Opbouwdocument Theoretisch kader: lijst met
variabelen t.b.v. de beeldvorming over Financieel
perspectief in besturen
In dit sjabloon verwerkt u gedurende diverse taken, en a.h.v. opdrachten die daartoe
expliciet zijn geformuleerd, de aangeboden literatuur. Het sjabloon is dus te zien als
een opbouwdocument / groeidocument, waarin u telkens inzichten uit de nieuw
beschikbaar gestelde literatuur aanvult. U gaat dit opbouwdocument één keer voor
feedback indienen. Het document wordt niet beoordeeld en telt dus niet mee in het
eindcijfer voor de cursus Asm4). Uiteindelijk vormt dit document wel een bijlage van uw
managementrapport. Als u voor een opdracht dit sjabloon moet uploaden, vul dan
steeds uw gegevens en de opdrachtgegevens in.
Opdrachtnummer (taak, 8.3
opdracht)
Opdrachtnaam (indien van Opbouwdocument Financieel
toepassing) perspectief in besturen
Datum van inzending 19 januari 2020
Voor- en achternaam
Studentnummer
Telefoon privé en/of zakelijk
Email-adres(sen)
Tutor/begeleider
Duopartner (Voor- en achternaam; n.v.t.
studentnummer)
A. Inventarisatie aandachtspunten vanuit de literatuur
1 Het mainstream normatieve finance perspectief
Eigen uitwerking
Het normatieve finance perspectief, volgens Rankin et al. (2012), geeft aan hoe iets
zou moeten zijn door voorschriften te geven voor de praktijk. Dit perspectief is gestoeld
op theoretische principes en niet zozeer op hedendaagse praktijken binnen
organisaties. Voor organisaties kan het dus lastig zijn om te bepalen welk principe van
toepassing is voor een gegeven situatie, markt, organisatie of doelstelling.
1.1 YouTube filmpjes van mr. Irfanullah (opdracht 1.3)
Eigen uitwerking
Bij stap 2 gaat het om een globalere strategie om de doelstellingen te bereiken. Dus
wel het uitbreiden, maar nog niet de keuze voor pilates,
Bij Investment Opportunities (stap 3) gaat het om het identificeren van meerdere
projecten die kunnen bijdragen aan de Strategic Planning en het Corporate Goal.
Dus niet alleen Pilates zou hier een optie zijn.
Studentnr ASM4 1
, In de Preliminary Screening (stap 4) valt dan een aantal projecten af, bv. omdat al
snel duidelijk is dat ze niet uitvoerbaar zijn.
“Capital budgeting” is het proces van het analyseren van projecten om op grond van
het ‘capital budget’ een besluit te nemen. Typering van de twaalf stappen in het
“capital budgeting” proces zijn het identificeren van:
1. Corporate goal
2. Strategic planning
3. Investment opportunities
4. Preliminary screening
5. Financial appraisal, quantitative analysis, project evaluation or project analysis
6. Qualitative factors, judgements and gut feelings
7. Accept/Reject decisions based on the projects
8. Accept
9. Implementation
10. Continue, expand or abandon project
12. Post-implementation audit.
Een criterium is dat het project de “shareholder’s value” dient te maximaliseren
(Irfanullah, 2012) .
“Capital budgeting” is belangrijk omdat het:
1. De strategische richting van een organisatie bepaalt.
2. De flexibiliteit voor meerdere jaren afneemt, gezien de resultaten voortzetten.
3. Om grote uitgaven gaat.
4. Tot serieuze consequenties kan leiden wanneer verkeerde beslissingen worden
genomen.
Projecten kunnen als volgt worden geclassificeerd:
a. Vervanging vanwege onderhoud van de ‘business’
Doorgaans worden deze projecten uitgevoerd zonder een uitvoerig
besluitvormingsproces
b. Vervanging vanwege kostenreductie
Besluiten zijn discretionair en vereist gedetailleerde analyses.
c. Uitbreiding van bestaande producten of markten
(1) Vereist expliciete ‘forecast’ van de groei in vraag
(2) Vereist gedetailleerde analyses
(3) Het definitief besluit wordt vaak op een hoger niveau genomen binnen de
organisatie
d. Uitbreiding door nieuwe producten te ontwikkelen of nieuwe markten aan te
boren
(1) Vereist het gebruik van grote bedragen met vertraagde ‘payback’s
(2) Vereist gedetailleerde analyses
(3) Het definitief wordt vaak op een hoger niveau genomen binnen de
organisatie
e. Veiligheids- en/of milieuprojecten
(1) Verplichte investeringen: uitgaven zijn noodzakelijk om te voldoen aan
overheidseisen, arbeidsovereenkomsten of het verzekeringsvoorwaarden
(2) Vaak leveren deze projecten geen inkomsten op
f. Research and Development
(1) Cash flows zijn vaak te onzeker
(2) Kan worden ingezet middels een ‘decision-tree’ analyse en ‘real options
approach’
Studentnr ASM4 2
, g. Lange termijn overeenkomsten
(1) Kosten en opbrengsten zullen toenemen over meerdere jaren
(2) Een DCF- (Discounted Cash Flow) analyse kan worden ingezet
Projecten kunnen op twee manieren worden gezien:
1) “Mutually exclusive projects”
Het kiezen voor het ene project, betekent het uitsluiten van het andere. De
reden hiervoor is de cash flows van een project ongunstig beïnvloed kan worden
door het accepteren van het andere project.
2) “Independent projects”
Ieder project dat voldoet aan de criteria mag worden geaccepteerd. De reden
hiervoor is omdat de cash flows van de projecten elkaar niet beïnvloeden.
Er zijn zes methoden om projecten te rangschikken:
1. “Payback”
De berekening is gebaseerd op hoe lang het duurt voordat de investering zich
terug betaalt, door de cash flows van projecten toe te voegen aan de kosten
totdat de cumulatieve cash flow voor het project positief uit komt.
Het voordeel is dat een indicatie van de risico’s en liquiditeit zichtbaar gemaakt
kan worden en het gemakkelijk is om te berekenen en te begrijpen.
Het nadeel is de waarde van geld op dat moment niet meegenomen wordt in de
berekening. Ook worden de cash flows die na de “pay back” op treden niet
meegenomen.
2. “Discounted payback”
Bij deze berekening geldt een cash flow met disconteringin plaats van ‘ruwe cash
flows’. Een nadeel van de payback methode wordt dus weggenomen.
3. Net Present Value (NPV)
Deze berekening maakt een inschatting van de verwachte cash flows (inflows en
outflows). Hiernaast wordt het risicogehalte van de cash flows beoordeeld. Tot
slot kan worden bepaald wat de gepaste ‘cost of capital’ wordt. Het resultaat is
de som van de “present values” van alle cash inflows en outflows van een
project.
“Net” (onbelast) betekent “netting out of the present value”. Als de NPV positief
is, dan is het een goed project. De formule: “NPV = PV of inflows – outflows =
Net gain in wealth”
“Independent projects” met een NPV waarde van > 0 worden geaccepteerd.
“Mutually exlusive projects” met een zo hoog mogelijke positieve waarde wordt
geaccepteerd.
4. Internal Rate of Return (IRR)
De IRR is de disconteringsvoet waarbij de NCW (of NPV) gelijk is aan 0.
5. Modified Internal Rate of Return (MIRR)
Niet besproken in de video’s.
6. Profitability Index (PI)
De formule: PV (present value) van toekomstige cash flows / initiele kosten = PI.
Projecten met een PI-waarde van > 1.0 mogen geaccepteerd worden. Hoe hoger
de PI hoe hoger dit project wordt gerangschikt (Irfanullah, 2012).
2 Het normatieve Financial Accounting perspectief
Standaarduitwerking
- Normatieve theorie: geeft aanbeveling over/ schrijft voor wat zou moeten gebeuren
uitgaande van een specifiek doel of doestelling. Een normatieve theorie is niet
Studentnr ASM4 3
, noodzakelijkerwijs gebaseerd op observatie en gaat niet uit van hoe dingen zijn, maar
hoe ze zouden moeten zijn.
2.1 Deegan en Unerman (2011), tekst 1.1
-pagina's 24-29 (Opdracht 1.4)
Standaarduitwerking
-De IASB en de Amerikaanse regelgever de FASB (Financial Accounting Standard
Board) werken vanaf 2006 gezamenlijk aan een herziening van het bestaande
International Accounting Standards Board Framework for the preparation and
Presentation of Financial Statements (IASB Framework).
-Conceptueel raamwerk: deze schrijft de aard, het doel en de grenzen voor van
financiële verslaggeving. Het conceptueel raamwerk is in wezen accountingtheorie; het
schrijft voor hoe verslaggeving er uit zou moeten zien. Het raamwerk is een
samenhangend systeem van concepten die voortvloeien uit een doel.
-Een framework moet in een bepaalde volgorde worden ontwikkeld: zie figuur 6.1
reader pag 28.
-hoewel een zuiver normatieve benadering wordt verondersteld bij het vormgeven van
een framework worden bepaalde delen van frameworks, onder druk van
belangengroeperingen, meer beschrijvingen van hetgeen in de praktijk gebeurt.
Studentnr ASM4 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller w0w0weew0w. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.