Het werkboek van de bijlage is wat ik heb ingeleverd voor het vak wereldburgerschap. Het vak heb ik voldoende afgerond met de antwoorden die ik heb gegeven in dit document. Deze is van toepassing op de minor toegepaste psychologie die ik heb gevolgd in mijn 3e jaar HBO.
Onderdeel A: Ken je eigen cultuur en gedrag
1. Leesopdracht: hoofdstuk 1 en 2
a) Lees hoofdstuk 1 en leg het begrip ‘cultuur’ uit aan de hand van het hoofdstuk
‘wat is cultuur’.
Antwoord: Cultuur is het, door aanleren verkregen en van generatie tot generatie
doorgegeven geheel van gewoonten, technieken, handelingen, waarden en normen
van een groep, waardoor het gedrag van de leden van de groep geregeld wordt.
b) Maak opdracht 1.1 uit het boek. De term allochtoon wordt tegenwoordig zeer
bekritiseerd. Bespreek de voor en nadelen van het begrip ‘allochtoon’ en
‘Nederlanders met een migratieachtergrond’.
Antwoord: Een voordeel van het begrip allochtoon is dat je sneller bent verbonden
met andere allochtonen omdat je in een groep wordt geplaatst. Daarnaast kan het
rust geven als mensen anderen in een hokje kunnen plaatsen. Het woord allochtoon
staat veel bekend als een negatief label.
c) Beschrijf hoe jij aankijkt tegen de discussie over het gebruik van de woorden:
zwart/ wit, blank/ donker. Verdiep je eerst in deze discussie door online
informatie te zoeken en onderbouw je antwoord a.d.h.v. deze informatie.
Antwoord: Ik ben van mening dat de woorden zwart/ wit, blank/donker gebruikt
worden om het uiterlijk van een persoon te beschrijven. Een aantal mensen geven
aan zich bijvoorbeeld beledigd te voelen door het gebruik van sommige woorden,
maar ik ben van mening dat het wordt gebruikt voor het aantonen van iemand zijn of
haar uiterlijk. Ik ben van mening dat het vanuit persoonlijke ervaring beledigend kan
aanvoelen, maar dit kan in meerdere gevallen zo zijn. Als iemand moeite heeft met
de woorden en dat bij mij aangeeft zou ik daar wel mee stoppen.
d) Leg het acculturatiemodel van Berry (1994) in eigen woorden uit.
Antwoord: Acculturatie is een proces waarbij een groepje individuen sociale/culturele
kenmerken van een andere groep van individuen overneemt. Berry gaat er echter
vanuit dat deze invloed amper aanwezig is. Bij het acculturatiemodel van Berry
worden twee factoren van acculturatie gecombineerd tot vier acculturatiestrategieën:
Integratie, assimilatie, marginalisatie en separatie. Bij integratie zijn allochtonen
bereid om aan te passen en deel te nemen aan de huidige samenleving zonder hier
dusdanig veel aan te veranderen. In het geval van assimilatie is dit anders. Hier
hebben ze liever dat je je aanpast en is het behoud van cultuur minder belangrijk. Bij
marginalisatie vind het individu het overnemen van een andere cultuur of het
behouden van eigen cultuur niet belangrijk. In het geval van separatie is
cultuurbehoud belangrijk.
, e) Leg uit wat er bedoelt wordt met WEIRD samenlevingen? Welke drie
fenomenen hebben ervoor gezorgd dat psychologen meer rekening houden
met de sociaal-culturele factor?
Antwoord: Wetenschappers maken aannames over menselijk gedrag op basis van
steekproeven van mensen die alleen uit westerse, rijke, geschoolde,
geïndustrialiseerde en democratische samenlevingen afkomstig zijn. De afkorting
hiervan is WEIRD (Western, Educated, Industrialized, Rich, Democratic)
Drie fenomenen: Geringe representativiteit, toename migratie en opkomst
globalisering.
f) Lees hoofdstuk 2: verschilt informatieverwerking over culturen? Ondersteun je
antwoord met 2 voorbeelden.
Antwoord: Ja informatieverwerking over culturen verschilt. Hieronder staan 2
voorbeelden aangegeven
1. Interpreteren van emoties en gezichtsuitdrukkingen: Als je een neutrale
gezichtsuitdrukking hebt kan dat bijvoorbeeld ongeïnteresseerd overkomen in
Nederland bijvoorbeeld maar in een aantal Aziatische landen getuigt dit
namelijk weer van respect en beleefdheid.
2. Het verschil tussen een high context cultuur en een low context cultuur: Bij
een low context cultuur zit bij het aanbieden van een drankje bijvoorbeeld
geen verder betekenis. Dit vindt bijvoorbeeld plaats in Europa en de
Verenigde Staten. Bij een high context cultuur kan het aanbieden van een
drankje wat meer betekenis hebben. Zo zouden ze bijvoorbeeld willen laten
merken dat ze je respecteren. Deze cultuur vindt meer plaats in Azië.
2. Kijkopdracht: “100 dollar to the winner of this race”
Bekijk het fragment “100 dollar to the winner of this race” via de link
https://www.youtube.com/watch?v=NTWzGfGFOO4 en beantwoord de volgende
vragen:
a) Welke boodschap wil de leraar in het fragment deze jongeren meegeven?
Antwoord: Niet iedereen heeft evenveel geluk gehad, je zal je moeten realiseren dat
heel veel mensen het minder hebben dan jij en dat dit niet komt door hunzelf maar
door de omgeving waarin ze zijn opgegroeid.
b) Zou deze oefening ook in Nederland ‘werken’?
Antwoord: Ja deze oefening zou ook in Nederland werken
, c) Zoek het verschil op tussen equality en equity en leg dit uit.
Antwoord: Equality gaat erover dat iedereen dezelfde middelen krijgt. Equity is dat
iedereen de middelen krijgt die hij of zij nodig is om hetzelfde doel te bereiken.
3. Maakopdracht: onbewuste vooroordelen
Maak de Harvard Implicit Association Test op
https://implicit.harvard.edu/implicit/netherlands/ of Google op: ‘test onbewuste
vooroordelen’. Ga naar de demonstratietests en doe een demo- test op het
onderwerp ‘huidskleur’. Hier staat een Nederlandse versie van de test:
https://www.onderhuids.nl/test-jezelf/ Mocht de test niet goed werken op je telefoon
probeer het dan via de computer te doen (en indien nodig de browser aanpassen).
Als dat ook niet werkt: doe dan de Engelstalige test.
a) Wat is jouw resultaat/ uitkomst?
Antwoord:
b) Was je verbaasd over deze uitkomst?
Antwoord: Ja, ik heb de vragen beantwoord en ik weet niet of het klopt dat ik een
sterke voorkeur heb voor mensen met een lichte huidskleur. De reden dat ik
verbaasd ben is denk ik omdat ik veel vrienden heb met een wat donkere huidskleur
en ik zie hen gelijkwaardig aan mijzelf. Verder heb ik nooit problemen gehad met
mensen die een donkere huidskleur hebben, dus ik snap de uitslag niet helemaal op
dit gebied.
c) Kun je een voorbeeld bedenken van een gedachte/vooroordeel of gedrag
waarin je mogelijk mensen met een andere achtergrond discrimineert?
Antwoord: Ik heb wel eens video’s gezien dat mensen bijvoorbeeld sneller hun
telefoon uitlenen aan een onbekende om even te bellen bij een Nederlands uiterlijk
dan bij een buitenlands uiterlijk. Misschien zou mij dit ook onbewust overkomen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lucasholthof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.52. You're not tied to anything after your purchase.