100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 9: politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk $6.12   Add to cart

Summary

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 9: politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Hoofdstuk gericht op gezag, representatie en representativiteit, verschillende modellen voor representatie, liberalisme, democratisering en de democratische rechtsstaat. Achterin het document staat nog een overzicht van de begrippen uit vorige hoofdstukken.

Preview 2 out of 7  pages

  • March 1, 2023
  • 7
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 9
Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk

- Verhoudingsvraagstuk: vraagstuk over de manier waarop mensen zich van elkaar
onderscheiden en tot elkaar verhouden en de manier waarop samenlevingen in sociale
zin vorm geven aan deze verschillen.

Paragraaf 1 Casus: Revoluties

- 18e eeuw: naties werden steeds belangrijker, mensen voelden cohesie in de natiestaat
door dezelfde taal en cultuur.
- Dit leidde tot conflicten tussen naties zoals bij de wereldoorlogen en tegelijkertijd
interne conflicten in de landen, omdat mensen vonden dat de staat te machtig was
geworden en de burgers te weinig vrijheid hadden.
- De overheden zorgden voor veiligheid, maar pasten hierbij dwang en onderdrukking
toe en de mensen kwamen in verzet: revolutie.

Paragraaf 2 Analyse: gezag, representatie en representativiteit

- Gezag: Macht die als legitiem beschouwd wordt.
- Als een actor gezag heeft, accepteren anderen vrijwillig de beslissingen die hij neemt
en aanvaarden dat hun vrijheid wordt ingeperkt.
- In een staat met interne soevereiniteit heeft gezag bij de bevolking.
- Gezag krijgt een actor niet zomaar, gezag wordt alleen geaccepteerd als het steeds
waar wordt gemaakt. Op microniveau krijgen mensen gezag op basis van:
1. Persoonlijke kwaliteiten.
2. Geleverde prestaties, zoals gewonnen oorlogen.
3. De positie of functie die iemand heeft, bijvoorbeeld directeur of paus.

- De overheid heeft de macht om vrijheden van burgers in te perken dankzij het
gewelds- en belastingsmonopolie. Zo lang mensen dat erkennen heeft de overheid
gezag (interne soevereiniteit).
- Hoe meer mensen in de samenleving het gezag van de overheid herkennen, hoe
stabieler de politieke positie van het land.

- Representatie: De vertegenwoordiging van een groep in (politieke) organisaties door
één of enkele betrokkenen die namens de groep optreden
- Leerlingenraad vertegenwoordigt de school, aanvoerder vertegenwoordigt het team en
Willem-Alexander vertegenwoordigt Nederland.
- Bij representatie is groepsvorming te herkennen waarvoor één of een aantal leden
optreden.

- Amerikaanse opstandelingen wilden ook representatie. De koning had volgens hen
afgedaan en ze wilden mensen kunnen kiezen die wel oog hadden voor hun belangen
en die hun macht misbruikten moesten ze weggestuurd worden. Ze wilden op deze
manier het gezagsprobleem oplossen > ontstaan nieuwe politieke instituties:
kiesstelsel en politieke partijen.

, - Representativiteit: De mate waarin de (politieke) besluiten, de standpunten of
achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers overeenkomen met die van de groep
die zij vertegenwoordigen.
- In een representatieve democratie met politieke partijen moeten de wensen van het
volk wel weerspiegeld worden, burgers moeten zich herkennen in de besluiten die
genomen worden.
- Bij representatie gaat het om het feit dat een groep vertegenwoordigd wordt en bij
representativiteit over hoe gebeurt.
- Bij representativiteit wordt gekeken naar overeenkomsten op de volgende punten:
1. Achtergrondkenmerken, lijkt de politieke partij wat betreft variabelen als leeftijd,
geslacht, woonplaats en opleidingsniveau op de bevolking die zij
vertegenwoordigt?
2. Standpunten, vinden mensen in de politieke partij waarop zij stemmen hun
standpunten over bijvoorbeeld milieu, economie en immigratie terug?
3. Besluiten, komen de besluiten van het kabinet overeen met de standpunten van de
partijen die erin zitten?

- Ostrogorski-paradox: Je verwacht dat de representatie representatief is voor de
groep, maar dat is niet zo.

- Voor de Amerikaanse opstandelingen was representatie een manier om invloed en
inspraak te krijgen in het politieke systeem. Sinds die tijd is de representatieve
democratie ontwikkeld en zijn er verschillende visies op (politieke) representatie
ontstaan: het afspiegelingsmodel, het rolmodel en het partijenmodel.

Het afspiegelingsmodel:
- De volksvertegenwoordiging moet zoveel mogelijk lijken op de samenstelling van het
volk. De vertegenwoordigers moeten vergelijkbaar zijn wat opvattingen en
achtergrondkenmerken betreft. Een tweede kamer vol blanke, hoogopgeleide mannen
is niet wenselijk of een Nederlands parlement die voor de doodstraf is want dat is niet
de opvatting van alle Nederlanders.
- Dit model is in de praktijk echter vaak niet haalbaar, het is niet te vermijden dat
sommige groepen oververtegenwoordigd zijn (academici) en andere groepen juist
ondervertegenwoordigd (laagopgeleiden en jongvolwassenen).

Het rolmodel:
- Er wordt vooral gekeken naar de functie van de volksvertegenwoordiger om het volk
te vertegenwoordigen. Het maakt niet uit of zijn achtergrondkenmerken
overeenkomen, het gaat meer om de standpunten.
- Binnen het rolmodel zijn er twee opvattingen over deze standpunten:
1. Het delegate-model vindt dat een volksvertegenwoordiger zich bij zijn
standpunten moet laten leiden door het standpunt van de kiezers.
2. Het trusteeship-model vindt dat een volksvertegenwoordiger zijn eigen afweging
moet maken en zich als een gevolmachtigde mag opstellen.

Het partijenmodel:
- De focus ligt niet op de vertegenwoordigers, maar op de politieke partijen.
- Mensen stemmen op een bepaalde partij en de parlementsleden van die partij moeten
zich houden aan de partijstandpunten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ashleyreuneker. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.12. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

85651 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.12
  • (0)
  Add to cart