Summary
Samenvatting Thema, superdiversiteit 3: het beroep, de andere en ik (SWOSDI04RV)
- Course
- Institution
babytijd peuter en kleuter tijd schooltijd adolescentie in gesprek met ander
[Show more]
Seller
Follow
corduladb
Reviews received
Content preview
FysiekCognitief
Sociale ontwikkeling
Literatuur blok 3:
Feldman, R. (2016). Ontwikkelingspsychologie. Amsterdam: Pearson
Verplicht:
• H5: 5.1.1 en 5.1.2 > fysiek > week 1
• H6: 6.1, 6.2 > cognitief > week 1
• H7: 7.1, 7.2 en 7.3 > sociaal > week 1
Terugblik ook
• H8: 8.3.5 (veerkracht) fysiek > week 2
• H9: 9.1, 9.2 > cognitief > week 2
• H10: helemaal > sociaal > week 2
Terugblik ook
H 11: terug blik > week 3
• H12: 12.1 > cognitief > week 3
• H13: 13.1, 13.2, 13.3 > sociale > week 3
• H14: 14.1, 14.3 > fysiek > week 4
• H15: helemaal > cognitief > week 4
• H16: helemaal > sociaal > week 4
Kuipers, H. (2009). Levensloopsociologie. Bussum: Coutinho Verplicht: H2.1
Week 2
Bakker, K., De Wilde, E.J., Kooijman, H. (2015). Die jeugd van tegenwoordig. Over opvoeden en
opgroeien in Nederland. Utrecht: Nederlands Jeugd Instituut Te downloaden via:
https://www.nji.nl/nl/Download-NJi/Publicatie-NJi/Publicatie-Die-jeugd-vantegenwoordig.pdf
Verplicht: H2 (p.15-25) en de epiloog (p.95-98)
Week 3
,Deel 2: de babytijd
5.1.1
Gewicht en groei van lengte loopt gelijk. Stijgt erg snel in de eerste 2 jaar.
Niet elk lichaamsdeel groeit even snel. Hoofd is 1/4 deel, lichaam maakt inhaal slag.
Na jaar 2 is hoofd 1/5e deel. Volwassenen zijn 1/8
4 principes van groei: verklaring voor de patronen.
- Cefalocaudale principe: richting van de groei. Hoofd en bovenste
lichaamsdeel. Van hoofd naar staart. Het visuele vermogen gaat eerder dan
om te lopen. Begint al in de baarmoeder
- Proximodistale principe: vanuit het centrum naar buiten toe. Dichtbij en ver
weg. Romp groeit eerder dan armen en benen, daarna vingers en tenen. Ook
vermogen
- Principe van hiërarchische integratie: eenvoudige vaardigheden
ontwikkelen los en onafhankelijk van elkaar. later ontwikkelen complexe
vaardigheden vb: iets met je vingers pakken, moet je eerst je vingers goed
bewegen.
- Principe van onafhankelijkheid van systemen: elk lichaamssystemen
heeft een verschillend groeitempo
5.1.2
Zenuwstelsel: hersenen en zenuwen.
Neuronen: basiscellen van het zenuwstelsel. Elke cel in ons lichaam bevat een
nucleus of een celkern. Neuronen onderscheiden zich doordat ze met andere cellen
kunnen communiceren. Aan het einde zit een vertakking (dendriet). Dendrieten
ontvangen boodschappen van andere cellen. Aan de andere kant zit de axon, die
zijn bestemd voor andere neuronen. Ze raken elkaar net niet aan. Ze communiceren
door een chemische boodschap (neurotransmitters). Ze reizen tussen de spleten
van de neuronen (synapsen)
Neuronen verbindingen worden steeds meer en steeds complexer. Je wordt geboren
met teveel neuronen. Dat wordt snoeien van synapsen genoemd, dit wordt bepaalt
door welke geen verbindingen maakt door nieuwe ervaringen
Omvang van neuronen neemt toe. Steeds meer dendrieten en aan de axonen zit
myeline: een vettige substantie die de neuronen beschermt en de overdracht van
zenuwsignalen versnelt.
Hersenenschors: bovenste laag van de hersenen.
Neuronen verdelen zich onder naar functie. Bijv naar hersenenschors.
,Subcorticale niveau: basale activitietein (zonder zelf aan denken: ademhaling en
hartslag)
Auditieve hersenschors:
Visuele hersenschors:
Motoritsche vaardigheden:
Ontwikkelt snel
Shakenbabysyndroom: hersenen zijn erg gevoelig. Als je een baby hardhandig
door elkaar schud door verzorger uit onmacht woede of frustratie.
Omgevingsinvloeden op de ontwikkeling van de hersenen.
Ontwikkeling hersenen is zeer gevoelig voor omgevingsinvloeden. Onderzoek mooie
kooi en rat
Plasticiteit: de mate waarin zich ontwikkelde structuren of gedragspatronen te
veranderen zijn als gevolg van ervaringen. In eerste levensjaren het grootst
Gevoelige periode: een afgebakende periode, meestal vroeg in het leven van een
organisme, waarin dat organisme extra gevoelig is voor omgevingsinvloeden die
betrekking hebben op een bepaald facet van de ontwikkeling
Het impliceert:
- Kind kan permanente schade oplopen, en stagneren in de ontwikkeling
wanneer het niet wordt blootgesteld aan omgevingsstimulansen.
6.1
Piaget: actie/ direct motorisch gedrag = kennis.
Stadia model:
- Sensomotorisch stadium (0-2)
Substadium 1: eenvoudige reflexen (0-1maand). Verschillende reflexen
vormen er die bepalend zijn voor de interacties met de wereld de kern van
het cognitieve leen. Op alles zuigen
Substadium 2: eerste gewoonten en primaire circulaire reacties (1-
4maanden). Afzonderlijke acties combineren tot geintegreerde activiteiten.
Circulaire reactie: een activitieit die de ontwikkeling van cognitieve
schema’s mogelijk maakt dankzij herhaling van een willekeurige
motorische handeling. Een object grijpen en erop zuigen
Substadium: 3 sceundaire circualire reacties (4-8maanden). Babys
verleggen hun cogtieve horizon naar de wereld buiten zichzelf en beginnen
ze in te spelen op hun omgeving. Herhaaldelijke acties die gewenst
resultaat opleveren. Meer stem gebruiken. Rammelaar pakken en op
verschillende manieren schudden
, Substadium 4: coordinatie van secundaire circulaire reacties (8-12
maanden) gebeurtenissen bewuster tot stand brengen en combineren ze
verschillende schemas tot een handeling. Hier ontwikklt zich ook de
objectipermanentie. Intentioneel gedrag: gedrag waarbij verschillende
schema’s gecombineerd en gecoordineerd worden tot 1 enkele actie om
een probleem op te lossen. Vb: lege fles geluid. Een speeltje wegduwen
om een ander speeltje dat eronder ligt te pakken
Substadium 5: tertiaire circulaire reacties (12-18 maanden). Intentionele
variatie van acties die gewenste resultaten opleverd. Babys herhalen niet
alleen prettige activiteiten zoals in substadium 4, maar lijken mini-
experimenten uit te voeren om te ontdekken wat de gevolgen zijn.
Belangstelling onverwachte. Herhaaldelijk een speeltje laten vallen uit
verschillende posities en kijken hoe het volgen
Substadium 6: het begin van denken (8-24 maanden). De belangrijkste
verandering in substadium 6 het vermogen tot mentale representatie of
symbolisch denken: innerlijke voorstelling van een gebeurtenis of object
Bedenken waar onzichtbare objecten kunnen zijn. Indirecte imitatie: het
imiteren van mensen en scenes die niet meer aanwezig zijn. Een object
kunnen volgen en weten waar het terecht komt
Welk stadium bereikt wordt kan nog per kind verschillen. Fysieke rijping en
sociale omgeving. Proces is geleidelijk
- Properationele stadium (2-7)
- Concreet operationele stadium (7-12)
- Formeel operationele stadium ( 12 tot volwassen)
Je kan door naar het volgende stadium als een kind aan ervaringen is blootgesteld,
zonder dat kan je cognitief iets niet bereiken.
Schema: mentale structuren en patronen. Fundamentele bouwstenen op de manier
hoe wij de wereld zien.
Adaptie: de eigenschap van iemand om zich aan te passen aan zijn omgeving.
- Assimilatie: proces waarmee mensen ervaringen interpreteren aan de hand
van hun huidige cognitieve ontwikkelingsstadium
- Accommodatie: proces waarmee mensen bestaande manieren van denken
of doelen veranderen als reactie op ontmoetingen met nieuwe stimuli of
gebeurtenissen
Piaget: steun en kritiek
Siegler: overgang naar stadiums is minder abrupt, meer golven
Verwerpen: cogniteve ontwikkelingen hebben de basis in motorische activiteiten. Hij
vergeet hierbij zintuigen en perceptuele systemen.
Baillargeon: al met 3,5 maand iets van object permanentie. > kan ook liggen aan
nog niet motorisch kunnen pakken of slecht geheugen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller corduladb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
67474 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now