100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Mens in interactie $11.24
Add to cart

Summary

Samenvatting Mens in interactie

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

1. Zintuigen 2. Zenuwstelsel en beweging 3. Hormonaal stelsel 4. Ethologie

Preview 4 out of 49  pages

  • February 21, 2023
  • 49
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting BIO mens in interactie
Zintuigen
Reageren is inspelen op je waarnemingen, die komen van binnen en buiten het lichaam. Het is een
samenspel tussen zintuigen, zenuwstelsel en spieren.

1. Zintuigen
Om te beschermen inspelen op omstandigheden. Waarneming via receptoren/sensoren in zintuigen.
Deze ontvangen de prikkel en vertalen naar impuls zodat verwerken impulsen in hersenshors. Altijd
omgezet naar elektriciteit.

Prikkel omgezet in impuls als prikkeldrempel receptor bereikt is. Hoe groter prikkelsterkte, hoe meer
impulsen per tijdseenheid, maar elektrische sterkte verandert niet.

Types receptoren
o Chemische receptoren
 Gevoelig voor verandering van chemische samenstelling rond cellen en veroorzaakt door
reukstoffen, smaakstoffen, CO2, O2 en zuren. Vb: Smaakzintuigcellen, reukzintuigcellen en
chemosensoren in aorta
o Mechanische receptoren
 Geprikkeld bij verandering van eigen celvorm, deze vormverandering oiv mechanische
krachten zoals: druk, trillingen, trekspanning en bewegingen omringende vl. Vb: Pijn, tast en
drukzintuigen, bloeddruksensoren in aorta, rekkingssensoren in spieren
o Temperatuurreceptoren
 Registreren verandering T, in de huid warmte- en koudezintuigen. Tzintuigen in huid en
zenuwstelsel (geprikkeld door Tverandering bloed)
o Lichtreceptoren
 Verandering van licht is prikkel en receptor in oog is fotoresensor.

Adequate prikkels = soort prikkel waarvoor receptor in zintuig gespecialiseerd is.
Specialisatie van zintuigen
 Neus voor ruiken (reukzintuig)
 Oren voor horen en stand van hoofd en lichaam (gehoorzintuig en evenwichtszintuig)
 Tong voor proeven, druk, tast en temperatuur (smaakzintuig en tastzintuig)
 Huid voor huidgevoel met druk, tast, temperatuur, pijn en trilling (gevoelszintuig)
 Ogen voor zien (gezichtszintuig)

1.1. Neus
Reukslijmvlies bevat 100 miljoen reukzintuigcellen en zijn chemische receptoren. Uitlopers van
zintuigcellen in bundeltjes naar reukzenuw in schedelholte. Vluchtige stoffen in ingeademde lucht
lossen op in slijmvlies. In opgeloste vorm chemische verbinding met trilharen zintuigcellen.
Verbinding vormt prikkel die door zintuigcellen in impulsen worden omgezet. Impuls bereikt via
reukzenuw het centrale zenuwstelsel.


1. Hersenen
2. Reukzenuw
3. Neusholte
4. Geurstoffen
5. Reukkolf (uiteinde reukzenuw)
6. Zeefbeen
7. Uitlopers van reukzintuigcellen
8. Reukzintuigcel
9. Slijmvliescel
1 10. Slijm
11. Trilharen van reukzenuw

, 1.2. Oren
2 mechanische receptoren: geluidstrillingen opnemen (gehoorzintuigcellen) en beweging hoofd
waargenomen (evenwichtszintuigcellen).

Buitenoor (prikkelopvangend)
Oorschelp, uitwendige gehoorgang en trommelvlies

Middenoor als prikkelgeleidend deel
Trommelholte met samenhangende gehoorbeentjes door beweeglijke gewrichtjes: hamer, aambeeld
en stijgbeugel. Trilling trommelvlies brengt beentjes ook in trilling en wordt door beetjes 20x
versterkt. Spiertje aan trommelvlies dempt het hard geluid. Trommelholte met buis van Eustachius
verbonden naar buitenwereld en mondt uit keelholte. Gelijkstelling van binnen- en buitendruk.

Binnenoor (prikkelverwerkend)
Receptoren in slakkenhuis en hier gevuld met vocht dat trillingen naar zintuigcellen geleidt en
trillingen omgezet in impulsen via gehoorzenuw naar centrale zenuwstelsel. Binnenoor in contact
met middenoor door vlies.
Hier ook envenwichtzintuig. Receptoren verspreid in 3 halfcirkelvormige kanalen die haaks
op elkaar staan. Kanalen gevuld met vocht en otolieten (kristalvormige gehoorsteentjes).
Wanneer stand hoofd verandert, bewegen gehoorsteentjes oiv zwaartekracht en worden
sensoren geprikkeld. Info nodig om evenwicht te behouden. 1. Oorschelp
2. Gehoorgang
3. Trommelvlies
4. Middenoor of trommelholte
5. Evenwichtsorgaan
6. Slakkenhuis in binnenoor
7. Buis van Eustachius
8. Keelholte
9. Hamer
10. Aambeeld
11. Stijgbeugel
12. Basis van halvecirkelvormige kanalen
13. Halvecirkelvormige kanalen

1.3. Tong
Smaakzintuigcellen (chem R) gebundeld met steuncellen tot smaakknop (10 000) en liggen in
concentraties bij elkaar = smaakpapillen. De zintuigcellen worden chem geprikkeld door stoffen die
op slijmlaag mond oplossen. Zo prikkel door chem verbinding met trilharen van zintuigcellen.
Omzetting van prikkel naar impuls door zintuigcellen en doorgifte via smaakzenuw naar centrale
zenuwstelsel.

Smaken
Elke smaak heeft aparte smaakzintuigcel in smaakknop en elke smaakpapil kan elke smaak of combo
waarnemen  zout, zoet, bitter, zuur en umami (hartig).
Proeven
Combo’s van voedingsstoffen smaakgewording beïnvloeden, zout+suiker= smakeloos en
zuur+suiker=smakeloos. Ook reuk, druk, tast en Tsensoren tong hebben invloed. Wat je proeft wordt
beïnvloed door wat je voeld  mondgevoel (zacht, klonterig).

1. Strotklepje
2. Keelamandel
3. Tongamandel dus lymfatisch
weefsel aan tongbasis
4. Smaakpapil
5. Smaakknop
6. Smaakzintuigcellen
7. Tongslijmvlies
8. Slijm
2
9. Trilharen
10. Afferente zenuwvezel dus
richting hersenen

,1.4. Huidgevoel en pijn
Huid is groot zintuigorgaan met veel receptoren in lederhuid.
Tastzintuigen (mechan R)
= Waarneming aanrakingen, voelen met je haren omdat aan basis haar een tastR zit.

Drukzintuigen (mechan R)
= Waarneming van duwkracht en belangrijk regelen kracht iets vastnemen. In combo met tastZ ook
trillingen waarnemen (variaties in P).
Warmte en koudezintuigen (TR)
= Bij iets koud staat huid warmte af, voel je met koudeZ. Huid
warmer in warmte opnemen omgeving, voel je met warmteZ.
Zijn vrij eindigende zenuwuiteinden. Ook TR in slijmvlies mond,
keel, neus, slokdarm en iris oog en rond hersenen.

Zenuwuiteinden en zenuwvezels (pijnR)
= pijnR die reageren op beschadiging weefsel. Prikkeling
veroorzaakt pijnsensatie. Hevige pijn bij zenuwbeschadiging .

1. Koudezintuig
2. Drukzintuig van gevoelige plaatsen
3. Drukzintuig van huidspanning
4. Opperhuid
5. Vrije zenuwuiteinden van pijnzintuigen en warmtezintuigen
6. Tastzintuig van gevoelige plaatsen
7. Tastzintuig van fijne tastzin
8. Lederhuid
9. Tastzintuig van haar

1.5. Ogen
Oog-handcoördinatie = samenwerking van visuele waarnemingen en besturing van spieren.
Belang van oog voor mens
o 70% van R in oog en lichtR achter oogbol
o 66% van hersenen (in)direct gelinkt met zien
o Ondersteuning van oogbol door steunorganen (spieren, oogleden en traanaparaat)
o Belangrijke lichtreceptoren op netvlies

Historie
Tijd Persoon Gebeurtenis

Oog zond deeltjes uit naar dingen die je zag.

427-347 v.C. Plato Netvlies was voedende laag van glasachtig lichaam.

Lens onderdeel om te zien.

1571-1630 Kepler Beeld door ooglens wordt op netvlies geprojecteerd en door gevoeligeorgaantjes gezien.

Newton, Huygens, Foucault en
17e eeuw Snell
Ontdekking fenomeen licht en lichtbreking.


Uitvinding van ophthalmoscoop (oogspiegel) om teruggekaatst licht van netvlies op te vangen.
1821-1894 von Helmholtz
Uitvinding van ophtalmometer (oogmeter) om accommodatie van oog te bepalen.




3

, 1.5.1. Bouw van oog
Bolvormig met 24 mm doorsnede, met uitpuiling aan voorkant 25 mm doorsnede. De optische as is
denkbeeldige middellijn van voor naar achter door het oog.
3 beschermende lagen:
 Harde oogrok of oogvlies, vaatvlies en netvlies

1. Harde oogrok
Witte, dikke en stevige bindweefsellaag en medehandhaving bolvorm (vloeistofdruk in oog). Oogrok
gaat over doorzichtig hoornvlies en is doorbloed. Hoornvlies sterkere bolling, puilt daarom uit en
geen doorbloeding. Het is doorzichtig en overhang harde oogrok aan voorkant oog. Hoornvlies
vochtig door knipperen, bepaald door aandacht (minder), inspanning en nervositeit (meer). Harde
oogrok aanhechtingplaats van 6 oogspieren die zorgen voor gelijke bewegingen van beide ogen.
Uitzondering door scheel kijken.

2. Vaatvlies
Bekleding van oogrok aan binnenkant. Dun vlies en goede doorbloeding als voorziening van
voedingsstoffen en zuurstof. Ter hoogte van hoornvlies gaat vaatvlies over in platte ring met opening.
Dit is regenboogvlies met in de opening pupil. Voor vaatvlies overgaat in regenboogvlies een
verdikking  straalvormig lichaam.

3. Netvlies
Bekleding binnenkant van vaatvlies en opbouw uit 2 lagen.
o Pigmentlaag
= Dunne bekleding aan binnenkant van vaatvlies en iris. Absorptie van licht door zwarte
pigmentkorrels. Voorin oog pigment wegvanging van licht dat via iris in oog valt. Achterin oog
pigment verhindering dat lichtR te veel licht krijgen
o Zintuiglaag met lichtR
= Bekleding van licht opvangend deel tot aan straalvormig lichaam.

1. Lichtbreking door lens
2. Plaatsing van licht op netvlies
3. Omzetting lichtE naar impulsen door lichtR
4. Overdracht impulsen naar zenuwcellen, hier ontspringen zenuwvezels die op 1 punt
samenkomen en zenuwbundel vormen  oogzenuw die door opening naar hersenen gaat.

Glasachtig lichaam
Heldere geleiachtige substantie achter lens en zorgt voor bepaalde druk van de 3 lagen. Harde
oogrok duwt terug en zo oogbol stevig.

Lens
Achter pupil opgehangen aan vezeltjes, die aan andere kant vastzitten aan straalvormig lichaam.
Vezels zijn lensbandjes. Lens is glashelder gebold met sterke bolling achteraan en niet doorbloed.

Blinde vlek
Plaats waar oogzenuw richting hersenen gaat zonder lichtreceptoren. Ligt in elk oog kant van neus,
niet in spiegelbeeld liggen van elkaar kan er geen zwart gat in gezichtsveld ontstaan. Als je met 1 oog
kijkt geen besef zwart gat, want hersenen vangen dit op.

Gele vlek
Ligt verlengde optische as. Zintuiglaag hier dun met
oppervlakkige lichtR (alleen kegeltjes), daardoor zie je het
1. Zenuwcellen
4
2. Schakelcellen 1. Pincet voor bovenste oogspier
3. Lichtreceptoren 2, 3, 5, 6 en 7. Oogspieren
4. Pigmentlaag 4. Oogzenuw
5. Vaatvlies
6. Harde oogrok

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller martevdv. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.24
  • (0)
Add to cart
Added