Dit document omvat de (uitgebreide) samenvatting van al mijn lesnotities, reader, ppt's, gastcollege's etc.
Met het blokken van deze samenvatting heb ik zelf 16/20 behaald.
COMMUNICATIEWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEKSDESIGN
HOOFDSTUK 1: EEN ONDERZOEKSVRAAG VINDEN
RESEARCH PROBLEM
Onderzoeksprobleem = theoretical claim to a generalizable vision on the what, how and why of social phenomena //
theoretische aanspraak op een generaliseerbare visie op het wat, hoe en waarom van sociale fenomenen
Theorie en empirisch onderzoek beïnvloeden elkaar constant: 1) Theoretisch probleem identificeren. Dan moet je het
nog verfijnen en aanpassen voor empirisch onderzoek, 2) een probleem identificeren vanuit empirische research. Dan
moet je nog kijken naar het theoretische
1. Subject selection
2. Preliminary literature review with preliminary questions to refine your research problem. Then you find a
more precise research problem.
3. Problem description and objective
4. Thorough literature study: kijken wat de leemte is
5. Research questions and final concepts
EEN ONDERZOEKSVRAAG VINDEN
ONDERZOEKSVRAAG OPSTELLEN
De onderzoeksvraag is heel belangrijk, aangezien het alle volgende stappen bepaalt. Er zijn verschillende manieren
om er eentje te vinden:
-‐ De realiteit observeren. Voorbeeld: zien hoe je jongere broers omgaan met media
-‐ Publiek debat / nieuws kijken Voorbeeld: debat over vaccinatie
-‐ Persoonlijke ervaring. Voorbeeld: als je vaak ’s nachts op je gsm zit, ben je misschien geïnteresseerd in de
gevolgen van dat mediagebruik
-‐ Open vragen in de literatuur à kijken naar meta-‐analyses of literatuurreviews, kijken naar de “gaten” in de
discussiesecties van wetenschappelijke artikelen. Wat zijn de tegenstrijdigheden of zijn er nog vragen die
onbeantwoord blijven?
UITWERKEN
1. Breed denken:
-‐ Wanneer je een topic hebt gevonden, moet je subtopics gaan formuleren en erover brainstormen.
-‐ Je kan literatuur lezen om meer inspiratie te krijgen.
2. Smal/Verdiepen:
-‐ Groeperen
-‐ Onderscheid maken tussen problemen
-‐ Wanneer je je subtopic hebt gevonden, moet je gaan beslissen wat je precies wilt bestuderen. Je research
question moet innovatief zijn, zowel theoretisch (een theorie toepassen die nog nooit op dat onderwerp is
toegepast of verschillende theoretische benaderingen combineren) als empirisch (een sample gebruiken die
nog nooit is gebruik in dat research area à andere doelgroep of andere methode gebruiken).
3. Verfijnen:
-‐ Wat (beschrijvend of explaining) + Hoe (proces, verandering, effecten) + Waarom (oorzaak, redenen)
-‐ Documenteer assumpties
-‐ Focus op de core concepts
ONDERZOEKSVRAAG
De onderzoeksvraag…
1
, -‐ Determineert de kwaliteit van het onderzoeksdesign en de uitwerking ervan
-‐ Heeft een theoretische basis, zonder erdoor gehinderd te worden: je onderzoeksvraag moet ontstaan vanuit
een theorie indien mogelijk. Indien succesvol kan je onderzoek bijdragen tot de verdere opbouw van de
theorie in het huidige wetenschappelijke veld
-‐ Is gericht en niet te breed in opzet
-‐ Is niet ambigu (het moet duidelijk zijn wat de bedoeling is) en als nodig opgedeeld in subvragen Voorbeeld:
hoe beïnvloed Instagram self-‐esteem met subvragen specifieke types van instagramgebruik: actief, passief
-‐ Afhankelijk van de epistemologische benadering kan het zorgen voor hypotheses à dit is zo bij kwantitatieve
onderzoeken. Dan moet je hypotheses gaan formuleren die testbaar zijn. In kwalitatief onderzoek zijn
hypotheses niet altijd nodig
-‐ Type van onderzoeksvraag Kan verschillende vormen aannemen:
o Beschrijvende vraag: hoe vaak (prevalentie) of wat is het verloop van een trend?
o Verklarende/causale vraag: wat is de oorzaak?
o Prescriptieve vraag: hoe kunnen we ingrijpen? Voorbeeld: welke maatregelen kunnen er getroffen
worden om een gameverslaving te voorkomen?
Het is belangrijk om een originele onderzoeksvraag op te stellen
-‐ Conceptueel: leemte of inconsistentie in theorieën
-‐ Incidenteel: nieuw fenomeen dat interesse opwekt
à Challenge theorieën in een nieuwe context, nieuwe populatie, met een nieuwe methode
à Replicatie is ook mogelijk: toegevoegde waarde van replicatie door het checken van de stabiliteit van eerdere
onderzoeken
o Dit is voor een masterthesis moeilijk, maar je kan wel een conceptuele replicatie doen: i.p.v. elke stap
perfect hetzelfde na te doen en dezelfde resultaten probeert uit te komen, kan je de studie repliceren
maar dan met een nieuwe angle (door bv andere stimuli te gebruiken of zo)
VERFIJNING DOOR LITERATUURSTUDIE
Niet alle literatuur gaan lezen maar eerder gaan identificeren van welke studies het meest belangrijk zijn voor je
onderzoek. Sommige studies ga je volledig moeten lezen (studies die heel erg gelijkaardig zijn aan wat jij van plan bent
te doen) maar voor sommige studies ga je gewoon kijken naar het methodestuk of het discussiestuk om te begrijpen
wat de interpretatie is van de auteur.
DOELEN VAN DE LITERATUURSTUDIE
-‐ Een overzicht krijgen van de context van de intellectuele ontwikkelingen in het veld (wat zijn de theoretische
benaderingen? Welke methodes zijn er gebruikt? Kwalitatief of kwantitatief? Populatie?)
-‐ Een overzicht krijgen van de huidige status, tegenstellingen, inconsistenties en leemtes
-‐ Jezelf en het onderzoek positioneren
-‐ Kan inspiratie geven
-‐ Biedt extra inzicht om het probleem af te bakenen
-‐ Staat open voor kennis op basis van een veelheid aan designs en research outlets
TYPES LITERATUUR
-‐ Narratief: biedt een brede en beschrijvende uitleg
-‐ Systematisch: zeer gericht, uitgebreide analyse, gedreven door concrete hypotheses
DE LITERATUUR KRITISCH BENADEREN IS EEN NOODZAAK
Er zijn verschillende typen bronnen en publicaties
-‐ Boeken en boekhoofdstukken: lange time lapse= het duurt lang vooraleer een boek is gepubliceerd, het is dus
soms moeilijk om voor recente topics boeken te vinden. – detailed and comprehensive overview
-‐ Wetenschappelijke artikels: medium time lapse= deze worden sneller gepubliceerd
-‐ Proceedings = boeken waarin vrij recent conferentiebijdragen zijn gepubliceerd. Time lapse is kort
à altijd je bron checken:
-‐ Predatory publishers = artikels die geen wetenschappelijke guidelines volgen, dus altijd checken of het
tijdschrift in een index staat of dat het een peer review is ondergaan
-‐ Krantenartikels: deze kunnen gebruikt worden als inspiratie voor een onderzoeksvraag of als voorbeeld in de
introductie (om de relevantie te demonstreren), maar niet als een bron in het literatuuroverzicht.
2
,PUBLICATION CULTURE
Er zijn ook problemen geassocieerd met het peer review systeem.
Publicatie bias = studies die geen significante relaties aantonen, gaan minder snel gepubliceerd worden
-‐ Wetenschappers en onderzoekers staan onder veel druk om hun onderzoek te publiceren
-‐ Er is een tendens om iets niet te publiceren wanneer het niet ‘interessant’ of statistisch significant is
o Editors en reviewers gaan sneller niet significante bevindingen afwijzen
o Niet-‐significante bevindingen verdwijnen in de onderzoek hun lades = file drawer phenomenon
GEVOLGEN
-‐ Gepubliceerd materiaal geeft een vertekend beeld weer
-‐ Onnodige moeite en bronnen
-‐ Relatieve recente (en gelukkig uitzonderlijke) cases van fraude à onderzoekers passen hun resultaten aan
zodat ze wél significant zijn.
COUNTERMOVEMENT
-‐ Pre-‐registratie van het onderzoeksdesign op een platform zodat je kan laten zien dat je het design en de
hypotheses hebt
-‐ Dan voor je de studie uit en dien je de data in à deze wordt beschikbaar
-‐ Dus ook wanneer de resultaten niet significant zijn worden deze onderzoeken openbaar gemaakt en
transparant voor iedereen
TAKE-‐HOME MESSAGE
-‐ Gebruikt systematics in je literatuurstudie, keep an eye on de verschillende types van bronnen
-‐ Houdt er rekening mee dat bias bestaat
-‐ Niet-‐significante resultaten van rigoureuze designs zijn waardevol
RESEARCH PROCESS
ONDERZOEKSMETHODE
-‐ Brede schaal: van naturalistische observatie tot laboratorium-‐experiment; variatie in a priori
structureren/construeren en openheid/geslotenheid in het verzamelen van data à hangt allemaal af van je
onderzoeksvraag
-‐ Bevat de keuze van een instrument en methode: kwantitatief, kwalitatief of mixed
WAT OBSERVEREN?
-‐ Determineer de onderzoeksmethode, vertaal abstracte theoretische concepten naar operationele definities
à je moet je ideëen meetbaar maken = operationalisatie
OBSERVE WITH WHOM?
-‐ Waar komt de info vandaan? Welke populatie?
-‐ Wie of wat is sufficiënt en beschikbaar?
-‐ Primaire of secundaire bronnen?
-‐ Zelf data verzamelen of bestaande bronnen analyseren
3
, RAPPORTEREN
-‐ Geschreven: regels over hoe je dit moet rapporteren, hoe strikt die regels zijn hangt af van welke methode je
hebt gebruikt
-‐ Het is een creatief proces, maar er zijn impliciete en expliciete regels, gelinkt aan de (sub)discipline waarin je
werkt: in een quantitatieve survey heb je APA-‐regels die bepalen hoe je je regressei-‐analyse moet rapporteren
-‐ Structureer een samenhangend verhaal van de probleemstelling tot de discussie en conclusie
-‐ Wees transparant! Replicatie moet mogelijk zijn: je moet bijvoorbeeld duidelijk aangeven waarom je bepaalde
cases uit de dataset hebt verwijderd
TIJD EN BUDGET
-‐ Onderzoek neemt veel tijd in beslag
-‐ De beslissingen wat betreft tijd en budget moeten gemaakt worden voor de start van het onderzoek
-‐ Match ambitie met mogelijke middelen
ETHIEK
-‐ Benaderen van respondenten/participanten: anonimiteit, participanten duidelijk op voorhand informeren
over het doel van de studie etc. En je moet participanten de mogelijkheid geven om de studie stop te zetten
op elk gegeven moment
-‐ Verzamelen van data, voor anonimiteit zorgen en zeggen dat ze op elk moment mogen stoppen
-‐ Analyseren en rapporteren van data
HOOFDSTUK 2: RELIABILITY & VALIDITY (KWANTITATIEF)
QUALITY CRITERIA IN EMPIRICAL RESEARCH
-‐ Validiteit = de mate waarin het instrument werkelijk hetgeen meet waarvoor het is gemaakt om te meten.
Relevantie van een instrument voor het aanpakken van het doel van de studie
-‐ Betrouwbaarheid (Rreliability): consistentie en accuraatheid van metingen. Hierbij is het van belang dat de
uitkomsten hetzelfde zijn als je de meting of het gehele onderzoek op exact dezelfde wijze nog een keer
uitvoert. Betrouwbaarheid alleen is niet voldoende om te bepalen dat een onderzoek valide is.
-‐ Voorbeeld: van tijd tot tijd/van vragenlijst tot vragenlijst/van item tot item of van één beoordelaar tot een
andere.
-‐ Ethiek
-‐ Generalisatie
-‐ Causaliteit
VALIDITY/ RELIABILITY OF QUANTITATIVE DESIGNS
-‐ In elke stap van het onderzoeksproces kun je fouten maken die de validiteit of betrouwbaarheid kunnen
ondermijnen.
-‐ Het is belangrijk om het onderzoeksproces zo transparant mogelijk te beschrijven zodat andere onderzoekers
jouw studie kunnen beoordelen en nagaan of je validiteits-‐ of betrouwbaarheidsfouten hebt begaan in je
onderzoek.
-‐ Je moet altijd jouw keuze voor een bepaald research design verantwoorden. Voor sommige research designs
ga je validiteitsfouten accepteren ten voordele van andere voordelen, zoals het maken van causale
verbandtrekkingen. Voorbeeld: bij een experiment op nieuwsgebruik in het laboratorium zijn mensen niet in
hun natuurlijke omgeving maar door het constant houden van externe invloeden kan je oorzaak en
gevolgrelaties blootleggen. Je moet dus altijd de voordelen en nadelen van je research design tegen mekaar
afwegen
SOORTEN FOUTEN
1. DATA COLLECTION METHOD
= het kiezen van een foute methode voor je onderzoeksvraag.
-‐ Beschrijvende OV:
o Survey à Moet zo representatief mogelijk zijn voor de populatie
o Inhoudsanalyse
-‐ Correlatie tussen 2 variabelen:
o Survey
o Inhoudsanalyse
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manouswinnen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.