Hoe komt een overeenkomst tot stand?
- Burgerlijk wetboek (BW)
- Boek 6: verbintenissenrecht
- Titel 5 (art. 6:213 e.v. BW): overeenkomsten in het algemeen
- Afdeling 2 (art. 6:217 e.v. BW): het tot stand komen van overeenkomsten
- Twee vereisten (art. 6:217 lid 1 BW);
1) Aanbod
2) Aanvaarding van dat aanbod
- Er is dus “wilsovereenstemming” vereist
- (Voornamelijk boek 3 en boek 3 BW)
Wilsovereenstemming
- Een tegenvoorstel is geen aanvaarding, maar een nieuw aanbod (art. 6:225 BW)
- Een te late aanvaarding is ook geen aanvaarding, maar een nieuw aanbod;
1) Als een termijn voor de aanvaarding is bepaald
2) Mondeling aanbod (art. 6:221 lid 1 en 2 BW)
3) Schriftelijk aanbod (art. 6:221 lid 1 BW)
- Verschil tussen een “aanbod” en een “uitnodiging tot het doen van een aanbod”;
1) Als de verkoper er maar een van heeft: uitnodiging
2) Als er “onbeperkt” veel van zijn: aanbod
3) “Zolang de voorraad strekt”
Aanbod
- Intrekking alleen mogelijk voor of tegelijk met de ontvangst van het aanbod door de
wederpartij (art. 3:37 lid 5 BW). Moment van “ontvangst” is het moment van “bereiken” (art.
3:37 lid 3 BW)
- Herroeping is mogelijk zolang aanbod niet is aanvaard en nog geen mededeling houdende
aanvaarding is verzonden (art. 6:219 lid 2 BW)
- Onherroepelijk aanbod:
n Als een termijn voor de aanvaarding is bepaald of anderszins blikt dat de aanbieder niet
zal herroepen
n Een onherroepelijk aanbod kan niet worden herroepen (art. 6:219 lid 1 BW)
à Moment van ontvangst is het moment van bereiken
Rechtshandelingen
= een feitelijke handeling waarmee je een rechtsgevolg in het leven wilt roepen. à wil degene een
rechtsgevolg in het leven roepen.
- “Aanbod” en “aanvaarding” zijn allemaal “rechtshandelingen” (Boek 3 BW, titel 2, art. 3:32
e.v. BW)
- Een rechtshandeling komt tot stand door (art. 3:33 BW):
à Een (zuiver gevormde) wil;
1) Als de wil niet zuiver is gevormd, dan sopreken we van een “wilsgebrek” (week 3)
à Een met die wil overeenstemmende verklaring
2) Als wil en verklaring niet overeenstemmen, spreken we van een “discrepantie tussen wil
en verklaring”
- Eenzijdige/meerzijdige rechtshandelingen
- Gerichte/ongerichte rechtshandelingen
, Geestelijke stoornis (art. 3:34 BW)
- Er wordt “geacht” een discrepantie tussen wil en verklaring te zijn in twee gevallen (art. 3:34
lid 1 BW):
1) Als de stoornis een redelijke belangrenwaarding belette
2) Of als verklaring onder invloed van stoornis is gedaan
à Dat wordt “vermoed” zo te zijn als de overeenkomst nadelig was
- Leidt tot “vernietigbaarheid” (art. 3:34 lid 2 BW), terwijl een discrepantie tussen wil en
verklaring normaal gesproken leidt tot “nietigheid” (art. 3:33 BW)
Gerechtvaardigd vertrouwen (art. 3:35 BW)
- Je mag er “gerechtvaardigd” op vertrouwen dat een gedane verklaring overeenstemt met
iemands wil (art. 3:35 BW) (Westhof/Spronser)
à Als iets nietig is, staat dit vaak niet in de wet benoemt, maar er staan wel eisen waaraan moet
worden voldaan; is niet voldaan aan wil en verklaring? Dan nietig, overeenkomst bestaat niet
à als iets vernietigbaar is, dan staat dit in de wet
n Beschermt tegen discrepantie wil en verklaring (art. 3:33 BW)
n Beschermt ook tegen geestelijke stoornis (art. 3:34 BW)!
n Beschermt NIET tegen “handelingsonbekwaamheid” = sommige personen kunnen geen
geldige rechtshandelingen verrichtten (art. 3:32 BW). Wederpartij beroept zich vaak op
gerechtvaardigd vertrouwen, maar is tegen handelingsonbekwaamheid dus NIET
beschermd.
à Minderjarigheid (art. 1:234 BW); die kunnen geen ongebruikelijke rechtshandelingen
verrichten.
à Curatele (art. 1:381 BW); onder toezicht van iemand anders
- “Gerechtvaardigd”
n Onderzoeksplicht wordt grote naarmate de overeenkomst nadeliger is
n “Je bekijkt het maar!”
Vormvereisten
- Aanbod, aanvaarding en overeenkomst in beginsel vormvrij (art. 3:37 lid 1 BW)
- Afzender mag overbrengingswijze zelf kiezen, maar fouten zijn voor zijn risico (art. 3:37 lid 4
BW)
- Als ontvanger overbrengingswijze voorschrijft, zijn fouten voor zijn risico (art. 3:37 lid 4 BW)
- Als de wet, een overeenkomst of een partij voorschrijft dat iets “schriftelijk” moet, kan het in
beginsel ook via e-mail of internet (art. 6:227a BW)
Vormvereisten (vervolg)
Elektronisch contracteren:
- Webshops zijn verplicht de website zo in te richten dat je ongewilde aanvaardingen opmerkt
en kunt herstellen (art. 6:227c lid 1 BW)
- Webshops moeten van een overeenkomst altijd een bevestiging sturen (art. 6:227c lid 23
BW)
- Consumenten hebben bij een elektronische overeenkomst altijd een “bedenktijd” van
veertien dagen (art. 6:230o BW)
Koop van een woning door een consument:
- Schriftelijkheidsvereiste (art. 7:2 lid 1 BW)
- Bedenktijd van drie dagen (art. 7:2 lid 2 BW)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabelbrouwers37. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.