Samenvatting Dassen
Deel 1 Redactie
H2. Is de publicatie compleet?
Vaste elementen in een publicatie zijn:
Een inleiding en een verantwoording van het onderzoek
Een probleemstelling
Informatie over de onderzoeksmethode
Bevindingen eventueel met tabellen en grafieken
Conclusie
Discussie
Samenvatting
Literatuurverwijzing
Eventueel bijlagen
Wanneer een van deze elementen niet aanwezig is geeft dit te denken over de betrouwbaarheid
van de publicatie.
Tabellen en grafieken hoeven niet altijd aanwezig te zijn. Een inleiding, probleemstelling,
bevindingen en conclusie ontbreken als het goed is nooit.
De inleiding
Er zijn twee soorten inleidingen: een korte inleiding die alleen bedoeld is om de lezer wegwijs te
maken in de publicatie met: de probleemstelling, argumentatie, opbouw publicatie en eventueel
belangrijke conclusies. Daarnaast is er een inleidend hoofdstuk mogelijk als inleiding, met daarin
een uitvoerige theoretische onderbouwing van de onderzoeksprobleemstelling.
Uit een inleidend hoofdstuk moet in ieder geval blijken waarop de probleemstelling gebaseerd is,
en hoe die in onderzoekstermen vertaald wordt.
De onderzoeksvraag
Wetenschappelijk onderzoek zonder onderzoeksvraag bestaat niet. Wetenschap is namelijk op te
vatten als het stellen van en, via bepaalde spelregels, het beantwoorden van vragen. Daarom is
belangrijk dat de vraag duidelijk wordt aangegeven, ofwel welk onderzoeksprobleem centraal
staat.
Bij het onderzoeksprobleem zijn twee zaken van belang: de formulering en de verantwoording.
De aanwezigheid van een onderzoeksprobleem alleen is niet genoeg. Het moet mogelijk zijn om
het antwoord via onderzoek vast te stellen. Dit betekend dat het achteraf niet mogelijk mag zijn
om de probleemstelling anders uit te leggen dan vooraf bedoeld is. Eenduidige formulering is
daarbij een belangrijke eis.
Hypothesen zijn te beschouwen als het voorlopige antwoord op een vraag. Het zijn uitspraken
waarvan men (vooralsnog) aanneemt dat deze waar zijn. Dit dient stellig als een voldongen feit
geformuleerd te zijn. Wellicht, misschien etc. passen daarom niet in een hypothese.
De auteur die zich afvraagt of a en b samenhangen, stelt dat dit zo is. Volgens onderzoek wordt
vastgesteld of de hypothese waar is. De hypothese moet dus toetsbaar zijn. Het moet dus
mogelijk zijn om d.m.v. onderzoek aan te tonen dat de uitspraak niet waar is.
Bij de redactionele beoordeling van een onderzoeksprobleem gaat het met name om de vraag of
er sprake is van een heldere en eenduidige formulering.
De auteur dient de onderzoeksvraag ook te verantwoorden. Er kan sprake zijn van
maatschappelijke relevantie en/of theoretische relevantie.
Beschrijving onderzoeksmethode
Het is van groot belang dat de auteur duidelijk beschrijft op welke wijze het onderzoek is
uitgevoerd. Wat onderzocht is blijkt uit het onderzoeksprobleem, hoe dit gedaan is en bij wie of
,waar wordt duidelijk uit de beschrijving van de onderzoeksmethode, veelal aangeduid als: wijze
van onderzoek, design, werkwijze, of methode van onderzoek.
Dus wat wordt er vermeld:
De werkwijze (hoe)
Bij wie of waar (de onderzoekseenheden)
Weergave van bevindingen
De bevindingen zijn de verzamelde en bewerkte gegevens. Deze kunnen weergegeven worden
als alleen maar tekst, maar ook in de vorm van tabellen en grafieken. De bevindingen leiden tot
het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Grafieken en tabellen zijn ter verduidelijking.
Een tabel mag nooit los van de tekst staan, maar moet toch zonder de tekst leesbaar zijn. Bij een
tabel zijn een titel en eventueel een onderschrift met verduidelijking onontbeerlijk. Voor de
helderheid is het beter om daar waar verantwoord getallen af te ronden. Wanneer de verschillen
klein zijn hebben getallen op een plaats achter de komma wel zin, wanneer de getallen ver uit
elkaar liggen geeft dit geen zin.
Grafieken zijn figuren waarin met behulp van lijnen en/of punten relaties, trends en verdelingen
zichtbaar gemaakt worden. Grafieken lenen zich daarvoor veel beter dan tabellen.
De conclusie
Een conclusie of gevolgtrekking moet als zelfstandig onderdeel te lezen zijn. Bij een beoordeling
van de conclusie stelt men zich de volgende vragen:
Is de conclusie goed afgestemd op de probleemstelling?
Is de conclusie gebaseerd op de bevindingen?
Is de conclusie beknopt en ondubbelzinnig geformuleerd?
Discussie
Aan een discussie zijn twee aspecten te onderscheiden: de eigenlijke discussie en de
aanbevelingen. Soms worden deze onderdelen (samen met de conclusie) gecombineerd
weergegeven in een slotbeschouwing.
In de discussie gaat het niet om het antwoord op de probleemstelling, maar hoe dat antwoord
zich verhoudt tot de verwachte resultaten. De discussie is bedoeld om beperkingen van het
onderzoek aan te geven, of om opmerkingen over de onderzoeksresultaten te maken welke niet
direct uit het onderzoek volgen, maar daar eventueel uit af te leiden zijn. De plaats van de
discussie kan variëren. Soms na de conclusie, en soms kan een onderzoeker de discussie in de
conclusie opnemen.
Onder een slotbeschouwing of besluit treft men wel een gecombineerde tekst aan van conclusie,
discussie en aanbevelingen. In het algemeen dient het de voorkeur om deze onderdelen
gescheiden te houden.
De samenvatting
Een samenvatting mag in geen enkele publicatie ontbreken. Aan de hand van de samenvatting
bepaalt men als lezer om een rapport al dan niet te lezen. Een indicatieve samenvatting is niet
meer dan een in zinnen uitgeschreven inhoudsopgave. Een informatieve samenvatting bevat ook
de belangrijkste ideeën, werkwijze, bevindingen en conclusies.
Om na te gaan of een samenvatting compleet is stelt men zich de volgende vragen:
Wordt het onderwerp (het onderzoeksprobleem) genoemd?
Wordt de methode van aanpak beschreven?
Worden de bevindingen genoemd?
Worden de belangrijkste conclusies vermeldt?
Wat vraag ik me verder af bij het beoordelen van een publicatie?
, Is de literatuurverwijzing correct?
Is de bijlage zinvol?
H3 Welke bronnen worden gebruikt?
Primaire of secundaire bronnen
Een primaire bron wil zeggen dat de publicatie voor het eerst een bepaald onderwerp behandelt.
Secundair wil zeggen dat de uitspraken aan anderen ontleend zijn. In dergelijke gevallen
vertrouwt de auteur erop dat de oorspronkelijke bronnen correct geciteerd zijn.
Grijze circuit
Een aparte groep vormen de oncontroleerbare bronvermeldingen. Hieronder vallen
symposiumverslagen, interne notities, cursussen en dergelijke. Echt oncontroleerbaar zijn
bronnen die betrekking hebben op persoonlijke mededelingen, colleges, ongepubliceerde
manuscripten en publicaties in voorbereiding.
Systematisch literatuuronderzoek
Dit is de methode waarbij de onderzoeker enkele trefwoorden opgeeft en vervolgens alle
mogelijke publicaties over het onderwerp verkrijgt.
Sneeuwbalmethode (literatuuronderzoek)
De onderzoeker zoekt een publicatie over het betreffende onderwerp en gaat via de
literatuurverwijzing verder zoeken. Dit proces duurt zolang tot voldoende materiaal over het
onderwerp verzameld is.
Elektronische databanken
CINAHL: bevat meer dan 1 miljoen referenties van artikelen + toegang tot beschrijvingen van
boeken, proefschriften, congresverslagen, richtlijnen, educatieve software en audiovisueel
materiaal op het gebied van verpleegkunde. Meeste referenties zijn Engelstalig.
Cochrane Library of Systematic Reviews: Evidence Based Medicine (EBM) is een bestand met
inhoudelijke, uitgewerkte klinische informatie: diagnostische en therapeutische aspecten van
ziekten. Het zijn bewerkte overzichten van allerlei artikelen die over hetzelfde onderwerp gaan.
De referenties zijn in Pubmed opgenomen.
Medline: beschikbaar via Pubmed. In Medline vindt je referenties die nog bewerkt moeten
worden. Meeste zijn Engelstalig.
Clinical evidence: databank met evidence based informatie op vele gebieden van de
geneeskunde.
PiCarta: zogeheten metacatalogus, die titels van boeken en tijdschriftartikelen bevat die samen
de Nederlandse Centrale Catalogus vormen. PiCarta is in veel bibliotheken vrij in te zien.
PsycINFO: literatuurgegevens betreffende psychologie en psychiatrie zijn opgenomen in
PsycINFO. Tijdschriften, boeken en hoofdstukken uit boeken zijn opgenomen. Deze databank
wordt geproduceerd door de American Psychological Association (APA).
Web-of-Science, o.a. Science Citation Index (SCI): wordt geproduceerd door de ISI in de USA.
WoS beschikt niet over echte thesaurus, maar de trefwoorden zijn wel min of meer
gestandaardiseerd. Voor algemeen medisch-biologische vragen kan beter Medline worden
gebruikt, maar technische aspecten van methoden en apparaten zijn soms beter in PiCarta en
WoS vertegenwoordigd. In de Web-of-Science ligt de mogelijkheid om in referentielijsten bij
`1artikelen te zoeken: Cited Ref Search.
Critical Appraisal of a Topic (CAT)
Een specifieke methode van systematisch literatuuronderzoek is de CAT. de aanleiding voor een
CAT is een patiëntencontact, naar aanleiding waarvan een vraag/probleem gerezen is met
betrekking tot de directe medische (verpleegkundige) zorg. Gestuurd door dit probleem wordt de
literatuur systematisch doorzocht ter onderbouwing van het antwoord op de klinische vraag. De
, gevonden artikelen (evidence) worden vervolgens kritisch beoordeeld op hun methodologische
kwaliteit. De resultaten van dit type literatuuronderzoek zijn dus niet bedoeld op gepubliceerd te
worden in een artikel, maar om een antwoord op een klinische vraag te onderbouwen.
H4 Hoe is het taalgebruik?
Het is belangrijk dat in duidelijke, voor iedereen begrijpelijke taal wordt geschreven. Wanneer een
publicatie voor iedereen te lezen moet zijn, is het aan te raden geen vakjargon te gebruiken.
Wanneer de publicatie alleen voor collega’s is, is het wel aan te raden vakjargon te gebruiken.
Altijd belangrijk is om dezelfde termen te gebruiken, en synoniemen te vermijden. Het moet zo
duidelijk mogelijk zijn.
Het gebruik van afkortingen is af te raden, woorden voluit schrijven is duidelijker. Wanneer wel
afkortingen gebruikt worden is de regel dat een afkorting de eerste keer dat deze in de tekst
voorkomt voluit geschreven wordt, de afkorting wordt dan tussen haakjes erachter gezet. Bij de
volgende gelegenheid in de tekst mag men dan volstaan met alleen de afkorting.
Resumerend geldt voor het taalgebruik dat de helderheid en eenduidigheid in het gebruik van
begrippen voor een wetenschappelijke tekst het meest van belang zijn en derhalve het zwaarst
wegen bij de beoordeling van zo’n tekst.
Deel 2 Methodologie
H 6 Wat is onderzoek?
De methodologie is de leer van de methoden.
Onderzoek is het vereenvoudigen van de werkelijkheid tot een aantal variabelen en
onderzoekseenheden, welke een zodanige voorstelling van de werkelijkheid geven dat deze
onderzoekbaar, dat wil zeggen analyseerbaar is.
Variabelen
Variabelen zijn kenmerken, eigenschappen of verschijnselen. Het duidt op een verschijnsel, een
kernmerk, dat deel uitmaakt van een onderzoek. De term variabele wijst er dan weer op dat het
gaat om een kenmerk dat niet constant is. De constante variabele is wel een variabele waarvan
de waarde niet variabel is.
Meetbaar maken = operationaliseren. Variabelen zullen meetbaar gemaakt moeten worden.
Afhankelijke variabelen: dit is de variabele die centraal staat in het onderzoek. Dit is ook wel de te
verklaren variabele. Bij oorzaak-gevolg-onderzoek is het gevolg dus de afhankelijke variabele.
De (mogelijke) oorzaken ergens van worden ook onafhankelijke variabelen genoemd, of de
verklarende variabelen. Zij zijn er aansprakelijk voor dat de afhankelijke variabele een bepaalde
waarde aanneemt.
Het verband tussen afhankelijke en onafhankelijke variabele is niet altijd rechtstreeks, het kan
ook indirect verlopen. In dat geval is sprake van een variabele die op de een of andere wijze de
relatie tussen de afhankelijke en de onafhankelijke beïnvloed. In zo’n geval is sprake van
verstorende variabelen. Hiervoor is de term confounder gebruikelijk. Confounders zijn dus
verstorende variabelen die van invloed zijn (of kunnen zijn) op het verband dat de onderzoeker
wil aantonen.
De onderzoeker controleert de eventueel gevonden verbanden voor variabelen, er wordt dan ook
wel gesproken over controlevariabelen.
Een variabele is opgebouwd uit meeteenheden (waarden/scores). Bij bepaalde variabelen
bestaan de meeteenheden uit categorieën. Het verschil in meeteenheid wordt aangeduid als het
meetniveau van een variabele.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joycevandinther. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.