Grondwetwijziging van 1848
1798 → Staatsregeling. Alle burgers zijn gelijk.
In een grondwet zijn de belangrijkste rechten/plichten vastgelegd. Dit moet algemeen gehouden
worden want de houdbaarheid is dan veel groter dan van een gedetailleerde wet.
Nederlandse grondwet veranderen:
1 Meerderheid van 2/3 van de leden van de 1e en 2e kamer moet het er mee eens zijn.
2 Wetvoorstel moet 2 keer door de kamers worden goedgekeurd.
Door de grondwet uit 1814 was er niet meteen democratie. Koning Willem 1 had nog veel macht en
het parlement had te weinig invloed om de Koning goed te kunnen controleren.
Hij stelde zelf leden van de 1e kamer aan → Omringd met mensen die hem niet tegen durfden te
spreken.
Conservatieven= Een groep die de Koning steunde.
Ze wilden alles bij het oude laten. Ze wilden het volk niet veel macht geven.
In maart 1848 werd door Willem 2 een nieuwe commissie opgericht om een nieuwe grondwet voor
te bereiden.
Liberalen= Een groep die het oneens was met de Koning.
Ze wilden het volk veel macht geven.
Hun leider Thorbecke moest de grondwet schrijven.
Grondwet van 1848 → Begin van het parlementaire stelsel.
Hoofdkenmerken:
1. Volksinvloed werd groter door de invoering van verkiezingen en ze kregen de mogelijkheid om 1e
en 2e kamer te ontbinden.
2. Macht van de volksvertegenwoordiging werd groter en die van de koning en de regering werd
kleiner.
8 fundamenten van staatsinrichting
A – De macht van de koning wordt beperkt. Niet verantwoordelijk meer voor het beleid. De ministers
waren wel verantwoordelijk voor het beleid en ze moesten verantwoording afleggen aan het
parlement in plaats van aan de koning.
B – Leden van de 2e kamer, provinciale staten en gemeenteraad werden via verkiezingen gekozen.
C – Leden van de 1e kamer werden gekozen door de provinciale staten.
D – De 1e en 2e kamer kunnen door de Koning ontbonden worden om bij een conflict tussen de
regering en het parlement, het volk de uitspraak te laten doen.
E – Vergaderingen van de 1e + 2e kamer en de provinciale staten zijn openbaar.
F – Recht van interpellatie toegekend aan de 1e en 2e kamer.
Recht van amendement en recht van enquête worden alleen aan de 2e kamer toegekend.
G – Voortaan werd er elk jaar een belegging vastgesteld.
H – Een groot aantal grondrechten zoals vrijheid van vereniging en vergadering.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritderidder5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.74. You're not tied to anything after your purchase.