100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting tandheelkunde Bsc jaar 1 Cyclus 1.1.4. $17.20   Add to cart

Summary

Samenvatting tandheelkunde Bsc jaar 1 Cyclus 1.1.4.

 27 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een samenvatting van de kennisclips en versatest modules behorend bij cyclus 1.1.4. Ook zijn er aantekeningen bij van colleges. Tandheelkunde Groningen nieuw curriculum.

Preview 4 out of 47  pages

  • February 21, 2023
  • 47
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
THK LTK 1.1.4.
Anatomie
Contactmoment 0164
Voorbereiding
Kennisclip: Anatomical terms – Drawn and defined
De anatomische positie is de standaard positie waarin structuren worden uitgelegd en beschreven.
• De persoon staat rechtop met de armen langs het lichaam en palmen naar voor. De voeten wijzen naar voor
en staan recht naast elkaar op heupbreedte.

Anatomische termen -> Richtingen
• Links en rechts: Wordt gebruikt vanuit het oogpunt van de patiënt.
• Anterieur of ventraal: Voorkant van het lichaam.
• Posterior of dorsaal: Achterkant van het lichaam.
• Superior: Naar boven of richting het hoofd.
• Inferieur: Naar beneden of richting de voeten.
• Proximaal en distaal: Worden gebruikt wanneer je 2 plekken op hetzelfde ledemaat beschrijft.
o Proximaal: Dichter bij waar de armen of benen vastzitten aan de romp.
o Distaal: Verder van de plek waar de armen of benen vastzitten aan de romp af.
• Mediaal en lateraal: Worden gebruikt om 2 punten aan 1 kant van het lichaam te beschrijven.
o Mediaal: Punt dichter bij de middenlijn.
o Lateral: Verder weg bij de middenlijn.

De 4anatomische vlakken:
• Sagittaal: Verdeelt het lichaam in links en rechts.
o Midline als hij door het midden gaat en anders para-sagittaal.
• Frontaal: Verdeelt het lichaam in anterieur en posterior.
• Transverse: Verdeelt het lichaam in superior en inferieur.
• Oblique: Verdeelt het lichaam op een schuine manier.

Aantekeningen
Benamingen:
• Type structuur:
o Slagader: Arteria (a. / mv: aa.).
o Ader: Vena (v. / mv: vv.).
o Zenuw: Nervus (n. / mv: nn.).
o Spier: Musculus (m. / mv: mm.).
o Bot: Os / ossa.
• Vorm, verloop of ligging:
o Cavitas: Holte.
o Longus: Lang.
o Brevis: Kort.
o Major: Groot.
o Minor: Klein.
o Rectus: Recht.
o Obliquus: Schuin.
o Superficialis: Oppervlakkig.
o Profundus: Diep.

,Contactmoment 0205
Voorbereiding
E-module: Mediastinum
Borstholte: Beschrijft de ruimte tussen het sternum, ruggenmerg, thoracale ingang en borstkast.
• Bestaat uit twee caviteiten voor de longen (pleurale caviteiten) en het mediastinum (locatie van het hart).
• Het diafragma is een sheet van spieren die onder de longen zit.
o Het scheidt de borstholte van de buikholte.
o Speelt een belangrijke rol bij ademen: Contractie drukt organen naar
beneden, wat caviteit groter maakt en een vacuüm creëert. Bij relaxatie
verdwijnt dit.
• Thoracale ingang: Botten aan de bovenkant van de borstkast.
o Gevormd door eerste ribben.
• Sternum (borstbeen): Stabiliseert de borstkast.

Het mediastinum is de centrale caviteit in de borstkas:
• Superior mediastinum: Ligt de aortaboog, tracheale bifurcatie en bovenste holle ader.
• Anterieur mediastinum: Ligt de thymus en interne thoracale vaten.
• Midden mediastinum: Ligt het hart, hartzakje (pericardium), middenrif zenuwen en
begin van de aorta etc.
• Posterior mediastinum: Ligt slokdarm, onderste holle ader en deel aorta.

Het pericardium is een zakje in het mediastinum. Het omringt strak het hart en grote vaten hierin.
• Het pericardium bestaat uit 3 lagen en een caviteit:
o Sereuze pericardium: Produceert en reabsorbeerd pericardiale vloeistof en bestaat uit 2 lagen.
▪ Viscerale laag: Zit strak om hart, produceert meeste pericardiale vloeistof en wordt ook wel
epicardium of viscerale sereus pericardium genoemd.
▪ Pariëtale laag: Vormt het midden van de pericardium, reabsorbeerd pericardiale vloeistof en
wordt ook wel pariëtale sereus pericardium genoemd.
• Het middenzenuwrif draagt pijnsignalen van de pariëtale laag.
o Pericardiale caviteit: Ruimte tussen viscerale en pariëtale laag.
▪ Gevuld met pericardiale vloeistof en zorgt voor minder wrijving en beweging van het hart.
o Fibreuze pericardium: Buitenste laag van dik weefsel en houdt hart op z’n plek.
▪ Sternopericardiale liagmenten: Verbindt het pericardium met het borstbeen.
▪ Pericardiophrenic ligament: Verbindt het pericardium aan het diafragma.
▪ Adventitia: Versmelt het pericardium met adventitia (buitenste laag
bloedvat).

Het hart heeft 5 zijdes:
• Anterieur: Rechterhartkamer (ventrikel).
• Diafragmatisch: Linker- en rechterhartkamer (ventrikel).
• Base: Linkerboezem (atrium).
• Rechter pulmonaal: Rechterboezem (atrium).
• Linker pulmonaal: Linkerboezem (atrium) en hartkamer (ventrikel).
• Apex: Linkerhartkamer (ventrikel).

E-module: Anatomie van het hart
Anatomie buitenkant:
• Linker atrium: Linker boezem.
• Rechter atrium: Rechter boezem.
• Linker ventrikel: Linker kamer.
• Rechter ventrikel: Rechter kamer.
• Vena cava superior: Bovenste holle ader.
• Vena cava inferior: Onderste holle ader.
• Atrioventriculaire groeve: Onderscheidt grens tussen atria en kamers.
o De anterieure interventriculaire groeve scheidt de linker- en rechterkamer.

,Linker atria:
• Bevat zuurstofrijk bloed.
• Ontvangt bloed vanuit arteriaa pulmonalis.
• Mitralisklep: Beheerst de bloedstroom en zit tussen linker atrium en ventrikel.
• 4 longaders monden uit in het linker atrium.

Rechter atria:
• Twee grote aders gaan deze kamer binnen en brengen zuurstofarm bloed.
o Superior vena cava: Bovenste holle ader brengt bloed van bovenste deel lichaam.
o Inferieur vena cava: Onderste holle ader brengt bloed van onderste deel lichaam.
• Crista terminalis: Eindkam verdeeld de delen van de rechterboezem.
o Musculi pectinati: Kamvormige spier.
• Interatrial septum: Muur tussen linker en rechterkamer.

Linkerventrikel:
• Krijgt bloed uit het linker atria en stuurt zuurstofrijkbloed naar de aorta.
• Mitralisklep: Bicuspidaal klep/atrioventriculaire klep.
o Zit tussen linker atria en ventrikel.
o Bevat een kraakbeenring -> Anulus fibrosis.
• Aorta: bevat zuurstofrijk bloed.
o 3 halvemaanvormige kleppen.

Rechterventrikel:
• Krijgt zuurstofarm bloed uit het rechter atria en stuurt dit naar de longen.
• Atrioventriculaire kleppen -> Tricuspidaal kleppen: Tussen atria en ventrikel.

De aorta bevat zuurstofrijk bloed.
• Thoracic aorta: Het grootste deel wat zuurstofrijk bloed het lichaam in brengt.
o Ascending aorta: Begint bij de linkerkamer en begin van de aorta.
▪ Vanuit de ascending aorta gaat er een rechter en linker kransslagader over het hart.
o Aortaboog: Het kromme bovenste gedeelte van de aorta in een sternale hoek.
▪ Truncus brachiocephalicus: Komt direct uit de boog en verdeelt zich in carotis communis
dextra (gaat naar hoofd) en arteria subclavia dextra (gaat via sleutelbeen naar eerste rib).
▪ Carotis communis sinistra: Gaat richting het hoofd/hals.
▪ Arteria subclavia sinistra: Gaat direct vanaf de boog.
o Descending aorta: Begint bij 4e rib en eindigt bij 12e in het diafragma.

Overige grote vaten:
• Vena cava superior: Brengt zuurstofarm van weefsels boven diafragma in de rechterboezem.
• Vena cava inferior: Brengt zuurstofarm van weefsels onder diafragma in de rechterboezem (8e wervel).
• Arteria pulmonaris: Longslagader die zuurstofarm bloed van rechter kamer naar longen brengt.
• Venae pulmonariae: Longaders die zuurstofrijk van longen naar linkerboezem brengen. Zijn er meestal 4 (2
per long).

Arteria coronaria dextra: RCA Stamt af van ascending aorta bij de sinus.

Arteria coronaria sinistra: LCA begint bij de ascending aorta. Verdeelt zich in 2.
• Ramus interventricularis anterior: Volgt de anterieure groeve.
• Ramus circumflexus sinister: Gaat langs de andere groeve posterior richting base/diafragmatisch deel.

, Aantekeningen
Holte: Cavitas.
• Cavitas thoracis bestaat uit cavitas pleuralis en mediastinum.

Er zijn twee type bloedsomlopen:
• Longcirculatie: Kleine bloedsomloop. Zuurstofarm -> Zuurstofrijk.
• Systemische bloedsomloop: Grote bloedomloop. Zuurstofrijk ->
Zuurstofarm.

Hart termen:
• Het septum scheidt de linker- en rechterharthelft.
• Anuli fibrosi: Bindweefselringen met atrioventriculaire openingen.
o Vormt bindingsplaats voor hartkleppen.
o Geleidt geen elektrische signalen. Door de bundel van his
gaat een puls vanuit de sinusknoop naar de ventrikels.
• Atrium dextrum: Ontvangt zuurstofarmbloed.
o Vanuit vena cava superior, vena cava inferior en sinus
coronarius.
• Ventriculus dexter: Pompt zuurstofarmbloed naar de longen.
o Dit gaat via truncus pulmonalis -> a. pulmonalis dextra en – sinistra.
• Atrium sinistrum: Ontvangt zuurstofrijkbloed van de longen.
o Dit gaat via vv. pulmonales -> Dextra 2x en sinistra 2x.
• Ventrikulus sinister: Pompt zuurstofrijkbloed naar het lichaam.
o Via de aorta.

Pericardium: Hartzakje.
• Pericardium vibrosum: Buitenste laag.
• Pericardium serosum lamina parietale: Binnenste laag.
• Pericardium serosum lamina viscerale: Dun laagje op het hart als je het hartzakje opensnijdt.
o Tussen pericardium serosum lamina parietale en -viscerale zit de pericardholte.
o Deze twee lagen bestaan uit een geheel maar er zit ruimte tussen waarin vloeistof zit.

Naast het pericardium heeft het hart andere lagen:
• Endocardium -> Myocardium -> Epicardium -> Pericardiale ruimte -> Pericardium -> Hart.

Myocardium: Hartspier.
• Linkerventrikel heeft een dikkere hartspier.
• Endocardium is de binnenbekleding van het hart. De hartkleppen zijn hier ook van gemaakt.

Hartkleppen:
• Reguleren de bloedstroom in en van het hart.
• Zitten vast aan de anuli fibrosi.
• Slecht doorbloed.
• Bekleed met endocardium.
• Valvae atrioventriculares: Tussen atria en ventrikel.
o Verbonden met myocard.
o 2 kleppen.
• Valvae semilunares (halvemaan): Kleppen aan begin truncus pulmunaris en aorta.
o 3 kleppen.
• Ventrikeldiatole: Rust (kleppen open) en Ventrikelsystole: Samentrekken.
o Als een ventrikel samentrekt, doen de musculi papillares dit ook.
o Met chorda tendinae zijn deze verbonden en die komen op spanning.
o Hierdoor slaan de kleppen niet door in het atrium.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melikaseinen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $17.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83750 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$17.20
  • (0)
  Add to cart