Earth’s Climate – Past and Future (third Edition)
William F. Ruddiman
H5: Platentektoniek en lange-termijn
klimaat
Platentektoniek – de hele oppervlakte van aarde is in
beweging.
Structuur en compositie van de tektonische platen –
Continentale korst is 30-70 km dik, bestaat vooral uit graniet,
lagere dichtheid. Oceanische korst is dunner, 5-10 km dik en
heeft een hogere dichtheid. Daaronder de aardmantel, rijk
aan zware elementen; ijzer, magnesium bijvoorbeeld, nog hogere dichtheid. Tot 2890 km dik. (Kern
van de aarde is 6370 km diep.)
De buitenste laag van de mantel is de lithosfeer, zo’n 100 km dik, een harde, vaste massa. Daaronder
de asthenosfeer, 100-350 km diep. Vergeleken met de lithosfeer zachter en ‘vloeibaar’ door hogere
viscositeit. Daarover kan de bovenliggende lithosfeer bewegen. En die bovenliggende lithosfeer
bestaat uit zo’n 12 tektonische platen. Snelheid van beweging is 1 tot 10 cm per jaar. Maar in
miljoenen jaren dus duizenden kilometers. Drie mogelijke bewegingen ten opzichte van elkaar;
divergente, convergente en transforme bewegingen. Bij convergente bewegingen treedt subductie
op. Bij een continentale botsing (India en Azië) ontstaan hoge plateaus en gebergten.
Terug redenerend is veel te zeggen over hoe het aardoppervlak eruit heeft gezien en kan de invloed
daarvan op het klimaat worden berekend.
Bewijs van vroegere plaatbewegingen – aarde heeft
een magnetisch veld. Gesteenten van ooit gesmolten
magma bevatten een fossiel kompas die hun
magnetisch veld vanuit het verleden aangeven.
Wetenschappers bestuderen dit paleomagnetisme. Het
helpt bij het reconstrueren van de positie van
continenten in het verleden, uitgaande van de polen en
rotatie van het heden. Basalt leent zich hier het best voor omdat het een snel stollend gesteente is.
Het magnetisch kompas in het gesteente fossiliseert dus snel.
Paleomagnetisme wordt op twee manieren gebruikt om de aarde in het verleden te reconstrueren;
1) Paleomagnetische determinatie van locaties van continenten in het verleden – de richting van het
(gestolde) interne kompas in basalt geeft een aanwijzing van de eerdere ligging; op hoge
breedteligging is het magnetisch veld bijna verticaal, rond
de evenaar horizontaal, passend bij de richting van het
magnetisch veld van de aarde. Tot 500 miljoen jaar terug.
2) paleomagnetische datering van oceanische korst – met
een onregelmatige interval heeft het aardmagnetisch
veld een tegengestelde richting. Een wereldwijd te meten
fenomeen in gestold basalt op de oceaanbodem. Deze
magnetische lijnen zijn evenwijdig aan de as van de
midoceanische rug. Zo is basalt te dateren op basis van de magnetische gerichtheid. Oceaanbodem
en land komen hierin overeen. Hoe verder van de midoceanische rug, joe ouder de korst is. Ook de
zeebodemspreiding is hiermee te bepalen, snelheid zowel als richting. Het geeft ook informatie hoe
snel elders de zeebodem via subductie weer verdwijnt. Zodoende accuraat ‘teruglezen’ van de
positie van de continenten tot ongeveer 300 miljoen jaar terug.
1
, De hypothese van de poolpositie – De poolpositie hypothese bestaat uit twee voorspellingen; 1)
ijskappen kunnen continenten bedekken als ze binnen de poolcirkel komen te liggen en 2) ijs zal niet
moeten voorkomen in tijden dat land buiten de poolcirkel komt te liggen. Het al dan niet voorkomen
van ijs hoeft dus niet alleen met opwarmen te maken te hebben maar kan ook komen door de positie
van een continent op aarde.
IJstijden en de positie van continenten sinds 500 miljoen jaar
geleden – 420 miljoen jaar geleden lagen het huidige N-Amerika en
het noorden van Europa en Azië verspreid over verschillende
breedtegraden, de rest van de continenten vormde Gondwana, een
supercontinent in het zuiden. Via de zuidpool verplaatste
Gondwana zich naar het noorden en vormde met het andere land
Pangea (‘hele aarde’) als gigantisch supercontinent. Gondwana is
over de zuidpool geschoven (zie afbeelding) en heeft meerdere
periodes gekend van ijsbedekking. Maar één zo’n ijstijd, 455 miljoen
jaar geleden, duurde relatief gezien maar kort. Tussen 425 en 325 miljoen jaar geleden was er zelfs
geen ijs, ondanks de ligging in het poolgebied. Dit pleit tegen het argument dat de polaire ligging
alleen voldoende is voor ijsbedekking. Na 325 miljoen jaar geleden wel weer ijsbedekking. Na 240
miljoen jaar lag Gondwana noordelijker en was de ijsbedekking verdwenen. Gondwana smolt samen
met de noordelijke gebieden en vormde Pangea. Na 180 miljoen jaar geleden brak Pangea op en
begonnen de huidige continenten vorm te krijgen. Modern India, Australië en Antarctica schoven
opnieuw over de zuidpool maar opnieuw kwam er geen ijsbedekking. Antarctica bleef er liggen en
het duurde tot 35 miljoen jaar geleden voor er een groot pakket ijs op kwam. Hoe zit dit?
Polaire ligging is een verklaring voor ijsbedekking (komt alleen daar voor) maar is geen garantie voor
ijskappen. (Pagina 106-109 worden voor de toets overgeslagen, geen tentamenstof).
Tektonische controle van CO2 input: de BLAG (verspreidingssnelheid) hypothese - klimaat van
Pangea en de polaire ligging vormen geen sluitende verklaring voor verschillen in klimaat tijdens de
laatste 500 miljoen jaar. Twee andere hypotheses: vulkanische input van CO 2 en verschillen in
afname van CO2 door veranderingen in chemische verwering.
Controle van CO2 input door zeebodemspreiding – 1983: BLAG (Berner, Lasana and Garrels); de
verspreidingssnelheid hypothese. CO2 komt in de atmosfeer door vulkanische activiteit bij zowel
convergente (lucht) als divergente plaatbewegingen (oceaanbodem) en op de plek van hotspots.
Daarnaast door het oxideren van oude organische koolstof in sedimentgesteente dat erodeert aan
het baardoppervlak. In deze hypothese wordt gesteld dat verschil in spreidingstempo van de
zeebodem voor verschil in uitstoot van CO 2 heeft gezorgd. Ook de wereldwijd gemiddelde snelheid is
veranderd. Snellere spreiding van de oceaanbodem levert meer CO 2 in de atmosfeer op. Ook snellere
subductie, dus meer CO2 uitstoot door vulkanen. En omgekeerd; minder CO 2 door minder snelle
spreiding. Let op; dit levert een negatieve feedback op van chemische verwering! Chemische
verwering op land en het smelten en veranderen van sedimenten in subductiezones vormen samen
een gesloten kringloop. De BLAG hypothese stelt dat deze kringloop voor stabiliteit heeft gezorgd in
het klimaatsysteem door voortdurend een constante hoeveelheid koolstof heen en terug te
verplaatsen tussen gesteente en atmosfeer. De lange vertraging tussen koolstof verwering en het
begraven raken van het verweringsmateriaal veroorzaakten intervallen van tientallen miljoenen jaren
waarin de balans mist en klimaatverandering kon optreden.
Eerste evaluatie van de BLAG (spreidingssnelheid) hypothese – Is alleen te controleren over de
laatste 175 miljoen jaar, oudere korst is in subductiezones verdwenen. 100 miljoen jaar geleden
spreidde de oceaanbodem sneller, zou dus meer CO 2 hebben moeten uitstoten. Deze hypothese lijkt
te kloppen, immers, toen warmer en geen ijskappen aanwezig.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vers1604. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.