Week 1
Pearson correlatie berekenen
Analyze -> Correlate -> Bivariate -> verplaats de te vergelijken variabelen onder het kopje
Variables -> check Pearson onder het kopje Correlation Coefficients -> Ok.
Spearman correlatie berekenen
Analyze -> Correlate -> Bivariate -> verplaats de te vergelijken variabelen onder het kopje
Variables -> check Spearman onder het kopje Correlation Coefficients -> Ok.
Punt-biseriële correlatie berekenen
Analyze -> Correlate -> Bivariate -> verplaats de te vergelijken variabelen onder het kopje
Variables -> check Pearson onder het kopje Correlation Coefficients -> Ok.
Phi coëfficiënt berekenen
Analyze -> Descriptive Statistics -> Crosstabs -> verplaats ene variabele onder Row(s)
(=horizontaal) en andere variabele onder Column(s) (=verticaal), de volgorde maakt niet uit -
> klik op Statistics -> check Phi and Cramer’s V onder het kopje Nominal -> Continue -> Ok.
Conclusie in APA-stijl (voorbeeld): Er is een positieve relatie tussen variabele X en variabele Y
(r = 0.690, p < 0.001). Een hogere score op variabele X gaat samen met een hogere score op
variabele Y.
Week 2
Enkelvoudige regressieanalyse berekenen
Analyze -> Regression -> Linear -> plaats de onafhankelijke variabele onder het kopje
Independent(s) en de afhankelijke variabele onder het kopje Dependent -> Ok.
Definities in SPSS:
- Y voorspel je aan de hand van X.
- R Square (VAF) geeft percentage aan van de verklaarde variantie van Y.
Stel R Square is .496, dan verklaart X 49.6% van de variantie van Y.
- Sum of Squares Regression = SSŶ
- Sum of Squares Residual = SSerror
- Sum of Squares Total = SSy
- (Constant) = Y variabele
Week 3
Meervoudige regressieanalyse berekenen
Analyze -> Regression -> Linear -> plaats de onafhankelijke variabelen onder het kopje
Independent(s) en de afhankelijke variabele onder het kopje Dependent -> Ok.
Week 4
Gemiddelden bepalen
Analyze -> Descriptive Statistics -> Descriptives -> variabelen verplaatsen onder kopje
Variable(s) -> Options -> check Mean -> Continue -> Ok.