In dit document zijn alle uitgewerkte leerdoelen te vinden uit periode C voor het vak Privaatrecht 2 Bijzondere Overeenkomsten uit jaar 2022/2023. Bij de uitwerking van de leerdoelen heb ik gebruik gemaakt van 1 t/m H3 van het boek Bijzondere overeenkomsten Begrepen en H5 t/m H9 van het boek Verbi...
Leerdoelen C1
1. De student kan het verschil tussen contractuele aansprakelijkheid (6:74 BW) en
wettelijke aansprakelijkheid herkennen (6:162 e.v. BW).
Contractuele aansprakelijkheid vloeit voort uit het contract.
Wettelijke aansprakelijkheid vloeit voort uit de wet.
Art. 6:74 lid 2 BW luidt als volgt:
‘Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar de
schade die de schuldeiser daardoor lijdt ver vergoeden, tenzij de tekortkoming de
schuldenaar niet kan worden toegerekend.
Contractueel: 6:74 e.v. BW (tekortkoming in de nakoming, wanprestatie). Samenloop is
mogelijk.
Geen contractuele relatie: onrechtmatige daad op grond van 6:162 e.v. BW
Risicoaansprakelijkheid: voor eigen handelen 6:165 en 1:116 BW, voor personen 6:169,
170, 171, 172 en 173 BW en voor zaken 6:174, 179, 185.
---
Onrechtmatige daad bedoeld als in art.6:162 BW ontstaat uit de wet (wettelijke
aansprakelijkheid). Voorwaarden:
1. Onrechtmatigheid > in strijd met de wet
2. Toerekenbaarheid lid 2> persoonlijk verwijtbaar/voorzienbaar
3. Schade lid 3> kan pas logischerwijs ontstaan wanneer dor een doen of nalaten schade is
ontstaan.
4. Causaal verband > conditio sine qua non! Volgens art. 6:98 BW moet alleen de schade
die in zodanig verband staat met de gebeurteni worden vergoed.
5. Relativiteitsbeginsel art. 6:163 BW > valt dit persoon onder de bscherming van de
geschonden norm?
Tekortkoming in de nakoming bedoeld als in art. 6:74 BW ontstaat uit een overeenkomst
(contractuele aansprakelijkheid). Voorwaarden:
1. Tekortkoming in de nakoming > wat was de wanprestatie?
2. Schade > kan pas logischerwijs ontstaan wanneer door een doen of nalaten schade is
ontstaan.
3. Causaal verband > als gevolg van handelen/conditio sine qua non.
4. Toerekenbaar > persoonlijk verwijtbaar/voorzienbaar.
2. De student kan de rechtsvoorwaarden van contractuele aansprakelijkheid (6:74 BW)
uitleggen, en kan deze toepassen op een casus.
Art. 6:74 lid 1 BW luidt als volgt:
‘Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar de
schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de
schuldenaar niet kan worden toegerekend.’
Voldoen aan art. 6:74 lid 1 BW is nog niet voldoende voor het ontstaan van een verbintenis
tot schadevergoeding. Daarvoor moet ook voldaan zijn aan lid 2: de nakoming moet blijvend
onmogelijk zijn, of de schuldenaar moet in verzuim zijn.
Uit art. 6:74 lid 1 en 2 BW volgen dan in totaal vijf voorwaarden voor een geslaagde
vordering tot schadevergoding:
1. tekortkoming in de nakoming;
2. schade;
3. causaal verband;
4. toerekening;
5. blijvende onmogelijkheid van nakoming, of verzuim.
,3. De student kan de rechtsvoorwaarden van de onrechtmatige daad en bijbehorende
doctrines uitleggen, en kan dit toepassen op een casus. (7.)
Voor het ontstaan van een verbintenis tot schadevergoeding uit onrechtmatige daad moet
altijd aan vijf cumulatieve voorwaarden zijn voldaan. Deze voorwaarden vinden we in art.
6:162 jo. 6:163 BW.
Vier voorwaarden in art. 6:162 lid 1 BW:
‘Hij die jegens een ander een onrechtmatige [1. Onrechtmatigheid] daad pleegt, welke hem
kan worden toegerekend [2. Toerekenbaarheid], is verplicht de schade [3. Schade] die de
ander dientengevolge [4. Causaliteit] lijdt te vergoeden.’
Eén voorwaarde in art. 6:163 BW:
‘Geen verplichting tot schadevergoeding bestaat wanneer de geschonden norm niet strekt
tot bescherming tegen de schade zoals de benadeelde die heeft geleden [5. Relativiteit].’
De vijf voorwaarden op een rij:
1. onrechtmatigheid;
2. toerekenbaarheid;
3. schade;
4. causaliteit;
5. relativiteit.
De vijf voorwaarden op een rij:
1. onrechtmatigheid;
2. toerekenbaarheid;
3. schade;
4. causaliteit;
5. relativiteit.
De onrechtmatige daad is te vinden in art. 6:162 BW. Dit artikel is alleen geldig als er geen
overeenkomst was. De voorwaarden zijn:
1. Onrechtmatige daad
- Inbreuk op recht
- In strijd met de wettelijke bepaling bijv. doen of nalaten
- Ongeschreven recht/verkeersopvatting
2. Toerekening
- Schuld
- Risico wet (lid 3)
3. Schade
- Materiele schade
- Immateriële schade
4. Causaal verband
- Art. 6:98 BW
5. Relativiteitsbeginsel 6:163 BW
- Beoogd de benadeelde te beschermen
4. De student kan de vorderingen die op grond van een onrechtmatige daad bij de
rechter kunnen worden ingesteld, benoemen.
- Schadevergoeding: De hoofdregel is dat schade wordt vergoed door het betalen van een
geldbedrag, maar de rechter kan ook andere vormen van schadevergoeding toekennen. Zo
kan de rechter de laedens bijvoorbeeld verplichten een situatie in de oude toestand te
herstellen.
- Rectificatie: Rectificatie betekent letterlijk verbeteren of rechtzetten. Wanneer de Story,
Weekend of Privé een artikel over het koningshuis heeft gepubliceerd waarin onwaarheden
,staan, is dit een onrechtmatige daad. In dit geval kan door het koningshuis gevorderd
worden dat het blad in het volgende nummer een rectificatie plaatst, waarin wordt vermeld
dat het artikel onwaarheden bevat. Rectificatie kun je beschouwen als een bijzondere
manier om ontstane schade – gedeeltelijk – te herstellen. Een vordering tot rectificatie kan
worden gecombineerd met een andere vordering tot schadevergoeding.
- Verbodsactie: Het zou voor de rechtspraktijk onhandig zijn als iemand moet wachten tot er
werkelijk schade ontstaat, voordat hij een vordering op grond van onrechtmatige daad kan
instellen. Wanneer iemand weet dat een ander op het punt staat hem schade toe te
brengen, kan hij bij de rechter ook een verbod tot het verrichten van de onrechtmatige daad
vorderen. Dit volgt uit art. 3:296 BW jo. 3:302 BW. Art. 3:296 BW bepaalt dat, ‘hij die jegens
een ander verplicht is iets te geven, te doen of na te laten daartoe door de rechter, op
vordering van de gerechtigde wordt veroordeeld’. Art. 3:302 BW bepaalt dat een rechter een
verklaring van recht kan uitspreken. Dit wordt wel een declaratoir vonnis genoemd. De
rechter kan in zijn vonnis verklaren dat een persoon die ‘van plan’ is de onrechtmatige daad
te plegen, verplicht is dit na te laten. Het wordt hem verboden de onrechtmatige gedraging te
verrichten.
5. De student kan de relevante feiten en rechtsregels van de voorgeschreven
jurisprudentie benoemen, en kan dit toepassen op een casus.
6. De student kan uitleggen wat wordt verstaan onder “vermogensschade” (materiële
schade) en “schade bestaand uit ander nadeel dan vermogensschade” (immateriële
schade), en kan de rechtsvoorwaarden van beide soorten schade toepassen op een
casus.
H8.2 Vormen van schade: vermogensschade
Vormen van schade:
De wet onderscheidt verschillende vormen van schade. Het belangrijkste onderscheid is dat
tussen vermogensschade en andere nadeel (zie Art. 6:95 BW). Vermogensschade is de
schade die, vereenvoudigd gesteld, goed in geld is uit te drukken. Onder ander nadeel valt
onder andere schade door lichamelijk letsel, geestelijke pijn en gederfde levensvreugde. Dit
zijn allemaal vormen van schade die geen duidelijke economische waarde hebben.
Een bekende fout van beginnende studenten is dat ze zeggen dat een verbintenis tot
schadevergoeding ontstaat op grond van Art. 6:95 of 6:98 BW. Dit is onjuist. Een verbintenis
tot schadevergoeding ontstaat bijvoorbeeld op grond van wanprestatie of onrechtmatige
daad (of zaakwaarneming, enzovoort). Pas als je op grond hiervan aansprakelijkheid hebt
vastgesteld, ‘mag je door’ naar Art. 6:95 e.v. BW om te kijken welke schade voor vergoeding
in aanmerking komt.
Vermogensschade:
Vermogensschade bestaat volgens Art. 6:96 lid 1 BW uit geleden verlies en gederfde winst.
Geleden verlies is een vermindering van je vermogen. Beschadiging van een zaak is dus
geleden verlies. Als iemand je auto beschadigt, wordt deze, en daarmee je vermogen,
minder waard. Gederfde winst is het mislopen van een vermeerdering van je vermogen. De
winkel die een aantal dagen niet open kan, loopt omzet - en daarmee winst - mis. De
architect die een opdracht misloopt, loopt eveneens winst mis. Zij derven winst.
Overige begrippen:
Er wordt hiernaast ook onderscheid gemaakt tussen de objecten waaraan schade wordt
toegebracht. Schade aan zaken wordt toegebracht. Schade aan zaken wordt zaakschade
genoemd, schade aan personen personenschade. Schade die niet uit zaakschade of
personenschade bestaat, noemen we zuivere vermogensschade.
, Personenschade die bij bijvoorbeeld een auto-ongeluk ontstaat, kan bestaan uit
vermogensschade (medische kosten die zijn gemaakt en misgelopen ingekomen) en ander
nadeel (een vergoeding voor geleden pijn). Ander nadeel komt eigenlijk vooral voor bij
personenschade. Ook bij zaakschade kan, in zeer uitzonderlijke gevallen, ander nadeel
ontstaan. Het is doorgaans echter vermogensschade. Zuivere vermogensschade bestaat,
zoals al blijkt uit de term, altijd alleen uit vermogensschade. Het gaat hier om het mislopen
van een vermeerdering van je vermogen of het lijden van verlies, zonder dat er sprake is van
beschadiging van een zaak of persoon. Datgene wat schade lijdt, is dus je vermogen.
Vormen van schade:
- Vermogensschade
* geleden verlies
* gederfde winst
- Ander nadeel
* (lichamelijke en geestelijke) pijn
* gederfde levensvreugde
* gederfde reisgenot, enzovoort
Voordeelsverrekening:
Bij een bepaling van schadevergoeding kan rekening worden gehouden met een eventueel
voordeel dat de benadeelde heeft door de schade. Dit volgt uit Art. 6:100 BW. In het
voorbeeld van de supermarkt heeft die supermarkt in ieder geval een klein voordeel: in de
dagen dat de koelinstallatie niet werkt, worden elektriciteitskosten bespaard. In andere
gevallen kan het voordeel groter zijn. Het voorbeeld mag van de geleden schade worden
afgetrokken.
Art. 6:96 lid 2 BW:
Lid 2 van Art. 6:96 BW geeft een opsomming waaruit blijkt welke kosten ook tot
vermogensschade kunnen worden gerekend. Sub a geeft bijvoorbeeld aan dat hieronder
vallen: redelijke kosten ter voorkoming of beperking van de schade die als gevolg van de
schadeveroorzakende gebeurtenis worden gemaakt. De supermarkt roept na het uitvallen
van de installatie bijvoorbeeld extra oproepkrachten op die de producten uit de vriesvakken
halen en het ijs verwijderen zodat er geen smeltwater uit de vriesvakken de winkel in loopt.
De kosten van deze oproepkrachten komen op grond van sub a voor vergoeding in
aanmerking. De supermarkt zal hiernaast mogelijk een expert en een juridisch adviseur
inroepen om de schade te bepalen (sub b) en kan eventueel kosten maken voor het
versturen van juridische stukken, zoals een ingebrekestelling (sub c). Deze schadeposten
komen, voor zover redelijk, ook als vermogensschade voor vergoeding in aanmerking.
Wettelijke rente:
Als iemand een geldsom te laat terugbetaalt, ontstaan er twee soorten schade:
incassokosten (de kosten die de schuldeiser maakt om de vordering alsnog geïncasseerd te
krijgen) en misgelopen rente. De regeling voor incassokosten bespraken we voor
consumenten al in hoofdstuk 6. Voor handelstransacties zijn incassokosten volgens Art. 6:96
lid 4 BW altijd minimaal 40eu. Verder geldt dezelfde regeling als voor consumenten.
Professionele partijen mogen van de wetgever echter ook zelf een andere regeling
overeenkomsten. We bespreken hierna de misgelopen rente.
Misgelopen rente is gederfde winst: het mislopen van een vermeerdering van je vermogen.
Renteverlies is niet geregeld in de afdeling over schadevergoeding (afdeling 10, titel 1, Boek
6), maar in afdeling 11, waarin de wetgever allerlei regels heeft vastgesteld die gelden bij
een verbintenis tot het betalen van een geldsom. Renteverlies ontstaat bij verzuim van een
schuldenaar een verbintenis tot betaling van een geldsom na te komen, ongeacht of deze
verbintenis nu uit overeenkomst, wanprestatie, onrechtmatige daad of bijvoorbeeld
zaakwaarneming is ontstaan. De schuldenaar is volgens Art. 6:119 BW over de periode van
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Billaras. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.70. You're not tied to anything after your purchase.