100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting maatschappijleer hoofdstuk 1 en 2 $6.96   Add to cart

Summary

Samenvatting maatschappijleer hoofdstuk 1 en 2

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

samenvatting maatschappijleer hoofdstuk 1 en 2. heel uitgebreid ongeveer 3600 woorden.

Preview 2 out of 9  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 en 2
  • February 27, 2023
  • 9
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
1.1 maatschappelijke vraagstukken
Individu: een iemand
Collectief: een groep
Compromis: een overeenkomst waarbij alle partijen iets toegeven.
Waarden: Belangrijke principes die mensen willen nastreven.
Idealen: Zaken die je graag zou willen bereiken in je leven.
Normen: Opvattingen over hoe je je op basis van bepaalde waarde moet gedragen.
Belang: Voordeel of nadeel dat iemand ergens bij heeft.
Dilemma: Een lastige keuze uit twee of meer alternatieven die allemaal duidelijke nadelen
hebben.
Macht: het vermogen om het gedrag van anderen dwingend te beïnvloeden.
Gezag: geaccepteerde macht
Sociale ongelijkheid: een ongelijke verdeling van maatschappelijke kansen, inkomen, en
politieke macht.
Sociale cohesie: de mate waarin mensen door onderlinge bindingen het gevoel hebben bij
elkaar te horen.
Interdependentie: mensen zijn afhankelijk van elkaar.
Omdat we niet alleen op een eiland wonen moeten we rekening met elkaar houden en
afspraken maken oftewel regels en wetten.
Die regels kunnen veranderd worden doormiddel van verkiezingen.
Vaak zijn verschillende groepen het niet met elkaar eens en sluiten ze een compromis.
Onze standpunten en ideeën worden bepaald door waarden.
Uit waarden kunnen idealen ontstaan.
Waarden zorgen voor gedragsregels, normen
Wanneer is iets een maatschappelijk vraagstuk:
1. Heeft gevolgen voor grote groepen mensen
2. Mensen hebben tegengestelde belangen
3. Gemeenschappelijke oplossing (vaak door de overheid)
Maatschappelijke vraagstukken worden altijd opgelost met de normen , waarden en
belangen van dat moment.
Het constant veranderen van de normen, waarden en belangen heet de dynamiek van de
samenleving.
Als iemand macht heeft die in regels en wetten is vastgesteld is het formele macht zo niet
dan is het informele macht.
Als er een sterk wij-gevoel is spreken we van sociale cohesie.


1.2 Kennis van zaken
Referentiekader: alles wat je bezit aan kennis, ervaringen, normen, waarden en gewoonten.
Persvrijheid: de vrijheid hebben om te publiceren zonder gehinderd te worden door de
overheid of andere belanghebbenden.
Censuur: berichtgeving in een land wordt gecontroleerd.
Manipulatie: het opzettelijk weglaten of verdraaien van feiten zonder dat de ontvanger dit
merkt.
Stereotypering: een vaststaand beeld van een groep mensen aan je allemaal dezelfde
kenmerken toeschrijft.

, Discriminatie: het anders behandelen van individuen of groepen op grond van kenmerken
die in de gegeven situatie van belang zijn.
Privacy: het recht op een privéleven.
De media zijn de belangrijkste zenders van informatie, maar door de digitalisering weet je
niet of die informatie klopt. Vanwege het grote belang van informatie wordt onze
samenleving ook wel informatiesamenleving genoemd.
Om te checken of de informatie die je hebt gekregen betrouwbaar moet je jezelf deze
vragen stellen
1. Wie is de zender
2. Met welk doel is het bericht verzonden
3. Is de informatie actueel
4. Welke bronnen worden er gebruikt
5. Wordt er gebruik gemaakt van hoor en wederhoor (worden alle betrokkenen
gehoord)
6. Komt de informatie overeen met andere bronnen
Informatie die we krijgen is niet altijd objectief soms zijn het meningen en denk je dat het
feiten zijn. Dit is een fout van de zender. Maar ook als ontvanger kunnen we een fout
maken, dit komt door je referentiekader.
Nieuwe informatie pas je bewust of onbewust aan je referentiekader aan dit heet selectieve
perceptie.
Journalisten hebben persvrijheid daar hoort ook vrijheid van nieuwsgaring bij: Journalisten
moeten toegang krijgen tot belangrijke documenten en zonder bemoeienis van de overheid
deze kunnen publiceren.
Er zijn drie vormen van manipulatie
1. Propaganda: bewust eenzijdige informatie gegeven met als doel de mening van
mensen te beïnvloeden. Vaak gebruikt voor politieke doeleinden
2. Indoctrinatie: langdurig, systematisch en dwingend eenzijdige opvattingen opdringen
met de bedoeling dat het publiek deze kritiekloos accepteert. Vaak gebruikt in
dictaturen
3. ‘Normale’ manipulatie: het opzettelijk weglaten of verdraaien van feiten zonder dat
de ontvanger dit merkt. Dit gebeurt overal.
Gemanipuleerde informatie kan grote gevolgen hebben voor je wereldbeeld. Als er constant
een bepaalde etniciteit genoemd wordt bij een bepaalde gebeurtenis, kan dit zorgen voor
stereotypen en vooroordelen. Stereotypen en vooroordelen leiden vaak tot discriminatie.
Discriminatie is slecht voor de sociale cohesie.
Cultivatietheorie gaat over dat doordat we via massa media bepaalde waarde, kennis en
ervaringen krijgen, er een pseudo-realiteit ontstaat waarbij het verschil tussen echt en nep
niet meer kunnen zien. Voorbeeld een soapacteur op straat aanspreken en zeggen dat hij
moet stoppen met zijn vrouw slaan terwijl dat gebeurde in een aflevering.
Agendasettingtheorie zegt dat de media geen invloed hebben over wat we denken maar wel
waarover we denken.
Framingtheorie is een variant van de agendasettingtheorie, deze theorie zegt dat de media
een onderwerp van een bepaalde invalshoek presenteert om zo je mening over dat
onderwerp te beïnvloeden. De manier waarop bepaalde onderwerpen worden belicht heet
mediaframe. Dit wordt bepaald door een journalist (bij het nieuws). De ontvangers kunnen
bepaalde informatie op die manier op gaan nemen en er ook zo over gaan denken, wat zelfs
zou kunnen zorgen voor vooroordelen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller groepstaal_groet0x. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96
  • (0)
  Add to cart