Verschillende soorten sectoren:
Onzelfstandige beroepsbevolking (= mensen die een betaalde baan hebben)
- Private sector (Marktsector), deze groep heeft een flexibele arbeidsrelatie (Werknemers met
een tijdelijke contract, oproepkrachten, uitzendkrachten en dergelijke).
- Publieke sector, deze groep (Ambtenaren) vormen het personeel dat in dienst is van de
overheid (Denk hierbij bij personeel bij een provincie of gemeente)
- Semipublieke sector, deze groep zijn verbonden aan organisaties en instellingen binnen de
private sector, die financieel afhankelijk zijn van de overheid (Vb. Personeel in ziekenhuizen,
verpleegtehuizen, buurthuizen, onderwijs, omroep).
Zelfstandige beroepsbevolking (=mensen die voor zich zelf werken, kan zzp’er zijn)
Welke rechtsbronnen
1. Arbeidsovereenkomstrecht (art. 610 t/m 745 7 BW): een vindplaats van rechtsregels die de
verhouding tussen individuele werkgever en werknemer regelen.
2. Vermogensrecht algemeen (ook boek 7 BW): de algemene regels die bij een
arbeidsovereenkomst horen, op het gebied van vermogensrecht. De arbeidsovereenkomst is
een obligatoire overeenkomst, dat wil zeggen een overeenkomst waaruit verbintenissen
voortvloeien. Verbintenis: Een rechtsbetrekking tussen ten minste twee partijen, die ertoe
leidt dat de ene partij één of meer rechten verkrijgt en de andere partij één of meer plichten
op zich neemt. Vb. werknemer verricht arbeid en werkgever betaalt loon.
3. Overige wetten: afzonderlijke wetten met betrekking tot de werkgevers en -nemers in de
private, publieke en semipublieke sector. Vb. Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.
4. Jurisprudentie (Rechtersrecht): het geheel van gepubliceerde uitspraken gedaan door
rechterlijke colleges.
5. CAO’s (titel 7:10 BW): overeenkomst die meestal jaarlijks of tweejaarlijks wordt gesloten
tussen een individuele werkgever (Zoals Philips en Jumbo) of één of meer
werkgeversorganisaties enerzijds en vakbonden anderzijds. Vb. van onderwerpen die in cao’s
worden geregeld zijn: de hoogte van de lonen, aantal vakantie- en verlofdagen en de
toepasselijke opzeggingstermijn bij ontslag.
6. Verdragen: een overeenkomst gesloten tussen twee of meer landen (internationaal dus).
Soort recht
1. Dwingend recht (Titel 7:10 BW): dat recht, waarvan niet of niet ten nadelen van de
werknemer mag worden afgeweken. elk beding, strijdig met enige bepaling van dit artikel, is
nietig of vernietigbaar.
2. Driekwartdwingend recht (Art. 7:670BW): dat recht, waarvan uitsluitend kan worden
afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomst (CAO). Als een wettelijke bepaling
, driekwartdwingend recht is, kan nooit van deze bepaling worden afgeweken bij individuele
afspraak.
3. Semidwingend recht (Art. 7:628 BW): dat recht, waarvan alleen kan worden afgeweken bij
schriftelijk aangegane overeenkomst. Met andere woorden: werkgever en werknemer
kunnen individueel van het bepaalde in de wet afwijken, mits dit maar schriftelijk plaatsvindt.
4. Aanvullend recht (Art. 7:622): dat recht, waarvan altijd – ook individueel en mondeling –
mag worden afgeweken.
Absolute en relatieve competenties
Welke rechter is competent (=Bevoegd) om van een arbeidsrechtelijk geschil kennis te nemen?
- De absolute competentie: Welk soort gerecht (Rechtbank, gerechtshof, Hoge raad) is
bevoegd?
Welk type rechter:
Eerste aanleg (waar iemand mee begint met de procedure) Rechtbank
- Kantonrechter
- Civiele rechter: geschillen tussen de bestuurder en de nv of bv vanaf een bedrag van
25.000 euro of een onbepaald bedrag
Niet met de beslissing van rechter eens? Naar hoger beroep gerechtshof
Ook niet eens met beslissing van gerechtshof? Dan kan je nog in cassatie gaan bij het Hoge raad
- De relatieve competentie: Welke van de vele rechters van een bepaald soort is bevoegd,
met andere woorden: in welke plaats zal de zaak aanhangig moeten worden gemaakt?
Woon- of vestigingsplaats van de wederpartij, de gedaagde
Plaats waar de arbeid gewoonlijk wordt verricht
(Spoedeisend karakter: kort geding bij de voorzieningenrechter, kost wel meer geld. Zijn oordeel
van de voorzieningenrechter is geldig tot er een andere uitspraak is).
Extra
Arbeidsgeschil: let op de wijzigingen procedure!
Was:
o Veel dagvaardingsprocedures
o Ontbinding arbeidsovereenkomst ex art. 7:685 BW mbv verzoekschrift
(niet via dagvaarding)
o Bij dergelijk verzoek geen hoger beroep/cassatie
Nu:
o Voornaamste procedure: verzoekschriftprocedure
o Alle ontslagzaken via verzoekschrift
, Hoofdstuk 2- Arbeidsovereenkomst- Een afbakening
Indeling van overeenkomsten van werk
Arbeidsovereenkomst (Art. 7:610-691 BW) (werkgever en werknemer)
Vereisten:
- De ene partij, de werknemer, verbindt zich tegenover de andere partij, de werkgever,
arbeid te verrichten
- De werkgever verbindt zich loon te betalen
- De werknemer staat in dienst van de werkgever, dat wil zeggen: hij staat in een
gezagsverhouding tot de werkgever (Alleen hier gezagsverhouding!!!!)
Formele gezagscriterium:
Lijkt de arbeidsovereenkomst op een reguliere binnen de organisatie?
Aanknopingspunten:
Continuïteit
Eindverantwoordelijkheid
Loon
Materiel gezagscriterium:
Bevoegdheid ondernemer om eenzijdige instructies te geven
Partijbedoeling, feitelijke uitvoering overeenkomst
Overeenkomst tot aanneming van werk (Art 7:750 BW) (Schilderen van huis)
Vereisten:
- De ene partij, de aannemer verbindt zich tegenover de andere partij, de aanbesteder, een
werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren
- De aanbesteder verbindt zich een bepaalde prijs te betalen
- Tussen aannemer en aanbesteder bestaat geen arbeidsovereenkomst (Buiten
dienstbetrekking)
Overeenkomst van opdracht (Art. 7:400 BW) (Accountant)
Vereisten:
- De ene partij, de opdrachtnemer, verbindt zich tegenover de andere partij, de
opdrachtgever, werkzaamheden te verrichten
- Dit geschiedt anders dan op basis van een arbeidsovereenkomst, geen gezagsverhouding
- De werkzaamheden bestaan uit iets anders dan het tot stand brengen van een werk van
stoffelijke aard (Werkzaamheden geen werk van stoffelijke aard)
Flexibele arbeidskracht
Uitzendwerk
Uitzendkracht: Een persoon die op basis van een overeenkomst gesloten met het
uitzendbureau, werk verricht bij een inlener (een derde).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Hmz010. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.63. You're not tied to anything after your purchase.