Een samenvatting van alle theorie die te kennen is voor de tussentest in het eerste semester van het eerste jaar van de bachelor in de Rechten aan de Universiteit Antwerpen.
Gedoceerd door Cedric Jenart, gebaseerd op het boek 'hoe vind ik recht' van Dirk Vanheule.
I. HET OBJECTIEVE RECHT:
A. Het objectieve en subjectieve recht:
1. Het objectieve recht:
Het objectieve recht is het geheel aan rechtsregels dat op een bepaald moment op een
bepaalde plaats van toepassing is.
Dit rechtsbegrip omvat een aantal elementen:
1. Het betreft een geheel aan rechtsregels die grotendeels abstract zijn geformuleerd
en hebben een algemene draagwijdte, zo zijn zij van toepassing op alle gelijkaardige
concrete gevallen.
Imperatief-dwingende gedragsregels: men kan er niet van afwijken (bv. openbare
orde en goede zeden)
Suppletief-aanvullende gedragsregels: toepasselijk tenzij men zelf een afwijkende
regeling heeft uitgewerkt
2. De regels zijn opgelegd, ontvangen en bekrachtigd door de maatschappij, hetzij uit
gewoonte, hetzij als gevolg van de uitdrukking door de bevoegde organen van die
maatschappij.
3. Het doel van de regels is de ordening van de maatschappij, door het bieden van
rechtszekerheid en het waarborgen van rechtvaardigheid.
4. De regels zijn afdwingbaar door of o.b.v. het maatschappelijk gezag.
2. Het subjectieve recht:
Een subjectief recht is een juridisch bekrachtigde bevoegdheid of aanspraak die een
rechtssubject op een bepaalde zaak of jegens een bepaalde persoon kan uitoefenen om zijn
of haar eigen doelstellingen te verwezenlijken.
Een rechtsregel bevat 3 elementen:
1. Het rechtssubject is diegene die rechten en plichten kan hebben en voor wie de
rechtsregel gevolgen met zich meebrengt. Rechtssubjecten kunnen zowel natuurlijke
als rechtspersonen zijn.
2. Het rechtsfeit is het feit waaraan de rechtsregel rechtsgevolgen verbindt. Het kan
ook gaan om loutere feiten (geboorte, bereiken van een bepaalde leeftijd, de feitelijke
ligging) of om feitelijke menselijke gedragingen die worden gesteld zonder de intentie
tot rechtsgevolgen (veroorzaken verkeersongeval). Handelingen die worden gesteld
door de mens met het oog op de rechtsgevolgen die het recht daaraan verbindt zijn
rechtshandelingen.
3. Het rechtsgevolg is het gevolg dat de rechtsregel aan het rechtsfeit verbindt.
B. Overzicht van het objectieve recht:
1. De opdeling in rechtstakken of rechtsgebieden:
Rechtstakken of rechtsgebieden zijn domeinen van het recht die zich inlaten met de
regeling van facetten van het maatschappelijke leven die één of meerdere
gemeenschappelijke kenmerken delen. Ze hebben hun eigen regels en beginselen.
Het grootste onderscheid bevindt zich tussen privaatrecht en publiekrecht:
1. Het privaatrecht regelt de status van het individuele rechtssubject en de
verhoudingen tussen de rechtssubjecten onderling in een private context. De
rechtssubjecten staan op gelijke voet van elkaar en beschikken in principe over
vrijheid om hun leven te regelen, ze kunnen dus zelf afwijken van of keuzes te maken
tussen de oplossingen die de wetgever heeft uitgewerkt. Doen zij dat niet, dan gelden
de regels die de wetgever heeft vastgesteld, die hebben een aanvullende werking.
Regels kunnen ook een dwingend karakter hebben, deze moeten geëerbiedigd worden
(geldt absoluut voor regels die de openbare orde of goede zegen raken)
2. Het publiekrecht beheerst de uitoefening van het staatsgezag. Dit behelst zowel de
organisatie van de (overheids)instellingen, als hun werking onderling en tegenover de
, rechtsonderhorigen. De regels zijn meestal imperatief en de overheid zelf zal de
overtreding ervan sanctioneren.
PUBLIEKRECHT PRIVAATRECHT
Doel Waarborgen van de algemene Dienen van de private belangen van de
belangen van de staat individuen
Karakte Dwingend recht – van openbare orde Veeleer aanvullend of regelend recht
r
Subject De staat en de staatsburgers De burgers onderling
en
Sanctie Eenzijdig optreden van overheid, De staat (rechter) beslecht de
eventueel gevolgd door rechterlijke particuliere geschillen
tussenkomst
2. Het publiekrecht:
a) Grondwettelijk recht of staatsrecht:
Het grondwettelijk recht of het staatsrecht is het geheel van de regelen die de inrichting
van de staatmachten (W-, U- en R-macht), hun onderlinge verhoudingen (scheiding der
machten; bevoegdheidsverdeling tussen de federale Staat, de gemeenschappen en de
gewesten) en de verhouding en rechtsbescherming van de inwoners tegenover de staat (de
grondrechten) beheersen.
a.a) De grondwet
Die regels zijn terug te vinden in de Grondwet van 1831 (Gw.). De tekst werd in 1994
gecoördineerd, zodat men spreekt van de Gecoördineerde Grondwet van 17 februari
1994.
a.b) De bijzondere wetten
Belangrijke grondwettelijke regels over de federale staatstructuur staan niet in de Grondwet
zelf, ze staan genoteerd in bijzondere (meerderheids)wetten die door het federale
parlement met een bijzondere meerderheid worden aangenomen.
- Meerderheid in elke taalgroep van de wetgevende vergadering (1/2 + 1)
- 2/3 meerderheid van de totale uitgebrachte stemmen
b) Administratief recht of bestuursrecht:
Het administratief recht of bestuursrecht is het geheel van de regelen die de
bestuurlijke bedrijvigheid beheersen van de organen die noch tot de wetgevende, noch tot de
rechterlijke macht behoren. Het regelt de organisatie, bevoegdheden en werking van de
uitvoerende macht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannedejong. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.52. You're not tied to anything after your purchase.