Complete samenvatting met extra informatie van het vak 'initiatie materiaalleer'
12 views 0 purchase
Course
Initiatie Materiaalleer
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Complete samenvatting van de cursus 'initiatie materiaalleer', gegeven door Bert Belmans. Toevoeging van extra informatie om de cursus te verduidelijken en geschreven in eigen woorden en volzinnen. (Geen kopie van de cursus!)
Behaalde score van 20/20!!!
Woorden in het rood: Goed kennen
Woorde...
, 1. Doel en scope...............................................................................................................................52
2. Inventaris-analyse........................................................................................................................53
3. Schatting van de impact...............................................................................................................53
4. Interpretatie.................................................................................................................................53
REKENOEFENINGEN EXAMEN:
- Materialen met een poriën fractie en een vaste fractie
- Klein bouwfysica oefening over warmtegeleiding en warmteweerstand
- Materiaal/betonblok staat op de grond, de blok heeft een bepaalde sterkte, de grond heeft
een bepaalde sterkte, welke faalt?
THEORIE
- Meerkeuzevragen
- Invulvragen (definities)
- 1 Open vraag
3
, 1. Natuurkundige Definities
Krachten
Kracht (F): Elke oorzaak van vervorming/verandering van de bewegingstoestand van een voorwerp.
Statische kracht: Vervorming (vb. Uitrekking elastiek)
Dynamische kracht: Beweging (vb. Val, verandering van richting…)
Eerste wet van Newton (traagheidswet): Zolang er geen resulterende kracht op een voorwerp
werkt, zal het altijd met een constante snelheid blijven bewegen. (Snelheid = 0 als je niet beweegt)
(Vb. Spelletje touwtrekken, fietser met wrijvingskracht van zandweg of asfaltweg.)
Massa (m): Grootheid evenredig met de hoeveelheid materie in dat voorwerp, som van de massa
van alle deeltjes en het product van de hoeveelheid deeltjes n in mol met de molaire massa M.
m=M.n
m=ρ.V met ρ = volumieke massa of dichtheid (kg/m3)
Tweede wet van Newton (grondbeginsel van dynamica): Als een voorwerp een resulterende kracht
ondervindt, zal het versnellen met een versnelling die afhankelijk is van de grootte van de kracht en
de massa van het voorwerp.
(Vb. Als 2 auto’s botsen, gaat de auto met de kleinste massa de grootste versnelling ondergaan.)
F=m.a met a = versnelling
Gravitatiewet: Twee massa’s ma en mb met afstand r tussen hun zwaartepunten trekken elkaar aan.
G. m1 . m2 N m2
F1 = F 2 = F z = met gravitatieconstante G = 6,67.10-11
r2 kg
2
m
Fz = G = m . g met zwaarteveldsterkte g = 9,81
s2
Derde wet van Newton (actie = reactie-wet): Als een voorwerp A een kracht uitoefent op een
voorwerp B, dan oefent voorwerp B een even grote kracht uit op voorwerp A, maar dan in de
tegengestelde richting.
(Vb. Pijn als je op een hard oppervlak slaat, zwemmen)
Luchtdruk: Druk die de lucht uitoefent op voorwerpen, vloeistoffen en gassen die zich in de
aardatmosfeer bevinden. Op iedere vierkante meter aardoppervlak drukt ongeveer 10.000kg lucht.
Warmte
Warmte & Temperatuur
Warmte (Q) (J of N.m): Een vorm van energie die uitgewisseld wordt tussen systemen die niet in
thermisch evenwicht zijn. Het streeft dus altijd naar een evenwichtssituatie.
Warmtestroom (Q’ of Φ) (W of J/s): Stroming = De verplaatsing van iets binnen een bepaalde tijd;
warmte wordt verplaatst van het systeem met een hogere temperatuur naar een systeem met een
lagere temperatuur om tot een gemiddelde temperatuur te bekomen.
Temperatuur: Maat voor de gemiddelde bewegingsenergie van atomen en moleculen (trillingen),
maat voor hoe warm of koud iets is. (Scalaire grootheid = geen specifieke richting)
Temperatuur θ Graden Celsius °C
Thermodynamische Temperatuur T Kelvin K 273,15 K = 0°C
OEFENING EXAMEN:
4
, Warmtestroomdichtheid (q) (W/m2 = J/s.m2): Warmtestroom per oppervlakte-eenheid.
Warmtestroom die door een oppervlak (Vb. constructie) gaat binnen een m 2.
Δθ
q=
1 d 1 (W/m2)
+ +
h e λ hi
Δθ
q= (W/m2)
Rse + R+ R si
q=Δθ .U (W/m2)
Warmtegeleidingscoëfficiënt (λ): Of Thermische geleidbaarheid; Materiaalconstante die aangeeft
hoe goed het materiaal warmte geleidt. De warmtegeleidingscoëfficiënt is afhankelijk van de
temperatuur, dichtheid en het vochtgehalte. (Vb. Vocht is een goede geleider voor warmte en
elektriciteit Benat materiaal zorgt dus voor een toename van λ) (W/mK)
Grotere λ = betere geleiding = slechtere isolatie
W
λ rotswol = 0,035 = erg goed isolatiemateriaal
mK
Warmtedoorgangscoëfficiënt (U): Hoeveelheid warmte die per seconde per m 2 en per graad
temperatuurverschil tussen de ene en de andere zijde van een scheidingsconstructie, zoals een
wand of dak, doorgelaten wordt. Laat de wand veel warmte door, dan ligt de U-waarde hoog. Is de
wand thermisch goed geïsoleerd, dan heeft die een lage U-waarde. (W/m2K)
De U-waarde hangt af van de dikte en de isolatiewaarde (lambdawaarde, λ-waarde) van alle
materialen waaruit een constructiedeel opgebouwd is.
Warmteoverdrachtscoëfficiënt (h): Maat die aangeeft hoeveel warmte overgedragen wordt bij
convectie. De waarde van h wordt bepaald door de stroming van lucht langs een warmte-afgevend
of -ontvangend oppervlak. Hoe sterker de stroming, hoe hoger h zal zijn. (hi = 8W/m2K) (W/m2K)
Warmteweerstand
Bij transport van warmte door een bouwmateriaal is er sprake van drie soorten weerstanden:
- Weerstand bij intreding, dus vanuit de (buiten)lucht het materiaal in (Rsi = Surface Interior)
- Weerstand welke het materiaal biedt tegen dit transport
- Weerstand bij uittreding en weer overgaan op de omringende lucht. (Rse = Surface Exterior)
Warmteweerstand (R): Waarde die aangeeft hoe goed een (isolatie-)materiaallaag warmte
tegenhoudt. Hoe hoger de R-waarde, hoe groter de weerstand die de warmtestroom ondervindt en
hoe beter het dus isoleert.R-waarden worden gebruikt om van een materiaallaag naar een
constructie-eigenschap te gaan. (m2K/W)
di
Rtot = + ∑ Rniet −homogeen + ∑ Rluchtlaag + R se
λ Ui
di
R=
λ Ui
R = R1 + R2 + … + Rn (R-waarde van een constructie is de som van de deelwaarden)
1 1
R= U =
U R
De weerstanden bij intreding en bij uittreding worden overgangsweerstanden genoemd.
Deze zijn afhankelijk van de richting van de warmtestroom (Φ)
Vb. Schuine wand: Opwaartse warmtestroom gaat gemakkelijker door een wand dan een
neerwaartse warmtestroom
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anthonyroothaert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.65. You're not tied to anything after your purchase.