Deze samenvatting bevat al het leerstof voor het vak ouderenpsychologie. De leerstof is per studietaak (aangegeven in Youlearn) beschreven en de tekst is samengevat adhv de leerdoelen. Deze staan ook boven elke studietaak in het document vermeld, zodat je gericht weet wat je moet leren.
*Vink, M., Kuin, Y., Westerhof, G., Lamers, S. & Pot, A.M. (Red.)
Handboek Ouderenpsychologie. Utrecht: De Tijdstroom.
*Daarnaast zijn de studietaken, digitale artikelen, een reader of
boekhoofdstukken zoals aangegeven in Youlearn verwerkt.
1
, Thema 1 Inleiding ouderenpsychologie
Studietaak 1.1 Hoofdstuk 1: ouder worden en
ouderenpsychologie
Leerdoelen
een beschrijving geven van de veranderende maatschappelijke visie op gezondheid en zorg
van de afgelopen jaren
uitleggen waar de ouderenpsychologie zich mee bezig houdt en waarom deze een steeds
belangrijke rol zal spelen in onze samenleving
de factoren noemen die deel uitmaken van het Contextual Lifespan Theory for Adapting
Psychotherapy (CALTAP) model
uw eigen (voor)oordelen en attitude ten aanzien van ouder worden herkennen
uitleggen wat gemeten kan worden met de Aging Perception Questionnaire.
1.2 Wat is oud
Veranderende levensloopindelingen
*Kalanderleeftijd speelt een belangrijke rol (65 pensioen leeftijd, ouderenbond vanaf 50).
* in moderne tijd: indeling kinderen/jeugdigen, volwassenen (20-65) en ouderen (65+), maar
vanwege toename levensverwachting/hoge leeftijden is dit aangepast naar vijf fasen: 0-15 vroege
jeugd, 15-30 jong volwassen, 30-60 consolidatie en spitsuur, 60-80 actieve ouderdom (sommige
spreken van verlengde middelbare leeftijd), 80+ intensieve verzorging.
*belangrijkere vragen dan wanneer ouderdom is wat er onder ouderdom wordt verstaan.
Beeldvorming
*Media: vaak eenzijdig beeld van vergrijzing door toenemende aantal ouderen. Historici: positieve
en negatieve kant, groep die veel geld kost en profiteert van pensioenen. Commercie: zien we beide
kanten terug, groep waar veel geld valt te verdienen en beeld van hulpbehoevende ouder die minder
technologische middelen nodig heeft. Algemene maatschappelijke beeldvorming: bij werk is erop
gericht om ze langer op arbeidsmarkt te houden echter uit onderzoek vindt 43% van werkgevers dit
niet belangrijk. Zorg: begrip zelfstandigheid heeft andere invulling gekregen: thuis blijven wonen.
Beelden en verwachtingen zorg: vaker sprake van misinterpretaties jonge artsen door vooroordelen.
In GGZ: vaak bij 80+ geen behandeling meer geven zoals bij 40+.
Feit en fictie
*Gezondheid: meer gezondheidsproblemen maar beeld bestaat gezondere ouderen
*Pensionering: steeds grotere groep wil doorwerken, geen zin in hun leven. Beeld bestaat
terugtrekken uit maatschappij en genieten vrije tijd. 1/3 e van groep 55-74 doet vrijwilligerswerk,
levert 5-20 miljard op
2
,Diversiteit in ouder worden
*Belangrijkste feit is dat ouder worden niet gevat kan worden in gemiddelde cijfers. Er is veel
diversiteit.
*Critici: pleiten voor aandacht voor proces ouderen worden ipv kalanderleeftijd.
*Diversiteit: in maatschappelijke positie (cohorverschillen, geslacht, sociaal-economisch, migratie),
individuele verschillen (persoonlijkheid, omgaan met ouder worden geschiedenis), en verschillen
binnen individu (gezondheid, verlies, welbevinden, continuïteit)
*Welbevinden van ouderen is niet slechter dan jongeren, omdat ouderen goed weten om te gaan
met problemen en veerkrachtig blijken.
1.3 ontwikkeling in visie op gezondheid en zorgbeleid
*Vroeger: afwezigheid van ziekte.
*Heden: Health ageing-model (WOH) = Gezond oud worden om functioneren te
behouden/bevorderen voor mensen met en zonder ziekte. Eigen functioneren optimaal mogelijk
houden is het streven. Model past ook goed bij denken in ouderenpsychologie: ontwikkeling is groei
als ook behoud van functioneren en omgaan verlies/tegenslagen.
*Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving: waarin burger zelf verantwoordelijk is voor
hun eigen welzijn. Als doel om meer autonomie te geven aan burger. Hierdoor bestaat er meer
differentiatie en pluriformiteit in zorgaanbod en uitvoering.
Zorg voor ouderen
*Echter: eenzijdige nadruk op autonomie en zelfbeschikking leidt tot problemen voor de kwetsbare
mensen die niet meer eigen regie kunnen voeren.
*Ouderenpsycholoog beweegt zich tussen veranderende kaders van gezondheidszorg en zorgbeleid.
Aandacht hebben voor autonomie maar ook voor ondersteunen in kunst van loslaten doelen die niet
haalbaar zijn en afhankelijk te durven zijn van anderen.
1.4 Ouderenpsychologie
*is relatief jong, maar relevantie vakgebied neemt snel toe vanwege vergrijzing.
Psychologische hulpverlening aan ouderen
*belangrijke vraag: wat maakt ouderenpsychologie anders binnen hulpverlening. Deel is hetzelfde
maar ander deel ook wezenlijk verschillend: zoals leeftijdsgerelateerde factoren en verschillende
aspecten van werkrelatie zijn anders.
*valkuilen: klachten klakkeloos toeschrijven aan ouderdom en dus onoplosbaar.
*Psychologische behandeling blijkt vaak effectief bij ouderen mits deze wordt aangepast aan oudere
persoon.
*Bob Knight en Nancy Pachana (2015) conceptueel raamwerk heet concextueel lifespan theory for
adapting psychotherapie (CALTAP): helpt om benodigde aanpassingen te bepalen vanuit relevante
perspectieven + kan nuttig zijn helderheid te geven aan therapeut en ouderen zelf. (maturation =
3
, aspecten van veroudering). Wat heeft leeftijd met probleem van doen = vraag die model
beantwoord.
*positieve biosociale aspecten: toename levenservaring, relativeringsvermogen, pensionering
*Negatieve: afname fysieke vermogens
*Specifieke omstandigheden: ingrijpende veranderingen/specifieke aandoeningen zoals
gehoorverlies, chronische ziekte, cognitieve stoornissen, mantelzorgtaken, opname.
*cultuur en cohort: heeft invloed op wijze waarop iemand over problemen denkt en praat
*Sociale context: belangrijk bv steun
1.5 professionalisering ouderenpsycholoog
*Afgelopen 40 jaar ontwikkeld tot onmisbare discipline binnen ouderenzorg. Enige niet medische
academische behandelaar. 2600 ouderenpsychologen in NL. meer aandacht voor
ouderenpsychologie in masters psychologie vanwege toename vraag ivm vergrijzing.
*probleem: aantal BIG-geregistreerde psychologen in deze sector is laag, weinig opleidingsplekken
*sinds 2009 profielopleiding aangeboden, kan door alle gz-psychologen gevolgd worden. En
psychologen met veel werkervaring kunnen na toetsing ook in aanmerking komen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller deborahvanvliet92. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.