In dit document vind je alle leerdoelen, inclusief de nodige wetsartikelen en jurisprudentie ter voorbereiding van jouw tentamen. Vak afgerond met een 7.
Week 1
De betekenis van het Benthem-arrest voor het stelsel van bestuursrechtspraak uitleggen;
Hierin werd bepaald dat het Kroonberoep niet voldeed aan de juridische procedure
gestelde eisen van art. 6 EVRM
Geschiedenis rechtsbescherming tegen de overheid
Rechtsbescherming tegen de overheid is altijd sterk verbrokkeld geweest
Ontwikkeling naar onafhankelijke bestuursrechtspraak --> Benthem-arrest (AHRM 1985)
De functies en kenmerken van het bestuursprocesrecht uitleggen;
Rechtsbeschermingsfunctie: bescherming van de individuele rechtspositie van de
burger in relatie tot de overheid
Toezichtfunctie: het controleren door de rechter van de rechtmatige uitoefening van
bestuursbevoegdheden. Bestuursbevoegdheden kunnen ingrijpen in de rechtspositie
van burgers en burgers hebben het recht op een rechtmatige
bevoegdheidsuitoefening.
Voor de inwerkingtreding van het Awb- bestuursprocesrecht speelde de
toezichtfunctie van bestuursrechter een belangrijke rol. De bestuursrechter
zag
erop toe dat het bestuursorgaan in overeenstemming met de
bestuursrechtelijke
regelgeving handelde. Hij controleerde het handelen van het bestuur als het
ware op
rechtmatigheid.
2 Verboden:
De rechter mag niet buiten de grenzen van de door de aanklager naar
voren gebrachte punten van geschil treden --> ultra petitia.
Er kan dan nog hoger beroep worden aangetekend
Reformatio in peius: De indiener van het beroepsschrift mag niet in
een slechtere positie worden gebracht dan zonder het instellen van
beroep mogelijk zou zijn geweest.
Huidig leidend principe: streven naar finale (definitieve) geschilbeslechting
o De rechter brengt een einde aan t geschil
Centrale beginselen van het bestuursprocesrecht
o Het verdedigingsbeginsel (art. 8:69 lid 1 Awb)
o Beginsel van hoor en wederhoor.
o De rechter kan niet beslissen ogv stukken die aan partijen onbekend zijn. Partijen
moeten bovendien kunnen reageren op alle stukken.
o Ambtshalve aanvullen van rechtsgronden door de rechter (ius curia novit) (art. 8:69 lid 2
Awb)
, o De rechter kent het recht en moet dit ambtshalve toepassen. De verplichting tot het
ambtshalve aanvullen van rechtsgronden komt erop neer dat de bestuursrechter
door appellant aangevoerde feitelijke gronden zal moeten vertalen in juridische
gronden.
Begrippen als het gelijkheidsbeginsel etc. zullen dan worden uitgelegd.
o Niet-lijdelijkheid van de bestuursrechter (ambtshalve de feiten aanvullen) (art. 8:69 lid 3
Awb)
o De bestuursrechter mag de feiten aanvullen, maar is hiertoe niet verplicht. Door het
aanvullen van feiten kan hij ongelijkheidscompensatie bieden.
Bijvoorbeeld: Anne heeft beroep ingesteld tegen de
uitbreiding van de Efteling nu de gemeente Loon op
Zand heeft besloten
toestemming te verlenen voor deze uitbreiding. Zij
vreest voor de
geluidsoverlast die de uitbreiding met zich zal mee
brengen door de komt van
nieuwe attracties. De bestuursrechter heeft in feiten in
de overgelegde
stukken van partijen gezien en gelezen, maar schakelt
een deskundige in om
te bepalen welke geluidsniveaus verwacht kunnen
worden door de komst van
nieuwe attracties.
o Vrijebewijsleer
de vrijebewijsleer brengt enerzijds met zich mee dat het
bestuursprocesrecht nagenoeg geen formeel bewijsrecht kent.
Anderzijds ziet de vrijebewijsleer op het materiële bewijsrecht. Het
gaat dan vooral om vragen van bewijslast en bewijswaardering. De
vrijebewijsleer brengt dus met zich mee dat de bestuursrechter veel
vrijheid heeft bij de bewijsgaring, bij het
verdelen van de bewijslast en de bewijswaardering. Bij de
vrijebewijsleer moet
je het bewijs aannemelijk maken, je hoeft het niet wettig te bewijzen
zoals bij
het strafrecht.
In een geschil gemotiveerd aangeven welke voorprocedure en
rechtsbeschermingsprocedure van toepassing is;
Behandeling van beroep bij gewone procedure:
o Art. 8:6 Awb --> beroep wordt ingediend bij de rechtbank enkelvoudige
kamer (8:10 lid 1 Awb). Mits te complex, dan door naar de meervoudige
kamer ( 8:10 lid 2 Awb).
o Vooronderzoek
de procedure wordt ingeleid door een beroepschrift van een
belanghebbende. Het beroepschrift wordt door de rechtbank
toegezonden aan het
verwerende bestuursorgaan op grond van art. 6:14 lid 2 Awb. Binnen
vier weken na
de dag van verzending van het beroepschrift aan het bestuursorgaan
zendt het bestuursorgaan de op de zaak betrekking hebbende stukken
, naar de rechtbank en dient het een verweerschrift in zoals bedoeld in
art. 8:42 lid 1 Awb.
Kenmerkend voor de fase van het vooronderzoek is het ruime
arsenaal discretionaire onderzoeksbevoegdheden dat de
bestuursrechter ter beschikking heeft. Hij heeft de bevoegdheid om
partijen op te roepen om mondeling of schriftelijk inlichtingen te
verstrekken (art. 8:44 en 8:45 Awb), de bevoegdheid om getuige op te
roepen (art. 8:46 lid 1 Awb), de bevoegdheid om deskundigen, arts-
deskundige(n) en tolken te benoemen (art. 8:47 t/m 8:49 Awb) en de
descente bevoegdheden (art. 8:50 en 8:51 Awb). Al deze
bevoegdheden worden
uitgeoefend in het kader van het vooronderzoek.
Aan de hand van deze bevoegdheden kan tijdens het vooronderzoek
een goed gedocumenteerd procesdossier worden opgesteld.
o Onderzoek ter terechtzitting
in de gewone procedure is een onderzoek ter terecht zitting een regel.
Voor het onderzoek ter zitting is een aantal formele regels opgesteld.
Zo moeten partijen ten minste drie weken voor de zitting voor dit
onderzoek worden uitgenodigd op grond van art. 8:56 Awb. Is de
zittingsdatum vastgesteld, dan kunnen tot tien dagen voor de zitting
nadere stukken worden ingediend door partijen op grond van art. 8:58
Awb. Partijen kunnen zelf bepalen of zij aanwezig willen zijn bij de
zitting. Als de bestuursrechter vindt dat hij voldoende kennis heeft
kunnen nemen van de voor het doen van de uitspraak relevante
standpunten en feiten, dan sluit hij het onderzoek ter zitting op grond
van art. 8:65 Awb. Na 6 weken zoals bedoeld in art. 8:66 lid 1 Awb. De
bestuursrechter kan echter ook direct een mondeling uitspraak
doen op grond van art. 8:67 Awb.
Aangeven welke rechter in een geschil in eerste aanleg absoluut en relatief competent is;
Absolute competentie --> art. 8:1 jo 8:6 Awb --> de hoofdregel is dat de
rechtbank sector bestuursrecht bevoegd is, tenzij er een andere bestuursrechter
bevoegd is o.g.v. art. 8:6 lid 1 Awb. Wanneer is er dan een andere rechter
bevoegd? Dat vind je in bijlage 2 Awb. Hier kan je per bijzondere rechter zien bij
welk besluit hij bevoegd is.
Relatieve competentie --> art. 8:7 Awb
o Zetelaanknoping: heb je een probleem met een besluit van de decentrale
overheid (provincie, gemeente, waterschappen)? Dan ga je proberen in het
rechtsgebied waar het bestuursorgaan zetelt. Stel je hebt een probleem met
het college van B&W in Den Bosch, dan ga je procederen bij de rechtbank
Oost-Brabant in Den Bosch --> art. 8:7 lid 1 Awb
o Woonplaatsaanknoping --> heb je een probleem met een besluit van het
rijk? Dan ga je procederen in het rechtsgebied waar jij woont --> art. 8:7 lid 2
Awb.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Britaa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.85. You're not tied to anything after your purchase.