Premaster Methoden en technieken van onderzoek (MB0116222312)
Summary
Samenvatting week 9 - blok 3 - Premaster MTO
7 views 0 purchase
Course
Premaster Methoden en technieken van onderzoek (MB0116222312)
Institution
Open Universiteit (OU)
Book
Research Methods for Business Students
Samenvatting van week 9, blok 3 in de premaster methoden en technieken van onderzoek (MTO). Het is een Nederlandstalige samenvatting van gedeeltes uit het boek Research methods for business students (pp.213-216, 516-518, 540-542), gekoppeld aan de taken uit week 9. Er is ook een samenvatting van de...
Research Methods For Business Students, 8th Edition Solution Manual by Mark Saunders, Philip Lewis, Verified Chapters 1 - 14, Complete Newest Version
SOLUTION MANUAL Research Methods For Business Students 8th Edition Mark Saunders, Philip Lewis Chapters 1 - 14, Complete
Solution Manual For Research Methods For Business Students, 8th Edition by Mark Saunders, Philip Lewis, Verified Chapters 1 - 14, Complete Newest Version
All for this textbook (55)
Written for
Open Universiteit (OU)
Managementwetenschappen
Premaster Methoden en technieken van onderzoek (MB0116222312)
Leerdoelen
Na het afronden van deze leereenheid kunt u
• aangeven waarom betrouwbaarheid en validiteit twee essentiële aspecten van
onderzoekskwaliteit zijn.
• de concepten ‘betrouwbaarheid’ en ‘validiteit’ (aan anderen) uitleggen.
• verschillende vormen van validiteit en betrouwbaarheid onderkennen en herkennen.
• de voornaamste bedreigingen voor de validiteit en betrouwbaarheid identificeren.
• een betrouwbaarheidsanalyse toepassen en werken met de Cronbach’s alpha.
• de verworven kennis en vaardigheden toepassen op concrete situaties.
Introductie
Dit blok is gewijd aan kwantitatief onderzoek. Simpel gezegd, bij kwantitatief onderzoek verzamelt de
onderzoeker gegevens die in getallen zijn uit te drukken. Het kan gaan om variabelen die direct te
kwantificeren zijn, zoals leeftijd, omzet, en marktaandeel. Maar het kan ook gaan om dichotome
variabelen waarbij er slechts twee waarden mogelijk zijn. In dat geval wordt in de analyse gewerkt
met de waarden 0 en 1, die dan bijvoorbeeld staan voor ‘man-vrouw’, ‘nee-ja’ of een andere
tweedeling. In het afstudeeronderzoek krijgt de kwantitatieve onderzoeker echter veelal te maken
met multiple item constructs. Dat zijn variabelen die worden gemeten door de meningen van
respondenten te vragen over een aantal bij elkaar behorende stellingen. In dit blok zullen we onder
meer zien hoe we hiermee om moeten gaan bij het analyseren van de data.
Opbouw
Voor het analyseren van kwantitatieve data maken we gebruik van statistiek en statistische software.
In dit blok gaat u werken met SPSS, een standaardsoftwarepakket voor statistische analyse. Hierbij
beperken we ons in hoofdlijnen tot de analyses waarmee u te maken krijgt als u survey-onderzoek
doet. Om aan kwantitatieve data te komen, worden enkele methoden van onderzoek gebruikt, zoals
met name het survey-onderzoek waarbij respondenten een standaardvragenlijst invullen. Soms is het
mogelijk om met reeds verzamelde data te verwerken (secundaire data) en soms werkt de
onderzoeker met een experimentele opzet. In alle gevallen werkt de onderzoeker met een vragenlijst
waarbij de respondenten in principe allemaal dezelfde vragen beantwoorden. Op die manier is het
later mogelijk om de gegevens statistisch te analyseren. In dit blok komen zowel de methoden voor
het verzamelen van gegevens aan de orde als de methoden voor het analyseren van (survey)-data.
Dit vindt u terug in de volgende opbouw van het blok.
Betrouwbaarheid en validiteit
Introductie
In blok 4 zal ook te zien zijn op welke manier inhoud wordt gegeven aan het begrip ‘validiteit’ in geval
van kwalitatief onderzoek: KWALITATIEF ONDERZOEK
• Construct validiteit: meten wat men beoogt te meten
• Interne validiteit: causale relaties tussen variabelen
• Externe validiteit: generaliseren van resultaten
• Betrouwbaarheid: zelfde resultaten onder andere omstandigheden.
1
,Voor KWANTITATIEF ONDERZOEK gelden dezelfde criteria, maar moet de onderzoeker andere
maatregelen nemen en met andere bewijzen komen om te voldoen aan de gangbare kwaliteitseisen
voor wetenschappelijk kwantitatief onderzoek. De onderzoeker gaat in op de kwaliteit en de
response van de steekproef:
• Zijn er voldoende, bruikbare vragenlijsten ingevuld (non-response)?
• Is de samenstelling van de steekproef een redelijke of goede afspiegeling van de populatie?
Deze vragen zijn erg belangrijk als men de conclusies wil generaliseren. Een ander belangrijk punt
betreft de vragenlijst en de kwaliteit van de gebruikte operationalisaties. De onderzoeker maakt zo
veel mogelijk gebruik van bestaande schalen en operationalisaties voor het meten van de variabelen.
Heel vaak maakt men gebruik van multiple item constructs waarbij een variabele is opgebouwd uit
een aantal items (stellingen waarover respondenten hun mening geven). In dat geval moet de
onderzoeker aantonen dat de items die een bepaalde variabele moeten vormen dat ook op een
goede manier doen. En ook dat de items van de ene variabele eigenlijk meer thuis horen bij een
andere variabele. Om de validiteit van de metingen aan te tonen past de onderzoeker altijd volgende
toe:
• schaalanalyse (reliability analysis)
• een factoranalyse
• correlatieanalyse toe.
Methoden die in dit blok allemaal aan de orde komen.
Van onderzoekers wordt verwacht dat ze constant een kritische houding hebben ten aanzien van de
betrouwbaarheid en de validiteit van onderzoek. Die houding is belangrijk voor de diverse
onderdelen en fasen van onderzoek: de steekproef, de respondenten, de gebruikte vragenlijst, de
situationele omgeving, het tijdstip of de periode van onderzoek, enzovoorts.
5.11 Het vaststellen van de kwaliteit van het onderzoeks ontwerp (establishing the quality of the
research design)
Vraag om kwaliteit van onderzoeks ontwerp te toetsen: (Raimond, 1993); Zullen het bewijs en mijn
conclusies de meest nauwkeurige toetsing doorstaan? Het antwoord is natuurlijk dat je de letterlijke
zin van de vraag niet kunt beantwoorden. Wat je wel kunt doen is de kans verkleinen dat het
antwoord fout is.
Wetenschappelijke methodologie moet worden gezien voor wat het werkelijk is, een manier om te
voorkomen dat ik mezelf bedrieg met betrekking tot mijn creatief gevormde subjectieve
voorgevoelens die zich hebben ontwikkeld van de relatie tussen mij en het materiaal. Op
dit staat vaak een verschil tussen 1. positivistische en 2. interpretivistische onderzoekers (positivist &
interpretivist researchers).
• Positivistische onderzoekers = gebruiken de ‘canons van wetenschappelijk onderzoek’ met
betrekking tot betrouwbaarheid (reliability) en validiteit (validity) om de kwaliteit van hun
onderzoek of dat van anderen te meten.
Een positivist is een onderzoeker die van mening is dat je onderzoek alleen bruikbaar is als
je het doet met behulp van ‘metingen’. (Als je iets niet kan meten dan is het ook niet te
bewijzen. Een positivist werkt daarom vaak met enquêtes of tel-/meetsystemen. Door
voldoende enquêtes af te nemen en wiskundige (statistiek) berekeningen te verrichten
komt hij tot conclusies over de werkelijkheid. Zo probeert hij het gedrag van
mensen/klanten te begrijpen, verklaren en te voorspellen. Onderwerpen die niet goed te
meten zijn vindt hij niet de moeite waard om te onderzoeken.
2
, • Interpretivistische onderzoekers = gebruiken de termen betrouwbaarheid en validiteit aan te
passen om hun onderzoek te beoordelen of af te wijzen als ongepast voor interpretivistische
studies.
Een interpretivist is een onderzoeker die precies van het tegenovergestelde uitgaat. De
interpretivist is van mening dat de positivist de werkelijkheid veel te simpel voorstelt. Alsof
je alles meetbaar kan maken. Het gedrag van mensen bijvoorbeeld is heel moeilijk te
voorspellen. Als je vandaag een enquête voorlegt aan een groep klanten dan antwoorden
ze anders dan over een maand. Mensen gedragen zich ook anders als ze samen zijn dan
wanneer ze alleen zijn. Ze gedragen zich ook anders wanneer ze met vrienden zijn.
Bovendien vinden interpretivisten dat alles een kwestie is van ‘persoonlijke smaak’ /
‘persoonlijke mening’ is/ ‘DE werkelijkeheid (van de positivist) bestaat volgens hen niet. Er
zijn net zoveel werkelijkheden/ waarheden als dat er mensen zijn. Wat je als onderzoeker
alleen kunt doen is mensen interviewen en observeren en beschrijven hoe de mensen het
zien. Je kunt daarmee hun gedrag wel beter begrijpen. Je kunt onderzoek doen naar hun
ideeën en motieven.
2.11.1 Wetenschappelijke onderzoekscanons; betrouwbaarheid en validiteit (scientific canons of
inquiry: reliability and validity)
Betrouwbaarheid en validiteit staan centraal bij oordelen over de kwaliteit van onderzoek in de
natuurwetenschappen en kwantitatief onderzoek in de sociale wetenschappen.
• Betrouwbaarheid: wijst naar replicatie (replicate) en consistentie (consistency). Als een
onderzoeker in staat is om een eerder onderzoeks ontwerp te repliceren en dezelfde
bevindingen te bereiken, dan wordt het onderzoek als betrouwbaar beschouwd.
komen andere onderzoekers tot dezelfde uitkomst/conclusie? Het onderzoek is betrouwbaar
als een onderzoeker het eerdere onderzoeksopzet kan repliceren en tot dezelfde
bevindingen/conclusie komt (replicatie en consistentie).
Bij betrouwbaarheid wordt er onderscheid gemaakt tussen interne- en externe
betrouwbaarheid:
- Interne betrouwbaarheid: verwijst naar het waarborgen van consistentie tijdens een
onderzoeksproject. Wordt bereikt door bijv. meerdere onderzoekers in te zetten bij het
afnemen van interviews en voor het analyseren van gegevens om deze te kunnen
beoordelen. Consistentie wordt bereikt door te verzekeren dat in iedere fase van het
onderzoek memo’s te schrijven om de stabiliteit te bevorderen in de manier waarop de
gegevens worden gecodeerd, geanalyseerd en worden geïnterpreteerd.
- Externe betrouwbaarheid: verwijst naar de vraag of technieken voor het verzamelen van
gegevens en analytische procedures consistente bevindingen zouden opleveren als ze bij
een andere gelegenheid herhaald zouden worden.
Het waarborgen van betrouwbaarheid is niet perse eenvoudig en er zijn een aantal bedreigingen
voor de betrouwbaarheid. Onderzoek dat onbetrouwbaar is wordt ongeldig verklaard. De
bedreigingen houden in dat er methodologische striktheid moet zijn in de manier waarop er
onderzoek bedacht wordt en wordt uitgevoerd om bedreiging van de betrouwbaarheid te
voorkomen. Er moet op een transparante manier worden gerapporteerd, zodat andere kunnen
oordelen en te repliceren. Betrouwbaarheid is een belangrijk kenmerk van onderzoekskwaliteit.
Bedreigingen voor betrouwbaarheid:
- Deelnemersfout (participant error): elke factor die het functioneren van een deelnemer
nadelig beïnvloedt. (participant error)
- Participant bias (partcipant error): elke factor dat een valse reactie veroorzaakt.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NaVer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.13. You're not tied to anything after your purchase.
