd
- Selectiebias: geen goede doorsnede van de volledige bevolking (bv enkel
rijkere stemmen) en non-responsbias
 George Gallup: Quotasteekproef
- Steekproef van 50 000
- “miniatuurversie van de bevolking” (zoveel mannen en vrouwen, hoger
opgeleiden,…)
- Hield rekening met de juiste verhoudingen van de bevolking = meer succes

2

,  Representativiteit is belangrijker dan steekproefgrootte
- Maar als de steekproef random is, is een grote n beter dan een kleine n
 De enkelvoudige aselecte steekproef: elk lid van de populatie heeft even veel
kans om in de steekproef terecht te komen = beste manier
- Clustersteekproef (in 2 stappen te werk gaan): random selectie van allerlei
gemeenste, binnen de gemeente random scholen kiezen (alles is willekeurig)
 Kan door toeval niet representatief zijn (bv: 12 vrouwen en 66 mannen)
- Gestratificeerde steekproef (voorkennis gebruiken)
 Convenience steeproef: je kan geen algemene uitspraken doen = slechtste manier

Populatie onderzoek:
- Probleem = non-responsbias

Problemen bij de presentatie van data
Vb 1:
Job aanbod in een kleine startup
- Gemiddeld inkomen: 34564 euro netto/maand
- Realiteit: 10 werknemers verdienen 1800 euro; manager verdient 20 000 euro
Populariteit van “het gemiddelde” is risky

Vb 2:
Misleidende grafieken: (ingezoomd y-as, visuele beelden)

Plan voor statistiek
1) beschrijvende statistiek: het beschrijven van steekproef/populatiegegevens
2) Infertiele statistiek: op basis van steekproefgegevens

(notities vragen + zie PP)

Hoofdstuk 2
Datamatrix:




- Onderzoek elementen of cases: dingen waar we uitspraken over willen
doen/iets over willen zeggen (bv: elk sterfgeval)
3

,  Kan zich op verschillende niveaus situeren = aggregatieniveau:
 Microniveau => individuen
 mesoniveau => geen individuen, maar organisaties
 Macroniveau => grootste groepen, bv: landen, gemeentes
Ecologische meetfout: op basis van gegevens op macro (of meso)-niveau
uitspraken doen over het microniveau
- Simpson paradox: ziekenhuis B houdt meer rekening met de ernst van de
klachten. => in ziekenhuis B zijn er veel meer mensen met ernstige klachten,
daardoor ligt de kans op overlijden groter (niet omdat ze slechter is).
- Als we op een lager niveau informatie hebben, blijkt het dat we foute
uitspraken doe op een hoger niveau.
Variabelen (1):
Meten van variabelen:
- Conceptualisering = wat wil je meten?
(concept goed afbakenen)
- Indicering = hoe het theoretische concept empirisch meten?
= goed als je meet wat je wilt weten
(concrete vraag die je over je concept gekozen hebt)
 Validiteit: meet je wat je wilt weten?
- Operationalisering = hoe ga je het registreren?
 Belang van antwoordschalen (Likert) = schaal van eens, helemaal eens,
oneens of helemaal oneens
 Betrouwbaarheid: verschillende metingen, zelfde resultaat?
- Interpersoon: meerdere indicatoren (dezelfde bevindingen bekomen)
- Intertemporeel: op verschillende momenten (dezelfde persoon
dezelfde vragen gaan stellen, maar met een tijdverschil ertussen)
 Omgaan met onwetendheid (soms hebben mensen geen mening, “geen
mening” als optie geven), sociale wenselijkheid (mensen hebben het
gevoel dat ze op een bepaalde manier moeten antwoorden, ook al is dat
niet hun eigen mening),…
Variabelen (2)
Kwantitatieve meetniveaus:
Ratio: afstand, leeftijd, aantal kinderen, inkomen,…
 Allemaal cijfers (als het antwoord 0 is, is het ook echt 0)
 Kan je bewerkingen bij uitvoeren
 Komt het vaakst voor
Interval: jaartellingen, IQ, temperatuur,…
 Allemaal cijfers, maar het antwoord is niet echt 0 (het jaar 0 is wel een
echt jaar)
 Verschil is altijd exact even groot tussen de opeenvolgende categorieën
Kwalitatieve meetniveaus:
Ordinaal: likert-schalen (helemaal mee oneens t/m oneens), onderwijsniveau,…
 Zit een rangvolgorde in (bv: van laag naar hoog).
 Peilt niet naar een cijfer, drukt het in woorden uit.
 Meet bv: categorieën
 Afstand is niet gelijk tussen opeenvolgende categorieën
Nominaal: geslacht, politieke partijvoorkeur, haarkleur, regio,…

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loredegeest. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

49497 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.51  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added