Thema 1. Recht als systeem van prescriptieve regels
Het recht heeft de taak om zo mogelijk conflicten te voorkomen en bestaande conflicten op te
lossen. (Behoefte aan mechanismen die deze conflicten kunnen voorkomen/oplossen) Het recht is
een van die mechanismen en heeft 2 functies:
1) Ordenen (stellen van regels) en daarmee te uniformeren à maatschappelijke ordening van
het menselijk gedrag waarbij vanuit een perspectief van een rechtvaardige samenleving
ieders belangen zo veel mogelijk worden gerespecteerd en veiliggesteld
2) Handhaven (geschilbeslechting) à toezicht op de regels
à De inhoud van de meeste rechtsregels vloeit voort uit algemeen aanvaarde opvattingen over goed
en kwaad en uit de behoefte aan een doelmatige ordening van de maatschappij.
Doelstellingen van rechtsregels:
1) Gerechtigheid: beschermen van fundamentele menselijke waarden.
2) Doelmatigheid: de ordening van de menselijke samenleving.
à Er is dus verschil tussen de doelstellingen van rechtsregels en doelstellingen van recht in het
algemeen!
I) Descriptieve & normatieve algemene regels
A) Hoe de wereld in elkaar zit, feiten = descriptieve regels
B) Hoe de wereld behoort te zijn, voorschrijvend, behoren te gedragen, wenselijk gedrag =
normatieve/prescriptieve regels (NB normen en waarden (rechtsbeginselen))
- Godsdienst is een bron van normatieve regels/kennis
- Moraal gaat over wanneer gedrag goed of slecht is/wanneer ben ik een goed mens
- Fatsoenregels gaat over hoe kun je je uiterlijk gepast gedrag/sociaal geaccepteerd
Geldt voor iedereen (algemeen) à overlap kan bestaan
- Rechtsregels liggen vast, terwijl de andere 3 persoonlijk zijn. à Kan worden
afgedwongen (door overheid), geldt voor ieder ongeacht geloof, moraal etc. =
dwangconstructie
II) Scheiding recht <> moraal en godsdienst
Primitief systeem heeft gevaar voor:
- Rechtsongelijkheid
- Rechtszekerheid
à Moraal behoort tot privédomein (eigen geweten)
à Rechtssysteem behoort tot overheid (gelijkheid)
III) Rechtsbronnen
Een regel behoort tot het recht als de regel afkomstig is uit een van de vier rechtsbronnen;
- Wet (geschreven wet): elke algemeen geldende geschreven rechtsregel die afkomstig is
van een tot wetgeving bevoegd overheidsorgaan
- Verdrag (geschreven wet)
- Gewoonterecht (& rechtsbeginselen) = gewoontes (niet opschreven in de wet – gevaar!)
waar mensen zich aan houden in het gedrag, en waarvan de bevolking is overtuigd dat
het ook een rechtsregel is. (ongeschreven recht)
- Jurisprudentie = uitleg die door de hoogste rechter aan het recht wordt gegeven en
beschouwen wij vervolgens als rechtsregel à in strijd met democratie/trias politica.
Jurisprudentie is afkomstig van een elitaire afkomst (ongeschreven recht)
à W + V + G + J = het positieve recht = door de mens (vast)gesteld recht = het geheel van geldende
rechtsregels
,IV) Natuurrecht
= Het recht dat voor iedereen geldt ongeacht plaats en tijd onder het door de ‘natuur’ is
gegeven. Het gaat om universele waarden en normen die zijn voortgekomen uit de natuur
zonder dat de mens daaraan te pas is gekomen.
Er bestaat fundamentele rechtvaardigheidsprincipes die van nature gelden.
Als de wet in strijd is met natuurrecht, dan is de wet ongeldig.
- Objectief recht: algemene regel à ordenen de verhouding tussen personen: het geheel
van rechtsregels dat op dit moment in Nederland geldt.
- Subjectief recht: individuele regel à ieder individu ontleent eigen bevoegdheid: een
bevoegdheid of recht dat toekomt aan een persoon (of een groep personen)
n Worden in praktijk mogelijk gemaakt door het bestaan van objectieve rechten
V) Enkele indelingen van het positieve recht (blz.17)
Recht is in te delen in;
- Privaat = relatie burgers onderling
n Regelt de rechten van de burger en rechtsverhoudingen tussen burgers en
rechtspersonen onderling. Geregeld in Burgerlijk Wetboek. In het materiële
privaatrecht kan men drie hoofdgroepen onderscheiden:
1) Personenrecht = intieme relaties tussen (familie)personen en rechtspersonen
2) Vermogensrecht = op geld waardeerbare relaties tussen mensen onderling
(contracten, eigendom en aansprakelijkheid) à eigendomsrechten
3) Rechtspersonenrecht
- Publiekrecht = relatie overheid en tussen overheid en burger
1) Strafrecht (SR)/(SV)
n Bepaalde gedragingen (strafbare feiten) worden bedreigd met straf. Reden is
voorkomen dat de gedragingen worden verricht en het beveiligen van de
maatschappij. Belangrijkste kenmerk: leedtoevoeging dader. Strafbare feiten
kunnen gepleegd worden door natuurlijke personen en rechtspersonen.
Overheid (OM, ondergeschikt aan Minister van Veiligheid en Justitie) en burger
staan tegenover elkaar.
¨ Materieel strafrecht: geeft aan welke feiten strafbaar zijn, wie de dader
is en met welke sancties het plegen van die feiten wordt bestraft.
Grotendeels neergelegd in Wetboek van Strafrecht, maar ook bijv.
Opiumwet, Wegenverkeerswet en Wet wapens en munitie.
¨ Formeel strafrecht (strafprocesrecht): bevat voorschriften omtrent de
gang van zaken bij de opsporing van strafbare feiten, onderzoek ter
terechtzitting en de tenuitvoerlegging van de straf. Vrijwel geheel
geregeld in Wetboek van Strafvordering.
2) Staatsrecht = inrichting van de staat (GW) à alleen materieel staatsrecht
n Regels die betrekking hebben op de organisatie van de Staat en zijn organen en
op de bevoegdheden van die organen. Het omvat ook de verhouding tussen
burgers tot de Staat en de mogelijkheden die burgers hebben om invloed uit te
oefenen op het functioneren van de staat.
3) Bestuursrecht = toezicht van de overheid op de inrichting van de maatschappij
n Regelt de manier hoe de overheid kan ingrijpen in de openbare rechtsorde
(juridische bestuursactiviteit). Ook wel administratief recht. Overheid en burger
staan tegenover elkaar. Dit komt voor een groot deel tot uiting in een
beschikking: een besluit van een bestuursorgaan dat rechtsgevolgen vaststelt
voor één individu(/rechtspersoon).
, ¨ Een burger kan beroep doen tegen een beschikking bij de rechter. Deze
verleent rechtsbescherming aan de burger tegen beschikkingen
waarmee iets is. Dit vindt plaats bij de bestuursrechter in het
bestuursprocesrecht. Hoofdregel is dat de burger bij de rechtbank in
beroep kan komen tegen een beschikking. In hoger beroep gaan is
mogelijk.
4) Volkenrecht = relatie tussen staten onderling
- Het arbeidsrecht en het sociaal zekerheidsrecht
1) Arbeidsrecht: geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de arbeidsverhouding
van personen die in loondienst werkzaam zijn. Zowel private als publieke sector.
Belangrijke onderwerpen: arbeidsovereenkomst, arbeidsomstandigheden, staking.
Bronnen van het arbeidsrecht zijn verdeeld naar onderwerp.
2) Collectief arbeidsrecht: het geheel van regels omtrent vakverenigingen, collectieve
onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden, invloed van de overheid op de
collectieve onderhandelingen en collectieve conflicten. De rechtspositie van groepen
werkgevers en werknemers wordt geregeld in sociaal overleg.
3) Socialezekerheidsrecht: onderdeel van het arbeidsrecht dat zich met het stelsel van
sociale voorzieningen bezighoudt
- Materieel recht = ‘echte recht’ (BW) / hoe (rechts)personen zich naar elkaar toe moeten
gedragen in hun onderlinge verkeer / rechten en plichten onderling
- Formeel recht = hoe moet je recht bij de rechter afdwingen, ‘proces recht’ (RV)/ wijze
waarop materieel recht wordt gehandhaafd.
Discussiepunten over verschil publiekrecht/privaatrecht:
- Verschil moet worden gezocht in of het van algemeen belang is of niet. Zo wel:
publiekrecht, zo niet: privaatrecht. Bezwaar: privaatrecht is ook van algemeen belang.
- Verschil tussen publiekrecht en privaatrecht is dat publiekrecht tussen overheid en
burger is en privaatrecht tussen burgers onderling. Bezwaar: Staat treedt met regelmaat
op gelijke voet met een particulier. Alleen als de overheid “als overheid” handelt, is het
publiekrecht. Privatisering, dus grenzen worden vaag à “osmose” volgens Van der
Hoeven.
- Verschil: onderwerp publiekrecht is de inrichting van de overheid (staatsrecht) en de
wijze waarop exclusief aan de overheid toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend
(bestuursrecht en strafrecht) en het privaatrecht gaat uit van gelijkwaardige
rechtshoudingen tussen personen. Privaatrecht is dus horizontaal en publiekrecht
verticaal (overheid – onderdaan).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabelbrouwers37. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.57. You're not tied to anything after your purchase.