Kennistoets Nederlands in de bovenbouw (2217NEDERA)
Institution
Hogeschool InHolland (InHolland)
Book
Taal & didactiek - Spelling
Voor de toets Nederlands in de bovenbouw heb ik het boek Taal en didactiek - Spelling van Henk Huizenga samengevat. De hoofdstukken die geleerd moeten worden voor deze toets zijn 4, 5, 6, 7 en 10. Deze zijn dan ook samengevat.
Kennistoets Nederlands in de bovenbouw (2217NEDERA)
All documents for this subject (12)
1
review
By: moniekknibbe • 1 month ago
Seller
Follow
jackyscheltus
Reviews received
Content preview
Toets Nederlands in de bovenbouw
Boek taal en didactiek – spelling van schrijver Henk Huizenga
6 e druk, 2020. Hoofdstukken 4, 5, 6, 7 en 10.
Hoofdstuk 4. Doelstellingen en leerstofordening
4.1. Inhoud van het spellingonderwijs
Over het algemeen zijn er twee belangrijke criteria voor het bepalen van de inhoud van het
spellingonderwijs: de frequentie van woorden en de moeilijkheid van woorden.
De frequentie van woorden: Spelling staat in dienst van de schriftelijke communicatie en het is
verspilling van energie om woorden die heel weinig voorkomen in de schrijftaal, in allerlei
spellingoefeningen te trainen. Het is efficiënter om kinderen alleen die worden goed te leren spellen
die ze ook zelf het meest frequent gebruiken. Het aanleren van de schrijfwijze van een beperkte en
zorgvuldig geselecteerde groep woorden heeft een aantal voordelen. Het is voor kinderen
gemakkelijker spellingregels te hanteren als ze deze grondig hebben leren toepassen op een klein
aantal voorbeelden. Ook is het door het geringere aantal woorden beter mogelijk om individuele
fouten te behandelen en hoeft een leerkracht minder tijd te besteden aan het spellingonderwijs.
De moeilijkheid van woorden: Een tweede criterium dat je tegenkomt bij het bepalen van de leerstof
is de moeilijkheid van woorden. De meeste frequente woorden zijn niet altijd de woorden die de
meeste problemen opleveren bij het spellen. Het criterium van de moeilijkheid van woorden is een
soort aanvulling op dat van de woordfrequentie.
4.2. spellingcategorieën
Bij het spellingonderwijs is het gebruikelijk dat de leerstof zorgvuldig wordt geordend en
gestructureerd. De kinderen beginnen met eenvoudige klankzuivere woorden als pen en gum en in
de hogere groepen komen de moeilijke woorden van buitenlandse oorsprong als computer en
compleet. De leerstof is geordend in categorieën woorden die eenzelfde spellingmoeilijkheid
hebben, zoals de k die als c geschreven wordt.
4.2.1. criteria voor de indeling in spellingcategorieën
Een spellingcategorie is een groep woorden met dezelfde spellingmoeilijkheid. Verschrikkelijk en
vertellen hebben een gemeenschappelijk spellingprobleem, namelijk de verdubbelingsregel. In deze
woorden zit nog een andere moeilijkheid, zodat ze ook bij een andere spellingcategorie horen. In
verschrikkelijk is dat bijvoorbeeld de schrijfwijze van het achtervoegsel -lijk.
Wat zijn nu de criteria om tot een indeling in spellingcategorieën te komen? De meeste methoden
zijn daar niet zo duidelijk over. De volgende indelingscriteria blijken vooral belangrijk te zijn:
- De spellingstrategie die kinderen moeten hanteren;
- De mate waarin een beroep wordt gedaan op de spellingvoorwaarden;
- De afwijkende schrijfwijze van klanken;
- De opbouw van een woord;
- De hoeveelheid woorden.
Soms kom je als spellingcategorie ook de telwoorden of de rangtelwoorden tegen. Men gebruikt dan
een grammaticaal criterium om een spellingcategorie te definiëren en dat is niet juist, omdat er dan
woorden bij elkaar worden geplaatst die geen gemeenschappelijk spellingprobleem hebben.
Woorden als achttien, honderd en twaalf hebben inhoudelijk wel iets met elkaar te maken, maar
bevatten geen gemeenschappelijk spellingprobleem en vormen dus niet één spellingcategorie.
,Een voorbeeld van een indeling in spellingcategorieën die gebaseerd is op de spellingstrategieën die
de kinderen moeten hanteren, is te vinden in de wat oudere methode Taaltijd. De
spellingcategorieën zijn hier onderverdeeld in drie hoofdgroepen:
• A – eenlettergrepige woorden;
• B – meerlettergrepige woorden;
• C – woorden met afspraken over hoofdlettergebruik en interpunctie.
Binnen deze groepen wordt op grond van de spellingstrategieën die kinderen meteen toepassen, nog
weer een aantal subgroepen onderscheiden. Voor de eenlettergrepige woorden zijn dat:
- Luisterwoorden;
- Luisterwoorden met bijzondere klankgroepen;
- Weetwoorden;
- Regelwoorden.
Bij de meerlettergrepige woorden moeten de kinderen vaak letten op de opbouw van een woord of
krijgen ze te maken met nieuwe letters voor de spraakklanken. Zo is ook hier op grond van
spellingstrategieën een aantal subgroepen te onderscheiden:
- Regelwoorden waarbij je moet letten op worden in een woord;
- Regelwoorden waarbij je moet letten op achtervoegsels;
- Regelwoorden waarbij je moet letten op voorvoegsels;
- Regelwoorden waarbij je moet letten op klankgroepen;
- Weetwoorden met vreemde letters.
4.2.2. ordening van de leerstof in spellingcategorieën
Met behulp van spellingcategorieën kun je heel goed de leerstof voor het spellingonderwijs ordenen.
Alle methoden hanteren ongeveer de volgende criteria:
- Eerst klankzuivere woorden, daarna niet-klankzuivere;
- Eerst eenlettergrepige woorden, daarna meerlettergrepige;
- Eerst woorden met één spellingregel, daarna woorden met meer regels;
- Eerst frequente woorden, daarna minder frequente woorden.
De volgende opbouw in doelen wordt gehanteerd voor de leerlijnen van spelling:
- Groep 4 – 5
De leerlingen
1. Zijn in staat klankzuivere woorden correct te spellen.
2. Kennen de spelling van woorden met homofonen (wei-wij, rauw-rouw, lag-lach).
3. Passen de gelijkvormigheidsregel toe (hond-honden, kast-kastje).
4. Passen de analogieregel toe (hij zoekt, hij vindt).
5. Kunnen eenvoudige interpunctie duiden en toepassen: gebruik hoofdletters, punt,
vraagteken en uitroepteken.
6. Kunnen hun spelling- en interpunctiefouten onderkennen en corrigeren.
- Groep 6 – 8
De leerlingen
1. Zijn in staat lange, gelede woorden en woordsamenstellingen te spellen (geleidelijk,
ademhaling, voetbalwedstrijd).
2. Beheersen de regels van de werkwoordspelling (hij verwachtte, de verwachte brief).
3. Zijn redelijk in staat leenwoorden correct te spellen (politie, liter, computer).
4. Kunnen complexe interpunctie duiden en toepassen: komma, puntkomma, dubbele
punt, aanhalingstekens en haakjes.
, 5. Zijn in staat om zelfstandig hun spelling- en interpunctiefouten te onderkennen en te
corrigeren.
6. Ontwikkelen een attitude voor correct schriftelijk taalgebruik.
Meestal wordt het schrijven van de werkwoordsvormen apart aangeleerd. Men spreekt in dit
verband ook wel over de veranderlijke woorden, omdat de spelling van de persoonsvorm verandert
al naar gelang het onderwerp waarmee het gecombineerd wordt. De woorden die onder de gewone
spellingcategorieën vallen worden wel aangeduid als de onveranderlijke woorden. Bij de spelling van
de werkwoordsvormen is het nodig dat de leerstof zorgvuldig wordt opgebouwd.
4.2.3. nut van het werken met spellingcategorieën
Spellingcategorieën zijn een handig hulpmiddel voor methodemakers om de leerstof te ordenen,
maar hoe functioneren ze nu in de praktijk van het onderwijs? In de eerste plaats zijn
spellingcategorieën richtinggevend voor het handelen van de leerkracht. In de meeste
spellingmethoden staat per week één bepaalde spellingcategorie centraal en alle activiteiten in de
methode zijn daarop afgestemd. Waar het om gaat bij het spellingonderwijs is dat je voor een
bepaalde spellingcategorie de meest efficiënte strategie aanleert.
Een simpele manier om eerder aangeleerde categorieën te herhalen is het vijfwoordendictee. Aan
het begin van de spellingles of desgewenst op een ander moment dicteer je de vijf woorden uit
eerder geleerde categorieën. Aan de hand van de vijf woorden bespreek je nog even kort de
strategie die de kinderen moeten toepassen om de woorden van een bepaalde categorie goed te
kunnen schrijven.
Doordat de leerstof zorgvuldig is ingedeeld in categorieën is het voor de leerkrachten ook
gemakkelijker om fouten te analyseren. Als een kind roej en hooj schrijft, dan ligt het voor de hand
om te veronderstellen dat het de categorie woorden op -aai, -ooi en -oei nog niet beheerst.
Ook kinderen hebben steun aan een indeling van de leerstof in spellingcategorieën. Categorieën
structureren de leerstof en dat is vooral voor kinderen met spellingproblemen belangrijk. Ze krijgen
zo sneller inzicht in ons spellingsysteem en kunnen gemakkelijker spellingmoeilijkheden in
onbekende woorden ontdekken.
4.3. doelstellingen van het spellingonderwijs
4.3.1. de kerndoelen voor het spellingonderwijs
Onder het domein taalbeschouwing vinden we de volgende doelstellingen:
‘de leerlingen kennen:
• Regels voor het spellen van werkwoorden;
• Regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden;
• Regels voor het gebruik van leestekens.’
Hier worden alleen heel algemeen kennisdoelen geformuleerd en er wordt niets gezegd over
vaardigheid in het correct spellen. Dat is welt terug te vinden onder het domein schrijven. Daar
maakt de spelling deel uit van een meer algemene doelstelling:
‘de leerlingen kunnen de vormgeving en de presentatie van hun teksten verzorgen door aandacht te
besteden aan spelling, de leesbaarheid van hun handschrift, zinsbouw, bladspiegel, beeldende
elementen en kleur.’
4.3.2. de referentieniveaus en spellingonderwijs
De referentieniveaus omschrijven wat leerlingen moeten weten en kunnen op het gebied van taal en
rekenen op bepaalde momenten in hun schoolloopbaan. Naast het fundamenteel niveau
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jackyscheltus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.05. You're not tied to anything after your purchase.