Dit document bevat aantekeningen van de hoorcolleges 1 t/m 8 van het vak Klinische Neuropsychologie in jaar 2022/2023. Bij de aantekeningen zijn ook afbeeldingen van belangrijke modellen, hersenstructuren of powerpointslides toegevoegd.
Onderzoek onder ouderen die heel oud worden en cognitief goed blijven functioneren →
hersenen van iemand rond 60/70. Bij alzheimer krimpt het brein, hierdoor wordt o.a. het
geheugen aangetast.
Tekeningen van patiënten → patiënten verliezen vaardigheden waarmee relatief makkelijke
opdrachten kunnen worden gedaan. Hoe komt dit?
Waar houdt de klinische neuropsycholoog zich mee bezig? Er wordt gekeken welke klachten
de patiënt rapporteert. Vervolgens wordt er gekeken of deze passend zijn bij het neurologisch
of psychiatrisch beeld. Dan wordt er gekeken welke andere klachten er van invloed zouden
kunnen zijn. Hoe kan het dat de ene patiënt meer klachten heeft dan de ander met dezelfde
hersenbeschadiging? Wat is het verwachte beloop? En kunnen we klachten doen laten
afnemen door middel van trainen?
8 Functiedomeinen
● Geheugen
● Waarneming
● Motoriek en lichaamsrepresentatie
● Intelligentie
● Taal
● Aandacht en executieve functies
● Emoties en sociale cognitie
● Relatie tussen hersenen en gedrag
● Toepassing in de klinische praktijk
● Zowel gericht op diagnostiek als behandeling
,Historie
Het is een jong vakgebied (jaren 70), het nadenken over hersenen en mentale functies stampt
daarentegen al uit de klassieke oudheid.
● Hippocrates: hersenen spelen belangrijkste rol
● Aristoteles: hart is zetel van de ziel
● Celtheorie
● Descartes (1596-1650): ziel in de pijnappelklier/epifyse
Lokalisatie en gevalsbeschrijvingen
Er kwamen steeds meer gevalsbeschrijvingen en het lokaliseren werd steeds belangrijker.
● Gall (1758-1828): buitenzijde van hersenen (cortex) → frenologie (uitstulpingen
in de schedel, wiskundeknobbel). Hij had gelijk in het feit dat vooral in de
buitenzijde van de hersenen de cognitieve functies zitten.
● Phineas Gage (1848) staaf door hoofd, daarna moeite met inhibitie van gedrag
● Broca (1824-1880): patiënt “Tan” → geen taalproductie, maar wel taalbegrip. Dus
het gebied van de beschadiging bleek belangrijk voor de taalproductie (het gebied
van Broca).
● Wernicke (1848-1905): zag tegenovergesteld beeld → wel taalproductie, maar
geen taalbegrip (gebied van Wernicke).
● Neiging naar meer holistische visie
Tegenwoordig weten we dat de scheiding tussen gebied van Broca en Wernicke niet zo strikt
is. Door de meer holistische visie kwam er een neiging tot experimentele psychologie.
Experimentele psychologie (minder subjectief)
● Opzet eerste experimenten, vooral gericht op waarneming
● Objectieve, gestandaardiseerde methoden
● Kwantitatieve metingen van cognitieve functies
● Het meten van individuele verschillen, normgroepen (vergeleken met anderen die
ongeveer vergelijkbaar waren)
De eerste testen waren vooral gericht op het voorspellen van schoolsucces of geschiktheid
voor militaire dienst. Binet (1857-1911) ontwikkeling intelligentietest. Dit is een
uitgangspunt geweest voor de ontwikkeling van neuropsychologische tests en
intelligentietests.
Plaats binnen gezondheidszorg
● Patiënten met hersenbeschadiging voorheen vakgebied van neurologen en
psychiaters
● Sinds WOII toenemende mate vakgebied van psychologen
, ● Luria: integratie van zowel holistische als lokalisatie theorieën (heeft het meest
ons denkbeeld hierover gevormd)
● Luria: Hersenen zijn als geheel verantwoordelijk voor gedrag, maar er zijn wel
gelokaliseerde deelfuncties te onderscheiden
● Dissociatie (patiënt valt uit op taak A en niet B) en dubbele dissociatie (patiënt
valt uit op taak B en niet A)
● Ontwikkeling eerste neuropsychologische tests o.a. door Benton en Warrington
● 1967: oprichting International Neuropsychological Society
● 1976, eerste editie Neuropsychological Assessment, Lezak
Winkler is belangrijk geweest → eerste leerstoel. Hij hield zich bezig met patiënten met een
hersenbeschadiging.
Vanaf 1980: locatie van hersenbeschadiging kan worden vastgesteld. Neuropsychologisch
onderzoek is belangrijk om de gevolgen van hersenbeschadiging in kaart te brengen. Het
betreft geen 1 op 1 relatie → het is niet zoals er beschadiging is in een bepaald gebied dat
men dan ook gelijk deze gedragsgevolgen heeft. De omvang is ook niet 1 op 1 (grote
beschadiging resulteert niet altijd in grote gevolgen. Ontstaan van netwerkmodellen.
Huidige neuropsychologie
● 1970 Nederlandse Vereniging voor Neuropsychologie opgericht
● Individuele patiënt is een n=1 studie (steeds belangrijker om zo onderzoek te
doen)
● Breed werkveld (ziekenhuis, ggz, revalidatiecentrum etc.)
● Betrokken bij zorg (diagnostiek, indicatiestelling, behandeling) en
wetenschappelijk onderzoek.
Neuropsycholoog is geen beschermde titel. 2-jarige opleiding tot gezondheidspsycholoog.
4-jarige opleiding tot klinisch neuropsycholoog (na GZ-psycholoog). BIG geregistreerd kan
daarna.
Neuropsychologie in de praktijk.
Het werkveld
● Ziekenhuis
● GGZ
● Revalidatie
, ● Langdurige zorg
● Forensische zorg
Patiëntengroep met geheugenverlies → men heeft geen ziektebesef.
N=1
● Wetenschappelijke methode toepassen op het individu
● Hypotheses formuleren → medisch dossier
● Literatuur review
● Studie design → opstellen testbatterij
● Dataverzameling → testonderzoek afnemen
● Conclusie
Neuropsychologisch onderzoek
● Meer dan alleen testonderzoek!
● Hypothese toetsende diagnostische cyclus
● Vraagstelling
● Dossieronderzoek
● Hypotheses
● Anamnese/heteroanamnese
● Testonderzoek (het is erg belastend, dus je moet een keuze maken tussen
testen)
● Observaties (hoe is het als men normale taken doet, zoals jas van de
kapstok halen)
● Conclusies
● Adviezen (hoe er mee omgaan, beloop, etc.)
Eerst natekenen met tekening erbij. Vervolgens wordt er een half uur later gevraagd om het
zonder het voorbeeld opnieuw de tekening te maken.
Afwijkend, maar wat ligt hieraan ten grondslag? Executief functioneren, etc.
Betrouwbaarheid en validiteit
● Test hertestbetrouwbaarheid
● Meet de test wat je beoogt te meten? Validiteit • COTAN
Stoorfactoren
● Invloeden op testresultaten, vallen niet binnen meetpretentie van de test
● Visusproblemen, gehoorproblemen
● Pijnklachten
● Vermoeidheid
● Spanning
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninakunnen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.63. You're not tied to anything after your purchase.