Premaster Methoden en technieken van onderzoek (MB0116222312)
Summary
Samenvatting week 13 - blok 4 - Premaster MTO
14 views 0 purchase
Course
Premaster Methoden en technieken van onderzoek (MB0116222312)
Institution
Open Universiteit (OU)
Book
Research Methods for Business Students
Samenvatting van week 13, blok 4 in de premaster methoden en technieken van onderzoek (MTO). Het is een Nederlandstalige samenvatting van gedeeltes uit het boek Research methods for business students, gekoppeld aan de taken uit week 13. Er is ook een samenvatting van de artikelen uit de reader (pp....
SOLUTION MANUAL Research Methods For Business Students 8th Edition Mark Saunders, Philip Lewis Chapters 1 - 14, Complete
Solution Manual For Research Methods For Business Students, 8th Edition by Mark Saunders, Philip Lewis, Verified Chapters 1 - 14, Complete Newest Version
Solution Manual For Research Methods For Business Students, 8th Edition by Mark Saunders, Philip Lewis, Verified Chapters 1 - 14, Complete Newest Version
All for this textbook (54)
Written for
Open Universiteit (OU)
Managementwetenschappen
Premaster Methoden en technieken van onderzoek (MB0116222312)
All documents for this subject (39)
Seller
Follow
NaVer
Reviews received
Content preview
Samenvatting week 13 – Kwalitatief onderzoek – De basis
Leerdoelen
Na het bestuderen van de taken in deze week kunt u
• uitleggen in welke situaties kwalitatief onderzoek een geschikte methode is c.q. voor welke
doeleinden kwalitatief onderzoek kan worden gebruikt
• aangeven welke benaderingen van kwalitatief case study onderzoek gangbaar zijn in de
managementwetenschappen
• de stappen waaruit kwalitatief (case study) onderzoek bestaat beschrijven
• verschillende vormen van kwalitatief case study onderzoek herkennen
Inleiding
In de eerste week van Blok 4 (week 13) bekijken we met u welke rol kwalitatief onderzoek speelt in
het totale scala aan methoden en technieken voor wetenschappelijk onderzoek. Wanneer gebruiken
we kwalitatief onderzoek? Welke vormen van kwalitatief onderzoek kennen we zoal? En, in hoeverre
doorlopen we bij het doen van dit type onderzoek andere stappen dan in andere typen van
onderzoek?
Samenvatting artikel Ooms in reader– 4.1 – blz 70 t/m 72- introductie van kwalitatief onderzoek
Zie samenvatting week 3:
Deductie start bij algemene theorie of eerdere studies. Daaruit ga je
hypotheses formuleren. Je verzamelt gegevens/observeert (data) en
analyseert deze mbv statistiek. Dan ga je als conclusie de hypotheses
bevestigen of ontkrachten.
Inductie (= generalisatie) start bij een empirische waarneming/data.
Je verzamelt gegevens die worden geanalyseerd. Die gegevens ga je
generaliseren. Aan de hand van die gegevens worden nieuwe
theorieën/conclusies opgesteld. Je hebt het inductieprobleem met
falsificatie, zie samenvatting week 1.
Vanuit een theorie (wet) maak je een hypothese. Deze stap noemt deductie omdat je vanuit een
algemene stelling een eigenschap over een situatie formuleert. Vb. De theorie is dat alle auto’s groen zijn.
Hypothese = als ik een auto tegenkom, dan zal die groen zijn. Nu moet je die hypothese testen in de
praktijk. Op straat zie je ook andere kleuren van auto’s en we houden bij hoe vaak we welke kleuren zien.
Met deze gegevens kunnen we een conclusie trekken over onze hypothese. Bij deze laatste stap evalueren
we het experiment dmv verificatie. Waar nodig kunnen we opnieuw beginnen met de cyclus want we
hebben een nieuwe observatie die leidt tot een nieuwe theorie.
Deductief onderzoek is het type onderzoek dat zich bezighoudt met het toetsen van
managementwetenschappelijke theorie. Dit wil vaststellen of en welk causaal verband er bestaat
tussen variabelen, dus wat is het effect van de ene variabele op de andere variabele? Vertrekpunt is
hierbij bestaande managementtheorie en eerder empirisch onderzoek, waarbij al duidelijke ideeën
hebben over hoe de werkelijkheid in elkaar zit en deze ideeën in de vorm van hypothesen kunnen
toetsen, waardoor managementtheorieën verder ontwikkelt kunnen worden = kwantitatief
onderzoek; survey, archiefonderzoek en een experiment.
Dit zijn onderzoeksstrategieën die het mogelijk maken om bevindingen tot op zekere hoogte te
1
,generaliseren en ook allen zijn zij geschikt om intern valide uitspraken te kunnen doen over
causaliteit. Deze benadering kent minstens twee nadelen:
• Externe validiteit (Generaliseerbaarheid) is vaak duidelijk te benoemen, omdat er gewerkt
wordt met steekproeven dit representatie zijn voor een bepaalde populatie, echter geldt dat
niet voor de ecologische validiteit (externe validiteit dat betrekking heeft op de mate waarin
bevindingen kunnen worden gegeneraliseerd van de ene naar de andere groep). Het toetsen
van causaliteit vereist namelijk dat in onderzoek wordt gecontroleerd voor invloeden van
buitenaf, die de afhankelijke variabele kunnen beïnvloeden (bv; gecontroleerde, afgesloten
setting in een experiment).
• Wat als er geen eerder empirisch onderzoek gedaan is. Hierdoor kunnen er geen hypothesen
worden geformuleerd en/of worden getoetst, het is onbekend hoe en waarom de werkelijk in
elkaar steekt. De empirische realiteit kan dan gelden als vertrekpunt. Door systematisch naar de
empirische realiteit te kijken kan de onderzoeker via logische inductie theorie ontwikkelen over
hoe de werkelijkheid werkt en waarom die zo werkt = inductief verkennend onderzoek (de
empirische realiteit als vertrekpunt voor zijn of haar onderzoek en probeert men op die manier
de hoe en waarom vragen te beantwoorden.
Een onderzoeksstrategie is een samenhangend raamwerk van methoden, instrumenten en
technieken voor dataverzameling en analyse. Bij deductief verklarend onderzoek is het de bedoeling
om vast te stellen of en welke causale verbanden er bestaan tussen variabelen door middel van
hypothesetoetsing, dit kenmerkt zich door:
1. Onafhankelijkheid van de onderzoeker
2. Generaliseerbaarheid van de bevindingen naar een relevant onderzoekspopulatie
3. Een zekere mate van controle over de omstandigheden waaronder het onderzoek plaatsvindt
4. Operationalisatie van de kernconcepten zodat deze kwantitatief gemeten kunnen worden en
zodat verbanden met behulp van statistische analyse inzichtelijk gemaakt kunnen worden.
Aantal nadelen als het vertrekpunt de empirische realiteit is:
• Onafhankelijkheid van de onderzoeker is niet mogelijk
• De onderzoeker heeft niet genoeg tijd/middelen om voldoende representatief en systematisch
beeld van de werkelijkheid te vormen om te kunnen generaliseren
• De realiteit is niet eenvoudig te controleren
• Valide operationalisatie en kwantificatie van de kernconcepten is niet mogelijk wanneer de
onderzoeker geen theorie of onderzoek als vertrekpunt heeft.
• Zonder kwantitatieve data en een theoretisch idee over de veronderstelde samenhang tussen
variabelen is statische analyse niet zinvol.
• Een onderzoeker die de empirische realiteit als vertrekpunt neemt heeft een alternatief
raamwerk voor onderzoek nodig.
Onderzoeksstrategieën die wel geschikt zijn met als vertrekpunt de empirische realiteit kennen een
raamwerk met voornamelijk kwalitatieve methoden, instrumenten en technieken; case-study
benadering, critical incident technique en de grounded-theorie benadering. Data verzameling
gebeurd door middel van interviews, observatie en inhoudsanalyse die worden geanalyseerd door de
onderzoeker met onder andere codering.
Samenvatting artikel 4.2 in reader – case study research – blz 74 t/m 77.
1. Wat is een casus?
Ook case genoemd. Een case study is een diepgaand onderzoek naar een onderzoek of
fenomeen binnen een levensechte setting (Yin, 2018), in een natuurlijke omgeving. De ‘case’ in
case studieonderzoek kan verwijzen naar: een persoon (bv. een manager), een groep (bv. een
werkteam), plaats, gebeurtenis (bv. jaarlijkse algemene vergadering), organisatie (bv. een
2
, bedrijf), vereniging (bv. een joint venture), veranderingsproces (herstructurering van een
bedrijf), fenomeen, evenals vele andere soorten casusonderwerpen. Case studies worden
veelal gebruikt in onderzoek. Voor het onderwerp van een case study worden vaak
kwalitatieve, maar soms ook kwantitatieve dataverzamelingsmethoden gebruikt. Met een case
study kun je verschillende aspecten van een probleem beschrijven, vergelijken, evalueren of
begrijpen. In Management wetenschappen zal dit betrekking hebben op een management en
organisatie onderwerp.
2. Wat is mogelijk met een case study strategie dat met kwantitatieve strategieën niet mogelijk is?
Bij kwanitatieve strategieën moet je diepgaand onderzoek doen naar ideeën en ervaringen
waarbij je hypothesen gaat formuleren. Dit brengt je op nieuwe ideeën. In een later stadium kan
je die hypothesen kwantitatief gaan toetsen dus met kwantitatief onderzoek ga je de
kwalitatieve hypotheses op juistheid toetsen waarbij gebruik gemaakt wordt van een steekproef
van voldoende omgang. Met kwantitatief onderzoek ben je bezig met meetbare doelen.
Bij kwantitatieve strategieën werk je met data die je gaat verzamelen en analyseren, dit heeft
betrekking op getallen die je dan statistisch gaat analyseren.
Bij case studie ga je slechts 1 object (1 onderzoekseenheid) onderzoeken (vb. een organisatie,
een manager, een overname, onderwijssysteem etc) waardoor je de uitkomst niet kan
generaliseren (zie externe validiteit) naar andere personen, bedrijven of situaties. Vb. Als 1
bedrijf goed presteert met reclamecampagne X, dan betekent dat niet dat alle andere bedrijven
die reclamecampagne op dezelfde manier doen ook goed gaan presteren. Terwijl je bij
kwantitatief onderzoek altijd meerdere onderzoeksobjecten gaat bestuderen (vb. de
werknemers, vele leerlingen etc.) en die onderzoeksresultaten kan je generaliseren.
Het gebruik van statistiek in een case studie is meestal niet mogelijk omdat je slechts 1 object
bestudeert waardoor er geen variatie is tussen de objecten.
Bij case studie is er onduidelijkheid over hoe het te onderzoeken fenomeen en zijn
contextuele variabelen met elkaar in verband staan of zelfs onduidelijkheid over welke
contextuele variabelen een rol spelen. Bij kwantitatief onderzoek (deductief) vertrek je van
eerder empirisch onderzoek of theorieën die je dan verder gaat toetsen. Dus daar ken je al je
werkelijkheid als vertrekpunt met alle variabelen. Alles is al bekend.
bij case study moet je het onderzoek/case nog begrenzen. In managementwetenschappen is
dat vaak een organisatie of organisatieonderdeel. Die begrenzing zal dan vraagstelling van het
onderzoek bepalen. Bij kwantitatief onderzoek vertrek je al uit een bestaande theorie of eerder
empirisch onderzoek dus daar is de begrenzing al gebeurt.
Verschillen kwalitatief en kwantitatief onderzoek:
Kwalitatief onderzoek Kwantitatief onderzoek
Kleine groep respondenten uit de populatie, Grote steekproef uit de populatie, zoveel
een paar cases of single case study mogelijk cases
Diepgang van de reacties is de norm Representativiteit is de norm
Psychologisch inzicht als analyse instrument Statistiek als analyse instrument: grootschalige
diepte-interviews, etnografie surveys, experimenten statistische analyse
interpretatie van teksten, verhalen van kwanititatieve data
Hoge betrokkenheid van respondenten Hoge non-respons van respondenten
Meningen en ideeën vormen de uitkomst Aantallen en percentages vormen de uitkomst
Hypotheses worden gevormd op basis van Beslissingen worden gebaseerd op beeld van de
uitlatingen van respondenten totale populatie generalisatie
Uitvoerder van onderzoek heeft inhoudelijke Uitvoerder van onderzoek hebben weinig kennis
kennis en gespreksvaardigheden en ervaring nodig
3
, Respondenten reageren soms op elkaar Respondenten reageren niet op elkaar. Nooit
uitlatingen
Inductie: theorie genereren Deductie: theorie toetsen
Ontologie? Constructivisme Ontologie? Objectivisme
Epistemologie? Interpretatief is begrijpen Epistemologie? Positivistisch
(natuurwetenschappelijk) is verklaren
Doel? Begrijpen Doel? Verklaren
3. Welke drie benaderingen van case study onderzoek kennen we en hoe onderscheiden deze zich
van elkaar?
a. Case study op positivistische analoge wijze
b. Replicatie logica (experiment)
c. Vanuit een positivische perspectief
4. Welke 3 soorten case studie onderscheiden we volgens Yin (2003)?
a. Verkennend: de case studie wordt gebruikt om vragen en hypotheses te definiëren – of om
een onderzoeksprocedure uit te testen – voor een verder onderzoek, zoals een
grootschalige enquête.
b. Beschrijvend: de case studie wordt gebruikt om een bepaald fenomeen in zijn context te
beschrijven. Ze kan worden gebruikt om een bepaald thema dat bij een enquête aan het
licht is gekomen, verder uit te werken.
c. Verklarend: de case studie onderzoekt oorzaak-gevolg relaties, en/of hoe gebeurtenissen
gebeuren. De verklarende kan standhouden als een methode in zijn eigen recht, en niet als
een bijkomstigheid van andere kwantitatieve benaderingen zoals onderzoeken of
veldexperimenten.
5. Welke mogelijkheden en overwegingen zijn er om passende casussen te selecteren voor het
beantwoorden van je onderzoeksvraag?
Er kan een andere set cases worden gekozen waarbij een contextuele factor opzettelijk anders
is. Het effect van dit verschil op de verwachte bevindingen wordt door de onderzoeker
voorspeld.
6. Een case studie komt voor in 3 vormen in de ontwikkeling van theorie maar er vinden
crossovers plaats tussen de benaderingen of hybride vormen of ook subvarianten. Wat heb je
nodig om een case study te benaderen? (wat zijn de 3 rollen van case studie onderzoek ten
tijde van theorieontwikkeling)
a. Hypotheses te verkennen en te vormen op een positivistische manier.
b. Te toetsen: kan op een positivistische manier (Eisenhardt en via een replicatielogisca zoals
bij een experiment (Yin).
c. En als verklarend onderzoek vanuit een interpretatieve holistische benadering.
7. Wat is theoretische replicatie?
Er kan een andere set cases worden gekozen waarbij een contextuele factor opzettelijk anders
is. Het effect van dit verschil op de verwachte bevindingen wordt door de onderzoeker
voorspeld. Wanneer deze voorspelde variatie wordt gerealiseerd, noemt Yin dit theoretische
replicatie.
8. Verschil tussen case study en survey?
a. Case study = kwalitatief; je doet uitspraken en onderzoeken naar de factoren die iets
veroorzaken en dit doe je binnen een levensechte setting. Je hebt een kleine
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NaVer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.