College 2 – Internationale bevoegdheid 18 februari 2022 ................................................................................ 5
Kennisclip 2: Toepassing van Brussel I bis .......................................................................................................... 5
Kennisclip 3: Zwakkere partijen (stap 3) ............................................................................................................. 6
Vragen ................................................................................................................................................................ 7
College 3 – Erkenning en tenuitvoerlegging 4 maart 2022 ................................................................................ 9
Kennisclip 4: Algemene opmerkingen ................................................................................................................. 9
Kennisclip 5: Procedure erkenning en tenuitvoerlegging Brussel I-bis ............................................................. 10
Kennisclip 6: Nationale/commune regels voor erkenning en tenuitvoerlegging .............................................. 10
Vragen .............................................................................................................................................................. 11
College 4 – Bewijs en betekening 18 maart 2022 ............................................................................................ 13
Kennisclip 7: Bewijs I ......................................................................................................................................... 13
Kennisclip 8: Bewijs II ........................................................................................................................................ 16
Vragen .............................................................................................................................................................. 18
Kennisclip 1: Voorbereidende vragen
1. Wat is IPR? / conflict of laws
Waar gaat het om?
INTERNATIONALE zaken: de zaak zelf heeft een internationaal karakter, niet het recht. Er zijn
bepaalde feiten in de casus die het internationaal maken. Het internationaal privaatrecht is nationaal
geregeld. Bv. voetbalsupporters uit Nederland vernietigen zaken van winkeliers in Rome. Waar
moeten de winkeliers naar de rechter? Nederlander koopt een auto in Frankrijk. Eenmaal terug in
Nederland blijken mankementen. Nederlander wil de auto teruggeven, maar volgens Frans recht kan
dit niet. Welk recht is van toepassing? Engelse beslissing tot het betalen van een schadevergoeding.
Moet deze worden erkend/tenuitvoergelegd in Duitsland? Dit vak gaat ervanuit dat er iets
internationaals is.
PRIVATE geschillen: het gaat niet om geschillen tussen staten, maar tussen private partijen. Dit
kunnen zowel natuurlijke als rechtspersonen zijn. Het gaat niet om publiekrecht en strafrecht.
RECHTELIJKE aard: dus niet over de emotionele, etc.
2. Hoofdonderwerpen
• Bevoegdheid: welke rechter is bevoegd? Absolute (welk land) vs relatieve bevoegdheid (welke
plaats). Het IPR stopt meestal bij de absolute bevoegdheid. Forum non conveniens in Anglo-
Amerikaanse landen. Ondanks dat je als rechter bevoegd bent, mag je deze bevoegdheid
overdragen, zie HvJ Owusu.
• Toepasselijk recht: welk recht is van toepassing vb. waar de consument woont of waar het bedrijf
woonachtig is?
• Erkenning en tenuitvoerlegging: buitenlandse beslissing tenuitvoerleggen in ander land.
Uitgangspunt is dat beschikking alleen geldt in het eigen land = geen betekenis aan vreemde
vonnissen, tenzij er een uitzondering is. Erkenning is een statuskwestie, vb echtscheiding,
declaratoire vonnis, erkenning van aktes en rechtsfeiten. Tenuitvoerlegging is uitvoering van een
uitspraak.
Bij vraag op tentamen niet altijd alle drie de onderwerpen doorlopen.
Overige onderwerpen:
• Administratieve samenwerking: in veel verdragen zijn administratieve contactpunten
opgenomen, zogenoemde centrale autoriteiten. Dat bespoedigt de communicatie van landen als
er sprake is van een internationaal geschil.
• Procesrecht
• Betekening: hoe kunnen we documenten in het buitenland betekenen?
• Bewijs: hoe kun je bewijs vergaren in het buitenland?
Terminologie: vaak wordt het latijn gebruikt, zodat de verschillende talen elkaar begrijpen.
• Bevoegdheid: ‘forum’
Forum delicti: rechter van de plaats waar de onrechtmatige daad heeft plaatsgevonden.
Forum rei sitae: rechter van de plaats waar het goed zich bevindt.
Forumkeuze: de rechter die door partijen worden gekozen.
• Toepasselijk recht: ‘lex’
Lex loci delicti: het recht van de plaats waar de onrechtmatige daad heeft plaatsgevonden.
Lex rei sitae: het recht van de plaats waar het goed zich bevindt.
Rechtskeuze: het recht dat door partijen worden gekozen.
Dat partijen een forumkeuze hebben afgesproken, betekent niet automatisch dat ook het recht van
dat land van toepassing is. IPR vragen: bevoegdheid, toepasselijk recht, erkenning/tenuitvoerlegging,
administratieve samenwerking. IPR is nationaal van aard. De zaak zelf is internationaal, maar het
, recht is nationaal. Dit kan wel tot problemen leiden, harmonisatie en unificatie was nodig, daarom
zijn er internationale verdragen en verordeningen gekomen.
3. Aangrenzende rechtsgebieden
• Nationaliteitsrecht: aanknopingspunt zoals de nationaliteit van een partij. Om te bepalen wie
in aanmerking komt voor een bepaalde bevoegde rechter.
• Interregionaal recht: de landen binnen het Nederlandse Koninkrijk hebben een eigen
wetboek. Is de Nederlandse of de Arubaanse rechter bevoegd?
• Rechtsvergelijking: op bepaalde gebieden is het van belang om te weten hoe andere landen
hun werk doen. vb. consumentenrecht; van welk land zijn de regels zijn gunstiger?
• Geünificeerd (eenvormig) materieel recht: op het gebied van het Weens koopverdrag zijn de
regels materieel, die regels worden dan ook toegepast.
• Internationaal publiekrecht: we maken gebruik van verdragen en daarom grenst dit aan
internationaal publiekrecht. Vb. Weens verdragenverdrag.
• Immigratie recht: wie mag de procedure volgen, is het van belang om te weten of iemand
legaal of illegaal in Nederland verblijft.
4. Bronnen van het IPR
1. EU-instrumenten (meestal verordeningen of soms richtlijnen)
2. Internationale instrumenten (meestal verdragen)
Verdrag is van kracht als een land dat heeft geratificeerd. Toepassingsgebieden: valt de casus binnen
het toepassingsgebied van het verdrag.
• Materiële toepassingsgebied: welke onderwerpen worden geregeld in de instrumenten/door het
verdrag, vb. contracten, maar geen consumentencontracten.
• Formele toepassingsgebied: ruimte, vb. als verweerder woonplaats heeft in een land/universeel
of beide landen verdragsluitende staten zijn of partijen de nationaliteit heeft van een
aangesloten land. Het kan ook universeel zijn: dan zijn er geen enkele ruimtelijke beperkingen.
• Temporele toepassingsgebied: tijd, twee elementen: datum inwerkingtreding instrument en
bepaald peilmoment, vb. wanneer is contract afgesloten.
• Aan alle drie de toepassingsgebieden moet zijn voldaan. Alle drie noemen op het tentamen met
artikel nummer en toepassing.
3. Nationale bronnen
1. Wetten (e.g. Boek 10 BW)
2. Ongeschreven recht
3. Gewoonterecht (e.g. US Restatement)
Bij meerdere bronnen: als meerdere bronnen van toepassing zijn, dan probleem van samenloop.
• Internationaal instrument vs. nationale bron: art. 93/94 Gw, art. 1 Rv, art. 10:1 BW.
• Verdrag vs. verordening: in de instrumenten zelf.
• Verdrag vs. verdrag: internationaal publiekrecht -> Weens Verdragenverdrag 1969.
5. Methodologie
1. Internationale feiten: wat zijn relevante internationale feiten
2. Kwalificatie: aanduiden van het probleem, vb. onrechtmatige daad, contractenrecht
3. IPR Vraag: bevoegdheid, toepasselijk recht, erkenning
4. Bronnen: verordening, verdrag nationale regels
5. Toepassingsgebieden: materieel, formeel, temporeel
6. Samenloop
7. Toepassing van de bron
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Stuviris. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.