,Hoofdstuk 1 - Inleidend
- Europees recht is communicatievorm tussen lidstaten en burgers.
- Doelen Unie: saamhorigheid, wereldvrede.
- EEG-Verdrag en Euratom
- EEG is nog steeds de basis voor het VWEU; inhoudelijk het belangrijkste verdrag.
- Toen drie gemeenschappen ieder o.b.v. een eigen verdrag, maar opereren als een.
Snel hierna begon de Europese Gemeenschap
- Van Gend en Loos 1964: het EEG verdrag heeft (anders dan andere verdragen) een
eigen rechtsorde ingeroepen, waarmee de nationale rechters ook rekening mee
dienen te houden.
- In 1974 begon zich een politieke autonomie te ontwikkelen: de Europese Raad
(vereniging regeringsleiders om de Gemeenschap te leiden) werd ingesteld en het
Europees Parlement (directe volksvertegenwoordiging)
- In 1981-1985 treedden drie ex dictaturen toe; Spanje, Griekenland en Portugal. De
grenscontroles werden opgeheven en er werd een interne markt ingeroepen. In deze
periode begon ook de Sovjet Unie met ontbinding.
- Verdrag van Maastricht 1992: van functioneel naar politiek verband; de ‘Europese
Unie’. Burgerschap van de Unie werd ingeroepen (art. 17 VWEU voor zij met de
nationaliteit van een lidstaat)
- Ter bekrachtiging van financieel-economische autonomie in 1999 een gezamenlijke
munt.
- In 2004 rezen er twijfels door de snelheid van het proces. in 2005 suitte het Verdrag
tot vaststelling van een GW voor Europa (beoogde een constitutionele grondslag
voor de Unie) op afwijzing. Sinds deze tijd is er enige scepsis onder de bevolkingen.
- Unie is op basis van vrijwilligheid van de betrokken staten en hun bevolkingen
ontstaan.
- Unie is een economische, geen politieke macht.
- Unie is geen staat maar heeft wel voldoende autonomie tegenover staten in de
wereldgemeenschap om zich te blijven ontwikkelen.
- In 2007 Verdrag van Lissabon, ter vervanging van het Grondwettelijk Verdrag. Hieruit
zijn uiteindelijke slechts het woord ‘grondwet’ en ‘wil van de burgers van Europa’ als
grondslag zijn verworpen; de Unie blijft een verband van soevereine,
verdragsluitende staten.
- Commissie is dagelijks bestuur; één commissaris per lidstaat.
- De Raad was de vertegenwoordiging van de lidstaten.
- Hof van Justitie is eigen rechter.
- In de jaren ‘70 verschenen hierbij de Europese Raad (van regeringsleiders) als
politieke leiding en het Europees Parlement als volksvertegenwoordiging (art. 10
VEU)
- Klassiek stelsel van machtsdeling (trias politica) en van representatieve democratie.
- Lidstaten worden in de Europese Raad vertegenwoordigd door hun staatshoofd of
hun regeringsleider en in de Raad door hun regering.
- Sinds het Verdrag van Lissabon zijn naast de rechterlijke macht ook een wetgevende
en uitvoerende macht in de Unie helder te onderscheiden:
, → Wetgevende macht = geeft algemene regels voor de toekomst als
uitkomst van een parlementair proces
→ Uitvoerende macht = neemt besluiten in het heden onder toezicht van het
parlement en de rechter.
→ Rechterlijke macht = beoordeelt en interpreteert feiten, waaronder
besluiten (in het verleden)
- Opmerkelijk in het Verdrag van Lissabon (versie van het Unieverdrag) is de
vormgeving van een eigen wetgevende macht voor de unie, opgebouwd uit de Raad
en het Europees Parlement als twee-kamerwetgever (art. 14 VEU)
- Commissie heeft de functie om wetgevingsvoorstellen te formuleren, maar maakt zelf
geen wetten (art. 17 VEU recht van initiatief Commissie)
- Gewone wetgevingsprocedure (art. 289 VWEU); hierin spreken burgers van de Unie
mee via het EP, dat om de vijf jaar opnieuw wordt gekozen.
- De Europese wetgevende handelingen (twee kenmerken) dragen het hoogste
politiek gezag uit in hun totstandkoming en zijn van het hoogste rechts gezag.
- Europese Raad is uitsluitend uitvoerende macht (art. 15 VEU)
- Europese Raad komt na het Europees Parlement in rangorde (art. 14 VEU)
- Europese Raad besluit met consensus (niemand tegen) en in bijzondere gevallen
met unanimiteit (iedereen voor). Een enkele keer besluit zij met meerderheid. Ook
dat de vergaderingen vertrouwelijk zijn, kenmerkt haar executieve rol.
- De Europese Raad bestaat uit het staatshoofd of (meestal) de regeringsleider van
elke lidstaat. Ook de voorzitter van de Commissie is er lid van. De Europese Raad
heeft zijn eigen voorzitter.
- In de top van de Europese uitvoerende macht vindt men verder de Commissie en de
Raad de EU, elk met verschillende uitvoerende taken en de Europese Centrale Bank
- Commissie heeft meest uitgebreide takenpakket (art. 17 lid 1 VEU). Belangrijkste
toezicht, gedelegeerde regelgeving, uitvoering begroting en EU-beleid en
programma’s en ze onderhandelt namens de EU met derde landen; uitvoering/
bestuur. Belangrijkste rol in wetgeving is die van het initiatief (art. 17 lid 2
VEU). → de Commissie is deel van zowel de uitvoerende macht als
wetgevende macht van de EU. In uitvoerende macht is ze neutraal, in
wetgevende rol is ze politiek geprofileerd.
- Ook Raad van EU (niet de Europese Raad) is deel van zowel de uitvoerende als de
wetgevende macht. Wetgevingstaak onderscheid ‘beleidsbepalende en
coördinerende taken’ (art. 16 lid 1 VEU). Onderscheid wetgever en niet wetgevende
taken in art. 16 lid 6 VEU.
- Belangrijke rol in de uitvoerende macht van de Unie is natuurlijk aan de lidstaten.
- Ruime uitstraling rechterlijke uitspraken (rechtersrecht/ precedent/ common law)
- Rechterlijke macht bewaakt rechtsgehalte van de overheid; rechtsstatelijkheid of rule
of law. Bewaakt haar eigen onafhankelijkheid van de andere machten en op bewaakt
op deze manier ze ook een institutioneel evenwicht tussen de andere machten.
- Bundesverfassungsgericht (Duitse constitutionele hof) meent nog altijd dat art. 14 lid
2 VEU strijdig ius met de Duitse grondwet en houdt vast dat het EP geen autonoom
vertegenwoordigende rol van ons parlement kan hebben.
- Hoofdorganen van de Unie zijn de Raad, Commissie en het Hof van Justitie.
- Huidig gevecht tussen Raad en EP wie de zwaarste stem heeft in de keuze van de
voorzitter van de Commissie; momenteel de Raad.
- Unie versterkt de staten en hun soevereiniteiten en bevorderd hun ontwikkeling.
, - Unie is gebaseerd op de blijvende soevereiniteit van de staten (art. 14 lid 2 VEU).
Staten zijn verantwoordelijk zijn voor hun interne gezag (interne soevereiniteit) en
blijven volle leden van de internationale statengemeenschap (externe soevereiniteit)
- Soevereiniteit = gezag dat een staat heeft op grond van zijn status. Dit houdt in (1)
de aanpak van een machtscentrum op het uiteindelijk gezag binnen een territorium
en over een bevolking, gevolgd door het succes van die aanspraak (= interne
soevereiniteit) en (2) de aanspraak op volledig lidmaatschap van de
statengemeenschap en op niet-inmenging door andere staten, gevolgd door
erkenning ervan door de andere staten (= externe soevereiniteit)
- Ten tijde van de voorlopers van de unie (EGKS 1951 en EEG 1957)
droegen staten al bevoegdheden over aan de Unie → gedeelde
soevereiniteit. Ongeacht deze gedeelde soevereiniteit met de Unie, zijn de
landen elk nog altijd volledig soeverein.
- Materieel recht: inhoudelijke beleidsterreinen.
- Gemeenschappelijke markt, handelsbeleid, mededingingsbeleid en landbouwbeleid.
Opheffen grenscontroles (ook wel rechtsruimte)
- EGKS-verdrag is afgelopen (2002), EEG-verdrag werd benoemd tot EG-verdrag en
later (bij gelegenheid van Verdrag van Lissabon 2007) omgewerkt en benoemd tot
Verdrag betreffende de werking van de EU (VWEU)
- Gemeenschappelijke markt en stelsel van bevoegdheden: vrij verkeer van goederen,
diensten, personen en kapitaal. Deze vrijheden worden georganiseerd door
verboden (VWEU; bijv. verbod op belemmeringen van verkeer tussen landen) en
gemeenschappelijke regels tussen landen.
- Gemeenschappelijke markt kreeg grote impuls door opheffing grenscontroles;
interne markt (ook wel markt van de EU)
- Deze interne markt is beleidsterrein van de Unie (art. 26 VWEU, lid 2; ook wel ruimte
zonder binnengrenzen)
- Unie heeft bevoegdheid om gemeenschappelijke regels in te stellen.
- Ten tijde van de Unie werden veel landen een verzorgingsstaat, echter hadden nog
altijd de neiging hun nationale prductie te beschermen (nadelig!)
- Rechtspraak is het zoeken van evenwicht en redelijkheid tussen strijdige bepalingen.
- Brexit-saga: UK wilde van vrijheid van personen af, maar werd door de andere
lidstaten onverbrekelijk verbonden aan de andere drie vrijheden: no pick and
choose! Dit illustreert hoe deze vrijheden onlosmakelijk van elkaar zijn verbonden.
- Werking van de Unie is gestructureerd door bevoegdheden. Bevoegdheden = per
instantie toebedeelde en beperkte mogelijkheden tot handelen (wettelijk vastgelegd).
Vastgelegd in VWEU.
- Bevoegdheden interne markt art. 26 VWEU en art. 114 VWEU.
- Gewone wetgevingsprocedure is neergelegd in art. 294 VWEU. In het kort een
akkoord tussen de twee kamers (Raad en EP), onder bemiddeling van de
Commissie.
- Bevoegdheden Stelsel van de Unie is bron van rechtsvorming. Grondregels voor
bevoegdheden zijn verankerd in art. 5 VEU: Unie heeft slechts de bevoegdheden die
haar zijn toegekend (lid 2). Regels voor uitoefening van bevoegdheden zijn
subsidiariteit (alleen handelen waar de Unie het beter kan) en evenredigheid (met
beperkte middelen). Verder wordt het stelsel van bevoegdheden in het
werkingsverdrag uitgewerkt,
- Drie soorten bevoegdheden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jorders. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.