Hoofdstuk 1: Inleiding op de financiële administratie
Er zijn twee noodzakelijke redenen waarom een bedrijf een administratie voert, namelijk een
interne noodzaak (voor het bedrijf zelf) en en externe noodzaak: voor derden.
Bij de interne noodzaak vervult deze drie essentiële functies:
- Registratiefunctief
- Controlefunctie: het controleren van bedrijfsprocessen via de boekhouding.
- Sturingsfunctie: als bron voor het verschaffen van informatie op commercieel en
financieel gebied, zodat er verantwoordelijke beslissingen kunnen worden genomen.
Bij de externe noodzaak zijn er ook een aantal functies:
- Het voeren van een financiële administratie is wettelijk verplicht.
- De fiscus moet inzicht hebben in de boekhouding van een bedrijf, dit inzicht is
eenvoudiger als er een financiële administratie is.
- Banken willen graag inzage in de boekhouding als een bedrijf om een lening vraagt.
- Aandeelhouders en klanten.
Jaarrekening
De jaarrekening: de balans en de winst- en verliesrekening met toelichting.
Om inzicht mogelijke te maken, moet:
- de balans getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het vermogen en zijn
samenstelling in actief- en passiefposten op het einde van het boekjaar weergeven;
- de winst- en verliesrekening getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het
resultaat van het boekjaar en zijn afleiding uit de posten van baten en lasten
weergeven.
Goed koopmansgebruik: Omzet van een onderneming pas boeken als die omzet werkelijk
gerealiseerd is (bv. bij het opmaken van een factuur).
Bestendige gedragslijn: Dat wanneer een bedrijf voor de inrichting en het bijwerken van de
financiële administratie keuzes maakt, het bedrijf moet deze keuzes dan ook elk jaar
handhaven. Is er eenmaal gekozen om op de inventaris tien jaar af te schrijven, kan die niet
gewijzigd worden naar bv. vijf jaar.
Balans
De balans: een overzicht van alle bezittingen en schulden van een onderneming; de balans
geeft op een gegeven moment de stand van zaken weer.
Deze balans heeft een aantal belangrijke kenmerken:
- Deze moet altijd in evenwicht zijn: de totaalbedragen van de bezittingen (links) en
van de schulden (rechts) zijn gelijk.
- Links: activa / debetzijde, Rechts: passiva / creditzijde
- Datum van opmaken balans in het midden
- De balanstotalen onderaan worden dubbel onderstreept
Eigen vermogen altijd RECHTS!
, Eigen vermogen zorgt ervoor dat je balans in balans is.
Activa - vreemd vermogen = eigen vermogen!
Activa = bezittingen (of bestemmingen)
Passiva = schulden/vermogensbronnen
Activa:
Vaste activa: bedrijfsmiddelen met een gebruiksduur langer dan een jaar
Vlottende activa: bedrijfsmiddelen met een gebruiksduur korter van een jaar
Liquide middelen: aanwezige geldmiddelen (bank, kas)
Passiva:
Eigen vermogen: geld dat de eigenaren zelf in het bedrijf hebben gestoken
Vaste passiva: schulden met een looptijd langer dan een jaar (vreemd vermogen)
Vlottende passiva: schulden met een looptijd korter dan een jaar (vreemd vermogen)
Permanent vermogen: het eigen vermogen.
Lang tijdelijk vermogen: vreemd vermogen dat contactueel langer dan 1 jaar ter beschikking
staat van de onderneming.
Kort tijdelijk vermogen: vreemd vermogen dat korter dan 1 jaar ter beschikking staat.
(rekening courant / crediteuren)
Het meest belangrijke voor de eigenaren van een bedrijf is de ontwikkeling van het eigen
vermogen. Het is namelijk alleen zinvol als het eigen vermogen rendement oplevert in de
vorm van winst. Is er bijvoorbeeld geen rendement of zelfs een negatief rendement in de
vorm van verlies, dan is het beter om dat geld op een spaarrekening te laten staan.
Het eigen vermogen heeft vier functies binnen een bedrijf:
1. Financieringsfunctie
2. Bestedingsfunctie
3. Bufferfunctie
4. Inkomensfunctie
Het eigen vermogen staat rechts aan de creditzijde. Het is een schuld van de
onderneming aan de eigenaren.
Eigen vermogen = bezittingen minus schulden.
Veranderingen in eigen vermogen ontstaan door opbrengsten (+) en kosten (-).
Enkele bijzondere vormen van activa (A) en passiva (P):
A:
- Materiële vaste activa: vaste activa die tastbaar zijn: gebouwen, grond, machines.
- Immateriële vaste activa: vaste activa die niet tastbaar zijn: goodwill bijvoorbeeld.
- Financiële vaste activa: bijvoorbeeld een deelname in een ander bedrijf, of een
verstrekte lening aan derden met een lange looptijd (jaar en langer). Vlottende
financiële activa bestaan ook: beleggingen in aandelen bijvoorbeeld.
P:
- Obligatielening: langlopende lening die financiële instellingen of beleggers
verstrekken aan een bedrijf of overheidsinstelling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LiannePunt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.30. You're not tied to anything after your purchase.