100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Gegarandeerd SLAGEN met deze volledige samenvatting! $7.76   Add to cart

Summary

Gegarandeerd SLAGEN met deze volledige samenvatting!

 24 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

volledige studie samenvatting van het vak geneesmiddelenkennis voor apothekersassistenten. alles wat je moet weten om met vlag en wimpel voor dit vak te slagen! leren voor een examen was nog nooit zo makkelijk!!

Preview 4 out of 296  pages

  • February 26, 2023
  • 296
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
1.2 Behandelmethoden

1.2.1 Causale behandeling

Als het geneesmiddel de oorzaak van de kwaal kan bestrijden, wordt gesproken van een causale
behandeling (causa = oorzaak). Het geneesmiddel doet dan letterlijk wat de naam zegt: het geneest
de ziekte. Voorbeeld: als iemand een longontsteking heeft door een bacteriële infectie, kan de
oorzaak bestreden worden met een bacteriedodend (bactericide) of bacteriegroeiremmend
(bacteriostatisch) (antibacterieel) middel.

1.2.2 Symptomatische behandeling

Bij een symptomatische behandeling (symptoom = verschijnsel) bestrijdt het geneesmiddel alleen de
gevolgen van een aandoening, de klachten of de ziekteverschijnselen. Voorbeeld: als iemand griep
heeft, is daar met geneesmiddelen niets aan te doen. Wel kunnen de klachten en de
ziekteverschijnselen bestreden worden met pijnstillers en koortsverlagende middelen (denk
bijvoorbeeld aan paracetamol). Het lichaam zorgt met zijn eigen afweer dat de ziekte geneest. Een
ander voorbeeld: de oorzaak van een hoge bloeddruk is vaak niet bekend. Wel is bekend dat een
langdurige hoge bloeddruk kan leiden tot ernstige klachten aan hart- en bloedvaten. Om deze
gevolgen te voorkomen, wordt een hoge bloeddruk behandeld met geneesmiddelen die de
bloeddruk verlagen tot normale en gangbare waarden.

1.2.3 Substitutietherapie

Een geneesmiddel kan soms een stof vervangen die het lichaam normaal zelf aanmaakt. Om de een
of andere reden doet het lichaam dat zelf niet meer voldoende. In die situatie wordt gesproken van
substitutietherapie (substitutie = in de plaats stellen van). Het geneesmiddel vervangt de
lichaamseigen stof. Voorbeeld: normaal wordt in het lichaam insuline aangemaakt in de alvleesklier.
Insuline speelt een rol bij de koolhydraat- en vetstofwisseling. Bij een tekort aan insuline ontstaat
suikerziekte, ook wel diabetes mellitus genoemd. Als geneesmiddel wordt dan insuline gegeven om
het tekort dat is ontstaan aan te vullen. Een ander voorbeeld: de schildklier maakt
schildklierhormoon aan dat belangrijk is voor de stofwisseling. Bij een tekort aan schildklierhormoon
wordt de stofwisseling trager, kan iemand zwaarder worden of is sneller moe. Als geneesmiddel
wordt dan schildklierhormoon (levothyroxine) gegeven om het tekort dat is ontstaan aan te vullen.

insuline

Het gaat bij substitutietherapie niet alleen om lichaamseigen stoffen, maar ook om stoffen die het
lichaam normaal gesproken met voeding hoort binnen te krijgen. Het mineraal ijzer, bijvoorbeeld,
wordt met de voeding ingenomen. In sommige situaties kan het lichaam meer ijzer nodig hebben
(denk aan zwangerschap of bij bloedverlies). Het is dan niet mogelijk om meer ijzer via de voeding
binnen te krijgen. IJzer wordt dan als geneesmiddel toegepast in de vorm van een tablet of injectie.

1.2.4 Preventieve behandeling

Naast behandelingen die klachten en symptomen bestrijden, bestaan er ook preventieve of
profylactische behandelingen. Preventie of profylaxe is gericht op het voorkómen van het optreden
van een ziekte. Voorbeeld: als iemand een wond heeft die ernstig vervuild is, dreigt het gevaar van
tetanus. Iedereen wordt daarom na een ongeluk waarbij een wond is veroorzaakt of een katten- of
hondenbeet ingeënt tegen tetanus als hij niet voldoende beschermd is. Ander voorbeeld: mensen die
op reis gaan naar bepaalde tropische landen wordt aangeraden om zich vooraf te laten vaccineren
tegen besmettelijke ziekten (denk bijvoorbeeld aan hepatitis A of buiktyfus). Gaan ze op reis naar een

,land waar malaria heerst, dan wordt aangeraden om tabletten te slikken om te voorkomen dat ze
malaria krijgen (malariaprofylaxe).

inenten

1.2.5 Verschillende therapievormen tegelijk

Het is soms moeilijk te beoordelen met welke therapievorm we te maken hebben. Iemand met een
te hoge bloeddruk kan preventief behandeld worden tegen het gevaar van een hartinfarct. Het
verschijnsel dat behandeld wordt, is de bloeddruk, dus een symptomatische behandeling. Als de
oorzaak van de te hoge bloeddruk bestreden wordt, is het een causale behandeling.

Het belangrijkste doel dat nagestreefd wordt, is de kwaliteit van leven nu en in de toekomst. De
behandeling van symptomen en het voorkomen van ergere klachten leidt niet tot genezing. Zo’n
behandeling draagt echter wel bij aan de kwaliteit van leven en zorgt vaak voor een verlenging van
het leven. Voorbeeld: het gebruik van ontstekingsremmers bij reuma. Het middel remt de
ontstekingen waardoor verdere schade wordt voorkomen. De kwaliteit van leven gaat minder snel
achteruit.

1.2.6 Palliatieve therapie

Palliatieve of verzachtende therapie is gericht op het verlengen van het leven van de patiënt, het
verminderen van pijnklachten, het bestrijden van symptomen en eventueel het remmen van de
ziekte.

ernstig lijden

Het doel van de behandeling is dus niet genezen, maar verlichting van het lijden of het verlengen van
het leven – de kwaliteit van leven staat dus centraal. In die zin is palliatieve therapie een
symptomatische therapie. Bijwerkingen van deze therapie worden vaak minder geaccepteerd, omdat
de patiënt zich in een stadium bevindt waarin geen genezing meer optreedt. In het laatste stadium
van een dodelijke ziekte wordt een palliatieve therapie toegepast om ernstig lijden te verminderen.
Voorbeeld: in het eindstadium van kanker is niets meer aan het ziekteproces te doen. De therapie is
er dan op gericht het leven van de patiënt zo draaglijk mogelijk te maken door goede pijnstilling en
rustgevende middelen.

1.2.7 Diagnostisch gebruik van geneesmiddelen

Bij het stellen van een diagnose worden soms geneesmiddelen gebruikt. Een diagnostische
behandeling is gericht op het achterhalen van de oorzaak of aard van de aandoening. Nadat de aard
van de aandoening is vastgesteld, kan met een verdere behandeling worden begonnen. Voorbeeld:
om een afwijking aan de darmen vast te stellen wordt vaak coloscopie toegepast. Daarbij wordt met
een camera in de darmen gekeken. De darmen moeten daarvoor leeg zijn, dus wordt een
laxeermiddel voorgeschreven om de darmen volledig te ledigen. Het voorgeschreven geneesmiddel,
hier het laxeermiddel, wordt dan gebruikt voor de diagnostiek.

onderzoek

1.3 Gebruiksduur van geneesmiddelen

De gebruiksduur van geneesmiddelen hangt af van het doel van de therapie. Het
geneesmiddelengebruik kan op drie manieren worden ingedeeld:

gebruiksduur bij duidelijk omschreven klachten;

,gebruiksduur bij een kuur;

langdurig gebruik.

1.3.1 Gebruiksduur bij klachten

Geneesmiddelen bij klachten moeten in het algemeen niet langer worden gebruikt dan nodig is. Dat
wil zeggen tot de klachten verdwenen zijn. Voorbeelden van dit soort geneesmiddelen zijn
hoestmiddelen, pijnstillers en middelen tegen diarree of verstopping.

1.3.2 Gebruiksduur bij een kuur

Soms worden geneesmiddelen als een kuur gegeven. Dat wil zeggen dat ze gedurende een aantal
dagen volgens een vast voorschrift moeten worden gebruikt. Een dergelijke kuur moet altijd worden
afgemaakt. Dat betekent dat alle tabletten of capsules volgens voorschrift moeten worden
ingenomen, ook al voelt de patiënt zich na één dag al veel beter. De ziekteverschijnselen kunnen al
wel minder zijn, maar dat wil niet zeggen dat de oorzaak van de ziekte al volledig is bestreden.
Middelen tegen infectieziekten (bijvoorbeeld antibiotica) zijn voorbeelden van geneesmiddelen die
als kuur gegeven worden. Een ander voorbeeld is de behandeling van kanker. De geneesmiddelen
worden dan ook vaak als kuur gegeven. In dit geval zal de patiënt zich van het geneesmiddel vaak
slechter gaan voelen en zal de behandeling steeds zwaarder worden. Toch zal de kuur afgemaakt
moeten worden om het gewenste effect te hebben.

1.3.3 Langdurig gebruik

Veel geneesmiddelen moeten langdurig worden ingenomen, sommigen zelfs levenslang. In de
apotheek wordt bij langdurig gebruik van geneesmiddelen vaak gesproken over chronisch gebruik.
Veel oudere mensen gebruiken dagelijks geneesmiddelen. Het is voor dit soort middelen belangrijk
dat ze dagelijks of wekelijks, volgens voorschrift, worden ingenomen. Worden de geneesmiddelen
regelmatig vergeten, dan kan de werking verminderd of afwezig zijn. Onregelmatig gebruik van
chronische geneesmiddelen geeft een grotere kans op het optreden van bijwerkingen. Met niet alle
geneesmiddelen kan bij chronisch gebruik van het ene op het andere moment worden gestopt. Soms
moet een geneesmiddel namelijk gedurende een bepaalde periode worden afgebouwd. Het stoppen
met een geneesmiddel dient altijd in overleg met de arts plaats te vinden.

chronisch gebruik

1.4 Vertrouwen in het geneesmiddel

Of een geneesmiddel echt helpt, hangt af van heel veel factoren: kan het geneesmiddel bijvoorbeeld
echt genezen? We hebben hiervoor gezien dat dit niet altijd het geval is. Een geneesmiddel werkt
soms ook beter bij de ene patiënt dan bij de andere. Waarom dat zo is, is niet bekend.

Een belangrijke factor voor de werking van een geneesmiddel is de verwachting die de patiënt ervan
heeft. Het is voor de werking heel belangrijk dat de patiënt vertrouwen in het geneesmiddel heeft.
Iemand met hoofdpijn die een tablet inneemt, moet het vertrouwen hebben dat het middel zal
helpen. Is dat vertrouwen niet aanwezig, dan is de kans groot dat het geneesmiddel geen of veel
minder effect heeft. Apothekersassistenten kunnen met hun houding, de wijze van afleveren en de
informatie die ze geven, een bijdrage leveren aan een betere werking van een geneesmiddel.

patiënt

, Het is duidelijk dat niet bij alle geneesmiddelen de werking te beïnvloeden is door geloof en
vertrouwen. Iemand met suikerziekte die insuline inspuit, zal daar altijd goed op reageren, ongeacht
het vertrouwen in het middel. De bloedsuiker gaat in ieder geval omlaag!

1.4.1 Placebo’s

Als een patiënt geen vertrouwen heeft in een geneesmiddel, is de kans aanwezig dat het niet werkt,
maar omgekeerd kan ook! Als de patiënt veel vertrouwen heeft in de arts of het voorgeschreven
middel, kan iemand soms genezen door een melksuikertablet (fig. 1.1). Een toedieningsvorm waarin
geen werkzame stoffen zijn verwerkt, noemen we een placebo.

https://static-content.springer.com/image/chp%3A10.1007%2F978-90-368-1198-9_1/
MediaObjects/163013_4_Nl_1_Fig1_HTML.gif

Figuur 1.1

Afvallen door een pil.

Een arts kan een placebotablet voorschrijven als een patiënt klachten heeft waarvoor geen
geneesmiddel nodig is. Deze toepassing komt tegenwoordig weinig voor. Placebo’s worden wel veel
gebruikt in geneesmiddelenonderzoek waarbij de werking van (nieuwe) geneesmiddelen wordt
getest. De ene groep patiënten gebruikt, zonder het te weten, het echte geneesmiddel, de andere
groep het placebo. Na enige tijd wordt gekeken of het geneesmiddel beter werkt dan het placebo.
Voorbeeld: als een (kinder)arts het vermoeden heeft dat een kind mogelijk ADHD heeft, kan een
recept worden uitgeschreven voor capsules met verschillende sterktes methylfenidaat en
placebocapsules. De sterktes worden dan, afwisselend met het placebo, gedurende een aantal
weken geslikt. Aan de ouders wordt gevraagd om gedurende het gebruik vragenlijsten in te vullen.
Achteraf wordt dan aan de ouders gemeld in welke week (weken) methylfenidaat is gebruikt en in
welke weken het placebo. Verder wordt een placebotablet soms gebruikt om mensen langzaam te
laten afbouwen van een geneesmiddel waaraan ze verslaafd zijn geraakt (denk aan slaapmiddelen of
rustgevende middelen). In de apotheek worden dan capsules gemaakt met steeds minder werkzame
stof. Na enige weken gebruikt de patiënt uitsluitend een placebo. Op dat moment kan de patiënt dan
eigenlijk stoppen. Soms is de gewoonte van het innemen van een pil zo sterk, dat nog maandenlang
doorgegaan wordt met het slikken van de neppil. Het geloof in een placebo kan zo sterk zijn, dat
mensen zelfs klagen over bijwerkingen. Deze klachten bestaan dan echt.

geneesmiddelenonderzoek

Als je een geneesmiddel Farmacotherapeutische groep omschrijft als een middel waar patiënten baat
bij hebben, is een placebo een echt geneesmiddel. Het werkt niet, maar het helpt wel.

Placebo-effect

Het placebo-effect van geneesmiddelen wil zeggen dat een (groot) deel van de werking bepaald
wordt door het vertrouwen in de werking van het geneesmiddel. Uit onderzoek is bekend dat het
placebo-effect vooral bij pijnstillers, slaapmiddelen, antidepressiva en middelen tegen benauwdheid
heel erg groot is. We hebben al gezegd dat het vertrouwen van de patiënt in een middel belangrijk is
voor de werking ervan. Alle geneesmiddelen hebben dus in meer of mindere mate een placebo-
effect.

1.5 Alternatieve geneeswijzen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller linda26. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76462 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.76
  • (0)
  Add to cart