100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Breed observeren $5.90
Add to cart

Summary

Samenvatting Breed observeren

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

1. Basiscompetenties en competentieprofiel 2. Waarnemen en observeren 3. Leren 4. Leer-en onderwijsstijlen 5. Communiceren en lichaamstaal 6. Reflecteren en onderzoekend handelen 7. Motiveren

Preview 4 out of 42  pages

  • February 21, 2023
  • 42
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
BREED OBSERVEREN
1. Basiscompetenties en competentieprofiel
1.1 Beroepsprofiel (BP)
Opgesteld door de Vlaamse Overheid.
 bevoegdheid van gemeenschappen met uitzondering; pensioenen, leerplicht en minimale
vereiste diploma.

Beroepsprofiel: houding, kennis en vaardigheden bij zijn beroepsuitoefening.
Beroepscompetenties: omschrijving van houding, kennis en vaardigheden waarover iedere
afgestudeerde leraar moet beschikken om op een volwaardige manier als beginnende
leerkracht te kunnen fungeren.

Kennis, houding en gedrag staan in verband met elkaar.

Interactie tussen leraar, leerling, school en maatschappij = maatschappelijke verwachtingen
 competenties: houding, kennis, bij het uitoefenen van het beroep.

Profiel (functionele gehelen)
Lerende School Maatschappij
 Begeleider van leer-en  Partner voor  Cultuurparticipant
ontwikkelingsprocessen ouders en
 Opvoeder verzorgers
 Inhoudelijk expert  Lid van een
 Organisator schoolteam
 innovator  Partner voor
externen
Begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen
 Leerlingen goed inschatten, doelstellingen bepalen en concreet formuleren,
differentiëren, leerplannen volgen, aangepaste werkvormen zoeken, multimedia gebruiken,
bijsturen en remediëren, omgaan met diversiteit, samen met het team leermiddelen kiezen,
aanpassen en ontwikkelen, observeren en evalueren.

Opvoeder
 Stimuleert een positief leerklimaat, inspelen op maatschappelijke gebeurtenissen en
tendensen, hulp bieden bij problemen, zorgen dat iedereen zich goed voelt in de klas.

Inhoudelijk expert
Kent je vak en je verdiept voortdurend de leerinhouden, weet hoe overbrengen, je brengt
samenhang tussen leergebieden.

Organisator
Kan gestructureerd en stimulerend speel- en leerklimaat bevorderen, goed
klasmanagement, eigen taken plannen, administratieve taken uitvoeren.




1

,Vernieuwer-onderzoeker
 Vernieuwt klaspraktijk op basis van nascholing, eigen ervaring, creativiteit, stelt je eigen
functioneren in vraagt en stelt het bij.

Partner van de ouders
 Kan discreet omgaan met gegevens, zoeken hoe met anderstalige ouders communiceren.

Lid van een schoolteam
 Werkt samen met schoolteam, spreekt taakverdeling af en leeft ze na, denkt met het
schoolteam na over wat gebeurt op school en eigen pedagogische en didactische aanpak.

Lid van de onderwijsgemeenschap
 Neemt deel maatschappelijke debat over onderwijskundige thema’s, op de hoogte van
recente ontwikkelingen in onderwijs en referentiekaders om die ontwikkelingen te duiden.

Partner van externen
 Legt contacten met externen en werkt ermee samen, verschillende soorten gesprekken
voeren afhankelijk van de klas- en schoolcontext.

Mens van de wereld
 Actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch
benaderen.

1.2 Visie
Visie AP = studenten die zichzelf kunnen bijsturen in functie van persoonlijke groei.
Onderzoeks- en reflectievaardigheden, maatschappelijke context aankweken en een ruim
internationaal perspectief (zorgverbreding  diversiteit). Leerling als actieve partner
beschouwen.
Emancipatorische onderwijsvisie:
1. Actief, samenwerkend en zelfgestuurd leren
2. Harmonische en brede vorming
3. Zorgverbreding (diversiteit)

1.3 Competentiemodel (basis- of beroepscompetenties BC)
Eindcompetenties die iedere afgestudeerde student moet behalen voordat hij leraar kan
worden + basishouding (goesting, authenticiteit, open houding, engagement, …)
3 competentiedomeinen:
Reflectie a.d.h.v. vragen:
 Wie is de opdrachtgever van leerkrachten?
 Wat wordt er van een leerkracht (anno 2019) verwacht?
 Wat is een competentie?
 Welke functietypes (of rollen) neemt een leerkracht op?
 Wat is een eindterm, leerplandoel, lesdoel?
 Leerbevordering: krachtige leeromgeving (UDL).
 Zelfontwikkeling: vragen stellen bij eigen manier van lesgeven, kritisch denken.
 Interactie: positief, efficiënt, stimulerend leer- en leefklimaat creëren.


2

,2. Waarnemen en observeren
2.1 Waarnemen en gewaarwording

Prikkel – receptoren – in zintuigen – hersenen – thalamus – specifiek gebied voor zintuig;
hier details van prikkels geanalyseerd. (kleur, vorm, beweging, contouren, klank)

Voor we iets zien, traject opgedeeld in 2 fasen:
1. Gewaarwording 2. waarneming
= Zintuigelijke verwerking prikkels uit de = Ruwe info verwerkt tot bruikbare
omgeving. Levert ruwe info op, geen representatie van omgeving in ons
betekenis. (distaal  proximaal). Dus info bewustzijn.
die overblijft van distale stimulus, nadat die
door onze ogen is verwerkt. Interpretatie van hetgeen dat is
waargenomen. Waarnemen vind plaats in
Zintuigen zijn nodig om te kunnen onze hersenen omdat ze een betekenis
gewaarworden geven aan de prikkels.

 Proximale stimulus = fysische energie (bv. Lichtgolven, geluidsgolven, …) die onze
zintuigen stimuleren.

 Distale stimulus = het voorwerp in de omgeving dat verantwoordelijk is voor de
fysische energie (bv. Een lamp die lichtgolven produceert).

2.1.1 Onderscheid tussen vijf zintuigen sinds Aristoteles

1. Het zicht (visueel) gezichtsvermogen
2. Het gehoor (auditief) gehoor
3. De tast (tactief) tastzin
4. De reuk (olifactorische) reukzin
5. De smaak (gustatorisch) smaakzin

2.1.2 Gelijkaardig patroon bij elk zintuig (werking)

Ervaring/prikkel  receptoren  hersenen verwerken/evalueren/interpreteren de
informatie  gedrag als reactie op de prikkel




3

, 2.2 Visuele waarneming en factoren die deze beïnvloeden

1. Lichtprikkels via pupil op lens
2. De lens bundelt het licht en projecteert het op het netvlies dat bestaat uit kegeltjes
en staafjes
kegeltjes  werkt het beste in fel licht, kleurwaarneming, detail
staafjes  werkt goed in donkerdere situaties, zwart-wit, weinig licht nodig
3. Gele vlek: gebied aan de achterkant van het oog, enkel kegeltjes  kleine details
waarnemen. Gele vlek neemt centrale deel gezichtsveld waar. Hier is het
gezichtsscherpte het grootst.
4. Op netvlies zitten staafjes, deze registreren beweging maar geen kleuren.
Deze liggen buiten de gele vlek.
5. LichtR op netvlies zetten beelden om in zenuwimpulsen die de oogzenuwen prikkelen

2.2.1 Taak van de hersenen, 5 factoren

1. Hersenen selecteren visuele prikkels uit alle info die binnenkomt.
2. Waarnemen is een actief proces. Hersenen reconstrueren prikkels. Deze prikkels
kunnen ons ook misleiden (groen voor jou is niet persé groen voor een ander)
3. Ordenen van gegevens. Te veel aan info wordt weg gefilterd, en tekorten worden
toegevoegd.
4. Hersenen kunnen zich aanpassen: ze kunnen correcties uitvoeren op onze
waarnemingen.
(omkeerbril experiment)  omkeer of spiegelbril dragen voor enkele weken;
hersenen reageren adaptief. Na enkele dagen kon men alles normaal zien.
5. Hersenen moet beslissingen nemen. Hoogte of afstand worden ingeschat.
Sensorische gebieden (opslaan van indrukken; ervaring) spelen hierbij mee. Ook
aangeboren capaciteit; dieptezicht

2.3 Auditieve waarneming (gehoor)
 Geluiden hebben fysische kenmerken
o Toonhoogte
o Geluidssterkte
o Timbre/kwaliteit

Deze kenmerken worden door de hersenen herkend en verwerkt, hierdoor krijgen we info
over afstand (geluidssterkte) en richting (afhankelijk van welk oor het eerst hoort) van
geluiden. Dit zorgt ervoor dat we geluiden kunnen lokaliseren (nuttig!!).

Gehoor speelt een belangrijke rol bij ontwikkeling van verbale communicatie en vlot
taalgebruik. Jezelf niet horen  niet weten wat je zegt

Gehoorgang – trommelvlies (trillen) en oorbeentjes (middenoor in beweging) – slakkenhuis
(vl in beweging zo haarcellen bewegen) – gehoorzenuw (haarcellen zetten beweging om in
elektrische impulsen) – auditieve cortex.



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller martevdv. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90
  • (0)
Add to cart
Added