100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Grasple lessen Kennismaking met Onderzoekmethoden en Statistiek (KOM) $6.52   Add to cart

Summary

Samenvatting Grasple lessen Kennismaking met Onderzoekmethoden en Statistiek (KOM)

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Aantekeningen en samenvatting van alle informatie die wordt gegeven tijdens de Grasple lessen van KOM (Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek) van de Universiteit Utrecht.

Preview 4 out of 34  pages

  • February 26, 2023
  • 34
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
KWALITATIEF
K1: SELECTE STEEKPROEFMETHODEN (SA)
Populatie = iedereen waarover je iets wil zeggen
 Subjecten = mensen in het onderzoek
 Steekproef = deel van de populatie wat wordt onderzocht
o Aselecte steekproef = subjecten worden geheel willekeurig
(toevalsbasis) uit de populatie getrokken
o Selecte steekproef = geen sprake van willekeur of
toevalsbasis; óf de onderzoekers, óf de subjecten maken deel
uit van het selectieproces

Kwalitatief onderzoek = doel om bepaalde kenmerken zoveel mogelijk in
de steekproef terug te laten komen
 Kenmerken die voor het onderzoek relevant zijn
 DUS verschillende meningen/ervaringen etc. die in de populatie
bestaan, terug te zien in de steekproef

Soorten steekproef:
- Gemakssteekproef (convenience sample) = die subjecten benaderen
waar de onderzoeker zelf de minste inspanning voor hoeft te doen
o VB mensen vragen die fysiek/geografisch dicht bij de
onderzoeker zijn
o VB mensen vragen die de onderzoeker via sociale media
eenvoudig kan bereiken
o VB naar een locatie gaan waar de onderzoeker weet dat de
mensen bereid zijn om mee te werken
- Doelgerichte steekproef = onderzoeker gaat op zoek naar juist die
mensen die aan specifieke voorwaarden voldoen
o VB bepaald opleidingsniveau of seksuele voorkeur, of naar
mensen die een specifieke mening of ervaring hebben
- Quotasteekproef = onderzoeker stelt van tevoren vast hoeveel
respondenten met specifieke kenmerken opgenomen moeten
worden in de steekproef
o VB ratio man/vrouw
o VB verschillende etnische achtergronden
o VB aanhangers van verschillende voetbalclubs
- Sneeuwbalsteekproef = onderzoeker neemt contact op met één
subject (of een paar meer) in de doelpopulatie
o DAARNA leidt elke respondent de onderzoeker naar één of
meerdere nieuwe respondenten
o DUS onderzoeker maakt gebruik van netwerk van de
respondent
o WANNEER de beoogde populatie moeilijk bereikbaar is, maar
wanneer (groepen) mensen binnen deze populatie elkaar wel
kennen
- Sequentiële steekproef = criteria waaraan respondenten moeten
voldoen, worden tijdens het onderzoek aangepast

, o WANT onderzoekers leren vaak pas gedurende het onderzoek
welke kenmerken belangrijk zijn om rekening mee te houden
bij het selecteren van respondenten
o DUS in het begin mag iedereen uit de doelpopulatie in de
steekproef worden opgenomen, later worden respondenten
met specifieke kenmerken gezocht

Iteratief = herhaaldelijk terugkeren naar eerdere fasen van het onderzoek
Saturatie = als nieuwe gegevens je geen nieuwe inzichten meer opleveren

K3: SPI(C)E ACRONIEM
Een onderzoeksvraag van een kwalitatief onderzoek kan je herkennen aan
de elementen van het SPI(C)E acroniem
 De betekenis van de letters is:
o Setting: waar, in welke context?
o Perspective: voor wie?
o Interest: wat?
o (Comparison: vergeleken met wat?)
o Evaluation: met welk resultaat?

K4: TRIANGULATIE
Triangulatie = het onderzoeken van een sociaal fenomeen vanuit
verschillende invalshoeken
 DOEL: geloofwaardigheid van kwalitatieve onderzoeksresultaten
verhogen
 GEVOLG aanvullende ondersteuning van een theorie
o OF tegenstrijdige resultaten
o OF resultaten geven aanleiding om de voorlopige theorie aan
te passen of uit te breiden
 Vormen van triangulatie:
o Data triangulatie
 Verschillende typen kwalitatieve gegevens verzameld
 VB naast interviews ook observaties
 Kunnen tegenstrijdige informatie bevatten
 DAN zal onderzoeker moeten ontdekken waarom
die inconsistenties er zijn
o Onderzoeker triangulatie
 Verschillende onderzoekers verzamelen en/of analyseren
de data
 Onafhankelijk van elkaar, geen beïnvloeding
 WANT manier van denken van een onderzoeker kan
invloed hebben op de uitkomsten van een onderzoek
 Gevonden resultaten met elkaar vergelijken en nagaan
waar eventuele verschillen vandaan komen
o Theoretische triangulatie
 Verzamelde gegevens worden bekeken vanuit
verschillende theoretische invalshoeken

, VB psycholoog in samenwerking met socioloog ook het
sociologisch perspectief meenemen in de interpretatie
van de resultaten
 GEVOLG nieuwe inzichten opleveren die, kijkend vanuit
één discipline, niet verkregen zouden zijn
 GEVOLG aanpassingen of uitbreiding van
voorlopige theorie
o Methodologische triangulatie
 Combineren van kwalitatieve met kwantitatieve
(cijfermatige) gegevens
 OOKWEL mixed methods

Kwalitatieve onderzoeksmethoden
- Observatie
- Steekproef
- Interview
- Focusgroep
- Bestaande data

CORRELATIONEEL
C1: MEETNIVEAUS
Meetniveau = van je variabele bepaalt welke statistische tools je wel en
niet kunt gebruiken

Kenmerken van een variabele:
- Een variabele heeft numerieke waarden
- Een variabele varieert van persoon tot persoon
 Bepalen van meetniveau à kijken naar numerieke waarden van
variabele

Twee soorten variabelen:
- Categorische variabelen
o = de waarden geven groepen/categorieën aan
o Nominaal meetniveau = kwalitatieve classificatie zonder
ordening
 Variabelen vertegenwoordigen de waarden voor
namen/woorden/categorieën
 VB fruit
- Kwantitatieve variabelen
o = de waarden geven een kwantiteit aan (hoeveelheid/grootte)
o Ordinaal meetniveau = óf een kwalitatieve óf een
kwantitatieve classificatie met een logische ordening
 VB KNMI weeralarm, uitreiken van de Oscars
 Natuurlijke ordening, maar betekenen verder niks
 WANT weet niet hoeveel de eerste verschilt van
de tweede
o Interval meetniveau = natuurlijke ordening, gelijk verschillen
tussen waarden hebben dezelfde betekenis

,  Geen absoluut nulpunt
 Gewoon mee te rekenen (zoals gemiddelde)
o Ratio meetniveau = alle eigenschappen van interval
variabelen, maar wel absoluut nulpunt
 VB lengte en gewicht en tijd

C2: OPERATIONALISEREN
Theoretische concepten (theoretische begrippen) (construct)
 VB sportiviteit, oplettendheid, agressie, angst etc.

Conceptuele definitie = een duidelijke definitie van wat de onderzoeker
bedoelt met een bepaald theoretisch concept
 Duidelijk maken wat er gemeten gaat worden
Operationele definitie = manier waarop het theoretische begrip (construct)
gemeten zal worden
 Onderzoeker beschrijft welk meetinstrument gebruikt zal worden
 Duidelijk maken hoe er gemeten gaat worden
 Proces van operationalisatie




C4: BESCHRIJVENDE STATISTIEK (SA)
Transformatie = wanneer alle scores op dezelfde manier veranderen
 Komen vooral voor bij het veranderen van de meeteenheid
 Bestaan voornamelijk uit optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en
delen

Translatie = wanneer er bij alle scores dezelfde hoeveelheid opgeteld of
afgetrokken wordt
 Alle data punten schuiven dezelfde hoeveelheid naar links of rechts
 OOKWEL verplaatsing
 MAAR standaardafwijking verandert niet
o WANT spreiding verandert niet

Uitschieter (outlier)
 Hoe groter de steekproef, hoe minder gevoelig het gemiddelde is
voor 1 uitschieter
o DUS bij een kleine steekproef is het extra belangrijk om de
data eerst grafisch te inspecteren

C5: ASELECTE STEEKPROEFMETHODEN
Voor het verzamelen van gegevens, worden subjecten geselecteerd door
het trekken van een steekproef
 Bij een kwalitatief onderzoek à DOEL alle verschijningsvormen te
beslaan die in de populatie voorkomen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fvz0708. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.52. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.52
  • (0)
  Add to cart