100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide collegeaantekeningen Motorische ontwikkeling en motorisch leren (BWB217) $6.06
Add to cart

Class notes

Uitgebreide collegeaantekeningen Motorische ontwikkeling en motorisch leren (BWB217)

 1 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgebreide aantekeningen van alle hoorcolleges van het vak 'Motorische ontwikkeling en motorisch leren' aangevuld met relevante afbeeldingen om het verhaal te ondersteunen.

Preview 4 out of 122  pages

  • February 20, 2023
  • 122
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Dr m.m. schoemaker
  • All classes
avatar-seller
Motorische ontwikkeling
Aantekeningen hoorcolleges

Inhoudsopgave
Hoorcollege 1 – theorie rijpingstheorie deel 1 ....................................................................................................... 2
Hoorcollege 2 – theorieën ...................................................................................................................................... 7
Deel 1 – Piaget .................................................................................................................................................... 7
Deel 2 – dynamische systeem theorie .............................................................................................................. 12
Newells Constraints model ........................................................................................................................... 13
DST onderzoek Esther Thelen – loopbewegingen baby’s............................................................................. 16
Hoorcollege 3 ........................................................................................................................................................ 19
Deel 1 – ontwikkeling hersenen ....................................................................................................................... 19
Ontwikkeling van het Centraal Zenuw Stelsel .............................................................................................. 19
Prenatale ontwikkeling ................................................................................................................................. 19
Deel 2 – structurele ontwikkeling ..................................................................................................................... 25
Deel 3 – teratogenen ........................................................................................................................................ 28
Hoorcollege 4 ........................................................................................................................................................ 33
Deel 1 – visuele perceptie................................................................................................................................. 33
Deel 2 – perceptie actie .................................................................................................................................... 37
Hoorcollege 5 ........................................................................................................................................................ 44
Deel 1 – houdingscontrole en lopen ................................................................................................................. 44
Deel 2 – Ballistic Skills ....................................................................................................................................... 51
Hoorcollege 6 ........................................................................................................................................................ 56
Deel 1 – manipulative skills .............................................................................................................................. 56
Deel 2 – prematuriteit en CP ............................................................................................................................ 64
Hoorcollege 7 – DCD, ASS en Down Syndroom ..................................................................................................... 74
Hoorcollege 8 ........................................................................................................................................................ 79
Deel 1 ................................................................................................................................................................ 79
Deel 2 ................................................................................................................................................................ 88
Hoorcollege 9 – instructies.................................................................................................................................... 96
Oefencondities (hoofdstuk 16) ................................................................................................................... 103
Deel 2 .............................................................................................................................................................. 105
Whole and part practice (hoofdstuk 18) .................................................................................................... 109
Mental practice (hoofdstuk 19) .................................................................................................................. 110
Hoorcollege 10 – augemented feedback ............................................................................................................ 111




1

,Hoorcollege 1 – theorie rijpingstheorie deel 1
De meeste mensen zijn voor het eerst gaan zitten toen ze tussen de 6-12 maanden oud waren en gaan
lopen rond de 14 maanden. Verschillende onderzoekers hebben zich bezig gehouden met de vraag
‘hoe kunnen we de motorische ontwikkeling van kinderen verklaren?’ de eerste theorie was de
rijpingstheorie.

Arnold Gesell en Mary Shirley waren de eersten die zich met deze vraag bezig hielden. Zij waren
geïnspireerd door de biologie en observeerden het gedrag van vele kinderen. Ze ontdekten regelmaat
in het gedrag van kinderen. Zo gingen alle kinderen ongeveer op hetzelfde moment, zitten, kruipen,
staan en lopen. Hun conclusie was dat deze biologische regelmaat het gevolg was van rijping. De
ontwikkeling van het CZS bepaalt de ontwikkeling van de motoriek.

De ontwikkeling komt dus van binnenuit, nature bepaalt de ontwikkeling. Terwijl nurture (omgeving)
geen rol speelt.

Nativisme: ontwikkeling wordt bepaald door endogene factoren.




Bewijs voor rijpingstheorie
Een bioloog ontdekte dat er bij embryo’s een vaste richting plaatsvond, namelijk van hoofd tot voeten.
Dit is de cephalo-caudale richting. En van de romp naar de ledematen, dit is de proximo-distale
richting. Gesell ontdekte dat dit ook bij pasgeboren baby’s het geval was. Eerst ontwikkelen de spieren
van het hoofd en de nek, pas later van de romp en de benen. Ook de spieren van de armen ontwikkelen
zich pas later dan die van de romp, daarom zijn reik- en grijpbewegingen moeilijk voor een pasgeboren
baby. Er ontbreekt dan nog voldoende spierkracht.




Ten tweede ontdekten ze dat de ontwikkeling van baby’s univariant en universeel is. Met univariant
wordt bedoeld dat de ontwikkelingsvolgorde van de motorische mijlpalen (zitten, kruipen, staan en
lopen) vastligt. Kinderen doorlopen die allemaal in dezelfde volgorde volgens Gesell en Shirley. Deze
ontwikkelingsvolgorde is ook universeel, want kinderen over de hele wereld ontwikkelen de
motorische mijlpalen in dezelfde volgorde, ongeacht de cultuur waarin zij opgroeien. Dat is volgens
hun het bewijs dat het biologisch bepaald is en niet wordt beïnvloed door de omgeving.


2

,Ten derde heeft Gesell heel veel eeneiige tweelingen onderzocht. Hij vond zelden verschillen tussen
waarop zij de motorische mijlpalen bereikten. Dat is ook bewijs dat de motorische ontwikkeling
biologisch bepaald is, want eeneiige tweelingen hebben immers hetzelfde genetische materiaal.

Ten vierde kon Gesell geen invloed ontdekken van training. Hij zag geen bewijs dat training de
motorische ontwikkeling kon bespoedigen.

Ten slotte constateerde Gesell dat een aandoening geen invloed had op wanneer de motorische
mijlpalen zich ontwikkelden. Bijvoorbeeld blinde kinderen bereiken ook in de juiste volgorde de
motorische mijlpalen ondanks dat ze de omgeving niet kunnen zien. De omgeving kon dus de
motorische mijlpalen niet veroorzaken, want die is bij blinde kinderen immers niet zichtbaar.

Bewijs rijpingstheorie:
1. Ontwikkelingsrichting:
o Chephalo-caudaal
o Proximo-distaal
2. Universele invariante ontwikkeling -> opeenvolging van ‘stages’
3. Tweelingen onderzoek
4. Beperkte invloed oefening / training
5. Beperkte invloed lichamelijke stoornis

Wat pleit tegen de rijpingstheorie?
Geleidelijk aan vond men steeds meer argumenten tegen de rijpingstheorie. Door de opkomst van
nieuw technieken en onderzoekers die gingen experimenteren werd er steeds meer bewijs gevonden
dat de motorische ontwikkeling niet alleen door rijping van het CZS bepaald wordt. Bijvoorbeeld door
de opkomst van de echografie werd ontdekt dat embryo’s van ongeveer 14 weken al bewegingen met
hun arm naar hun gezicht kunnen maken. Volgens het cephalo-caudale principe zou dat pas ver na de
geboorte mogelijk zijn. Prenataal gaat het cephalo-caudale principe dus niet op. Waarschijnlijk kunnen
embryo’s dit door de afwezigheid van zwaartekracht in de baarmoeder, waardoor er minder
spierkracht nodig is.

Ook na de geboorte is er bewijs dat het cephalo-caudale principe niet altijd opgaat. Als de romp van
baby’s voldoende ondersteund wordt kunnen zij al veel eerder doelgerichte reikbewegingen maken
dan zonder ondersteuning.




3

, Een ander probleem is dat de rijpingstheorie moeite heeft met het verklaren van regressie, een
terugval in de motorische ontwikkeling. In het onderstaande figuur staat voor twee kinderen
weergegeven op welke dagen zij voor drie seconden rechtop konden staan. Het ene kind laat het
gedrag zien en vertoont het vervolgens iedere dag. Het andere kind vertoont in de beginperiode het
gedrag soms wel en soms niet. Dit is niet te verklaren met de rijpingstheorie, aangezien het gedrag dan
aanwezig zou moeten blijven.

Regressie treedt regelmatig op tijdens de ontwikkeling. Bijvoorbeeld als een kind een andere nieuw
vaardigheid aan het leren is. Er is dan vaak terugval te zien in een al aanwezige vaardigheid. Ook als
lichaamsdelen snel groeien kan regressie optreden, bijvoorbeeld in de pubertijd. Daarnaast kan
regressie optreden bij een gebrek aan inzet / motivatie. Of na falen, als kinderen gefaald hebben
ontwikkelen ze vaak angst waardoor ze motorische vaardigheden minder goed uitvoeren. Ook tijdens
ziekte kan regressie optreden.




Volgens Gesell laat tweelingonderzoek zien dat rijping de motorische ontwikkeling verklaart. Hij wordt
op dit punt tegen gesproken door Myrtle McGraw, deze wordt ook als een representant van de
rijpingstheorie gezien. Dat komt door haar corticale inhibitie hypothese. Deze hypothese houdt in dat
baby’s na de geboorte vooral reflexen laten zien, zoals de zuigreflex en de stapreflex. Echter, na een
aantal maanden verdwijnen deze reflexen. Dit komt volgens McGraw door rijping van de cortex die
reflexen de reflexen inhibeert. McGraw was er het allerminst van overtuigt dat rijping alleen de
verklaring is voor motorische ontwikkeling. Haar experiment met de tweeling Jimmy & Johnny bewijst


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisreijntjes. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

65507 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.06  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added