Inhoudsopgave
Hoorcollege 1 – basisprincipes van neurale circuits voor de aansturing van motorisch gedrag ............................ 2
Hoorcollege 2 – zenuwen en ruggenmerg ............................................................................................................ 13
Deel 2a - zenuwen ............................................................................................................................................ 13
Deel 2b – ruggenmerg ...................................................................................................................................... 24
Hoorcollege 3 – tast: dorsale kolom/trigemino mediale lemniscus systemen ..................................................... 35
Deel 3a – dorsale kolom, trigeminus systemen ................................................................................................ 35
Deel 3b – dorsale kolom, trigeminus systemen ................................................................................................ 46
Hoorcollege 4 – somatosensorisch systeem (vitaal; pijn en temperatuur) .......................................................... 53
Deel 4a – spinotrigeminothalamische banen ................................................................................................... 53
Deel 4b – opstijgende en afdalende pijnbanen ................................................................................................ 62
Hoorcollege 5 – viscerosensibel systeem & smatomotorisch ............................................................................... 70
Deel 5a: viscerosensibel systeem ..................................................................................................................... 70
Deel 5b – somatomotorisch: motor- en interneuronen ................................................................................... 74
Hoorcollege 6 – afdalende banen vanuit hersenstam .......................................................................................... 81
Deel 6a – afdalende banen hersenstam deel 1 ................................................................................................ 81
Deel 6b – afdalende banen hersenstam deel 2 ................................................................................................ 86
Hoorcollege 7 – motor cortex en corticobulbospinale banen .............................................................................. 91
Deel 7a – motor cortex en somatotopie ........................................................................................................... 91
Deel 7b – motor cortex, afdalende banen ........................................................................................................ 97
Hoorcollege 8 – cerebellum algemeen en vestibulocerebellum ......................................................................... 105
Deel 8a – algemeen Bouw en Functies ........................................................................................................... 105
Deel 8b – microscopische bouw ..................................................................................................................... 115
Hoorcollege 9 – spino- en cerebrocerebellum & Basale Ganglia ........................................................................ 121
Deel 9a – spino- en cerebrocerebellum .......................................................................................................... 121
Deel 9b – basale ganglia: macroscopie en microscopie ................................................................................. 131
Hoorcollege 11 – limbisch systeem ..................................................................................................................... 134
Deel 11a – Limbisch systeem algemeen en telencephalon gebieden ............................................................ 134
Deel 11b – limbisch systeem: vervolg telencephalongebieden ...................................................................... 141
Hoorcollege 12 – limbische systeem en motorisch gedrag ................................................................................. 145
Deel 12a – limbische systeem ......................................................................................................................... 145
Deel 12b – specifieke projecties ..................................................................................................................... 147
1
,Hoorcollege 1 – basisprincipes van neurale circuits voor de aansturing
van motorisch gedrag
‘Hoe komen we, neuroanatomisch gezien, tot motorisch gedrag?’
Basisprincipes - motoriek
Wat voor soort zenuwcellen zijn er altijd betrokken bij motorische gedrag:
Cellen benoemd naar functie:
- Motorneuronen
o Deze moeten actief zijn, anders is er geen motorische activiteit mogelijk
Cellen benoemd naar bouw:
- Multipolaire neuronen
Motorneuronen
Dit zijn multipolaire neuronen met een cellichaam en heel veel afferenten. Er is een axon, met een
axonterminalia die eindigen op meerdere spiervezels. Dat betekent dat één spiervezel altijd door
meerdere motorneuronen wordt aangestuurd.
Ligging motorneuronen
Hersenstam
De somatomotorische naamgeving van de nuclei wordt in deze cursus weer gebruikt.
Ruggenmerg
2
,Perifeer gelegen cellen zorgen voor activiteit motorneuronen
Cellen benoemd naar functie:
- Sensorische neuronen
o Deze kunnen unipolair, pseudounipolair of bipolair zijn.
Cellen benoemd naar bouw:
- Deze liggen deels perifeer
Neuronen die sensorische motorneuronen activeren
Cellen benoemd naar functie:
Hier hoort een interneuron bij.
Cellen benoemd naar bouw:
- De interneuronen zijn veelal multipolaire neuronen
Interneuronen
De interneuronen liggen ofwel geheel lokaal binnen de nucleus, of ze hebben een projectie naar een
ander gebied / nucleus.
Geheel lokaal:
Binnen een nucleus.
3
, Projectie
Zo’n projectie noem je dan een baan, tractus of lemniscus (tract, lemniscus, pathway). Je gaat dan naar
een andere nucleus of gebied.
De interneuronen maken dat je niet alleen een stimulus-respons hebt, maar dat daar onderweg van
alles kan gebeuren. Er kan inhibitie plaatsvinden, ook de principes van divergentie en convergentie
kunnen plaatsvinden. Op hele andere manier kunnen interneuronen alles activeren.
Inhibitie
Stel je hebt een sensorisch neuron en een motorneuron, zonder interneuronen. Het sensorische
neuron die exciteert het motorneuron en de motorneuron exciteert de spier. Dan komt er een
stimulus, dit geeft reactie; activatie van het spierweefsel.
Het motorneuron heeft altijd een + (exciterend) naar het spierweefsel. Het is nooit zo dat een eindiging
van axoncollateralen van een motorneuron inhiberend werkt op spiervezels.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisreijntjes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.61. You're not tied to anything after your purchase.