Samenvatting van tijdvak 9 in geschiedenis. Hierin worden De eerste wereldoorlog, de economische wereldcrisis, Totalitaire systemen, Propaganda en communicatie, Verzet tegen imperialisme, De Tweede Wereldoorlog, De holocaust en de bezetting behandeld
Kenmerkende Aspecten:
Het voeren van twee wereldoorlogen
Verwoesting door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van burgers bij de oorlog
Door industrialisatie en technologische vernieuwingen was de vernietigingskracht toegenomen. Grote
mogendheden hadden zich in een wapenwedloop bewapend. Nationalisme en militarisme wakkerden
de tegenstellingen aan.
Er ontstonden twee blokken: Duitsland + Oostenrijk-Hongarije tegen Frankrijk + Rusland.
In de Frans-Duitse oorlog had Frankrijk Elzas-Lotharingen verloren. Frankrijk vond dat vervelend en
was boos, daardoor wilden ze wraak op Duitsland.
Duitsland wilde meer kolonies en invloed in Europa. Ze vreesden voor omsingeling door Rusland en
Frankrijk. De bevolking van Rusland groeide snel en was begonnen aan zijn industrialisatie.
Groot-Brittannië voelde zich bedreigd door Duitsland, door de grote industriële ontwikkeling en ze
waren bang dat Duitsland hun macht op zee en koloniale rijk zou aantasten en dat ze daardoor dan
kansloos en nutteloos zou worden. Vanaf 1900 begon Duitsland een machtige oorlogsvloot te
bouwen, naast een sterk landleger.
Op de Balkan waren grote spanningen. Op 28 juni 1914 werd de Oostenrijkse kroonprins, Franz
Ferdinand, doodgeschoten. De moordenaar bleek van Servische afkomst te zijn. Oostenrijk wilde
wraak. Duitsland steunde Oostenrijk want moord vonden ze niet oké. Servië werd gesteund door
Rusland en Frankrijk.
Op 28 juli verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië.
Duitsland verklaarde 3 dagen later de oorlog aan Frankrijk en Rusland.
Op 4 augustus trok Duitsland België binnen. Ze wilden Frankrijk aan hun onbeveiligde noordgrens
verrassen. Groot-Brittannië verklaarde de oorlog aan Duitsland om Frankrijk te helpen. Troepen uit
kolonies gingen ook meevechten. Er werd gevochten in Afrika, het Midden-Oosten en Oost-Azië.
Vanaf 1917 vocht Amerika mee met de geallieerden. Alle continenten waren betrokken bij deze
wereldoorlog.
De Duitsers trokken na de oorlogsverklaring snel op, maar werden tegengehouden voor Parijs. Beide
partijen gingen loopgraven maken en schoten een beetje op elkaar voor zo’n 4 jaar (meer niet
eigenlijk).
Op het oostfront vochten de centralen tegen Rusland. In Rusland ging het niet zo goed in 1917. Het
volk had een pittige trek en werden boos omdat er niet genoeg liga koeken in het land waren en ze
dus geen lekker 10-uurtje meer hadden. Na de Februarirevolutie trad de tsaar af. De nieuwe regering
vond oorlog wel leuk dus ging daar mee door, maar het land was nog steeds een grote chaos.
Oktoberrevolutie vond plaats en Lenin pakte de macht. Op 3 maart 1918 speelde Lenin slang en
verraadde hij de geallieerden door vrede te sluiten met Duitsland.
Na de vrede met Rusland gingen de Duitsers een stevige wandeling maken naar het Westen.
Duitsland begon daar veel terrein te winnen, maar in augustus waren de geallieerden er moe van en
gingen ze in de tegenaanval. De geallieerden beschikten nu over Amerikaanse troepen en hadden
veel tanks, een wapen ontwikkeld door de Britten. Intussen stortte Oostenrijk-Hongarije in. In
Duitsland kwamen arbeiders en matrozen in opstand. De keizer vluchtte naar het neutrale Nederland.
Op 11 november 1918 ging de wapenstilstand in.
, Bart Stoop
De wereldoorlog had geleid tot veel verwoesting. Er waren miljoenen doden gevallen.
De slag bij de Somme (Noord-Frankrijk): De Fransen wilden de Duitsers verzwakken door ze lang te
beschieten, daarna stormden hun loopgraven uit. Ondanks dat ze een grote meerderheid hadden
liepen ze vast in het prikkeldraad en mijnenvelden en werden ze neergemaaid door Duitse
mitrailleurs. In vijf maanden vielen bij de Somme meer dan 1 miljoen doden en gewonden.
Slag bij Verdun: De Duitsers vielen het fort bij Verdun aan, wat een doorgang naar Parijs bewaakte. In
tien maanden verloren beide kanten samen 700.000 man.
In 1915 zette Duitsland gifgas in. Frankrijk deed hetzelfde, waardoor dat nieuwe
massavernietigingswapen niet echt voordeel meer had.
De onderzeeër werd ingezet in 1917 door Duitsland. Duitsland dacht dat het een goed plan was om
een Amerikaans schip te laten zinken. De Amerikanen vonden dit dus echt niet kunnen en verklaarde
de oorlog aan Duitsland.
Het leger bestond vooral uit dienstplichtigen en vrijwilligers. Vrouwen en ouderen hielden de
economie en productie op gang. Er ontstonden voedseltekorten. Duitsland had ook te maken met een
blokkade van zijn havens door de geallieerden. Velen stierven aan honger. In de frontgebieden lagen
veel steden en dorpen in puin. Sommige inwoners van dit gebied werden vermoord of naar Duitsland
gedeporteerd voor dwangarbeid.
In de oorlog kwamen 9 miljoen militairen en 1 miljoen burgers om. Na de oorlog werd Duitsland
verplicht een democratische republiek, en het mocht niet mee onderhandelen over de vredesregeling.
Vrede van Versailles werd ondertekend in 1919. Duitsland kreeg alle schuld. Het land moest veel
herstelbetaling betalen en mocht geen groot leger meer houden. Frankrijk kreeg Elzas-Lotharingen
terug. Polen kreeg Duitse gebieden en Duitsland verloor haar kolonies. De Volkenbond werd
opgericht om de vrede te bewaren, Duitsland werd buitengesloten en mocht niet meedoen.
Oorzaken Eerste Wereldoorlog:
- Revanchegedachte Frankrijk
- Nationalisme
- Modern Imperialisme
- Wapenwedloop (door industrialisatie)
- Bondgenootschappen
- Militarisme
- Moord Franz Ferdinand
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bartstoop1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.