2016
Vooropdracht
psychodiagnostische
instrumenten
Voorblad
Cursistnummer: Naam:
Cursusnaam: Adres:
Cursusnummer: Postcode:
Leervaknummer: 6784 Woonplaats:
Lesnummer: College 8 E-mailadres:
Titel studieboek: Vaardigheden in de psychodiagnostiek
& De nieuwe assessmentgids (het psychologisch
onderzoek)
ISBN: 978-90-473-0065-6 & 978-90-263-2734-6
Druk: ? & 40e druk 2015
09-01-2016
,Opdracht 1
Oefening 2.1
Hoe probeert de psychologe de vraagstelling van de cliënt te concretiseren?
Door de cliënt te laten vertellen over zijn werk (huidig), de taken die hij verricht op het werk
en wat hij van die taken vindt. Na afloop vat de psychologe alles samen, zodat zij een correct
beeld heeft van het werk van de cliënt.
De nieuwe functie moet ook in kaart worden gebracht in verband met de vraagstelling. De
cliënt beschrijft de taken in de nieuwe functie en zijn mening over deze taken.
Oefening 2.2
De psychologe denkt aan twee belangrijke vaardigheden die de cliënt veel meer tegen zal
komen in de functie die hij ambieert dan in zijn huidige functie. Welke zijn dit volgens jou?
1) De cliënt zal meer administratieve/organisatorische zaken gaan regelen.
2) De cliënt zal meer ‘’nee’’ moeten gaan zeggen en hij zal meer kritiek moeten geven in
verband met zijn leidinggevende functie.
Oefening 2.3
De psychologe wil de organisatorische vaardigheden vertalen naar twee psychologische
termen. Oftewel, de psychologe wil de vaardigheden vertalen naar termen die ook meetbaar
zijn door middel van tests. Welke van de onderstaande psychologische termen zou jij
gebruiken om de vaardigheden in uit te drukken?
a. Stressbestendigheid
b. Analytisch vermogen
c. Zelfstandigheid
d. Commercieel inzicht
e. Organiserend vermogen
f. Verbaal redeneervermogen
Antwoord en motivatie:
E: het organiserend vermogen heb je nodig voor te organiseren. Je moet in een
leidinggevende functie goed kunnen organiseren.
F: het verbaal redeneervermogen heb je nodig voor schriftelijke en mondeling vaardigheden.
Je moet rapporten kunnen schrijven en mondelinge gesprekken kunnen voeren.
Oefening 2.4
De psychologe wil de vaardigheden 'kritiek geven' en 'nee durven zeggen' vertalen naar één
psychologische term. Welke van de onderstaande psychologische termen zou jij gebruiken
om de vaardigheden in uit te drukken?
a. Flexibiliteit
b. Empathisch vermogen
c. Interpersoonlijk gedrag
Antwoord en motivatie:
C: interpersoonlijk gedrag geeft aan hoe je om moet gaan met mensen in lastige situaties,
hier hoort kritiek geven en ‘’nee’’ zeggen tegen mensen bij.
,Opdracht 2
Oefening 3.1
Observeren is een belangrijk onderdeel van diagnosticeren. Noteer wat je opgevallen is in
het fragment dat je net gezien hebt.
Emma kan haar gevoelens en gedachtes over school en vriendschappen goed verwoorden.
Ze kan ook haar gevoelens en gedachtes over haar gezondheid goed verwoorden. Ze lijkt
vrolijk en ontspannen. Ze beseft alles heel goed.
Oefening 3.2
In het fragment checkte de psychologe verschillende dingen. Geef aan welke dingen en met
welke reden. Welke conclusie kun je hieruit trekken?
De psychologe vraagt aan Emma wat er goed gaat op school en wat er niet goed gaat op
school. Ze vraagt wat Emma moeilijk vindt aan taal en wat ze moeilijk vindt aan rekenen.
Ook vraagt de psychologe aan Emma of zij angst heeft/zich zorgen maakt over de
epileptische aanvallen. Emma weet niets van de epileptische aanvallen, daarom maakt zij
zich ook geen zorgen en heeft zij geen angst. Ze kan na een aanval niets zien en ze is dan
slap. Ze is bang om van de trap te vallen door slapheid.
Oefening 4.1
Hoe vind jij dat Emma het doet op de 1-minuuttest?
Ze leest traag, maar het uitspreken/voorlezen van makkelijke woorden gaat haar goed af.
Het uitspreken/voorlezen van moeilijkere woorden gaat haar wat moeilijker af. De prestatie
lijkt redelijk/normaal.
Oefening 4.2
Hoe is de prestatie van Emma op De Klepel vergeleken met haar prestatie op de 1-
minuuttest?
Het voorlezen van de woorden zonder betekenis (op De Klepel) gaat langzamer, ze lijkt er
moeite mee te hebben. De 1-minuuttest ging Emma beter af.
Oefening 4.3
Als je de resultaten van deze drie woordentests moet samenvatten, hoe zou jouw algemene
oordeel dan luiden?
Emma leest traag, dus haar leestempo is vertraagd. Het uitspreken van makkelijke woorden
gaat goed en het uitspreken van moeilijkere woorden gaat haar redelijk af. Het uitspreken
van woorden zonder betekenis gaat Emma niet goed af, ze lijkt er veel moeite mee te
hebben. Ze is onzeker over het schrijven van woorden, met name dt’s.
, Oefening 5
In de voorgaande fragmenten checkte de therapeute verschillende dingen. Hiermee kan zij
een observatielijst invullen. Je gaat nu zelf een observatielijst invullen. Dit ga je doen op
basis van de informatie die je al in de eerdere oefeningen hebt gekregen. Let daarbij ook op
de informatie die je via de moeder van Emma hebt gekregen, die kan je helpen bij het
invullen van deze observatielijst.
Klacht: door taal en rekenproblemen op school maakt moeder zich zorgen over de toekomst
van Emma.
Algemeen functioneren: het functioneren van Emma is beperkt.
Stress-factoren: slapheid is een stressfactor. Slapheid ontstaat door de epileptische
aanvallen, hierdoor kan ze gemakkelijker van de trap vallen (hier is ze bang voor).
Inzicht oordeel: ze heeft een ziekte-inzicht, dus haar inzicht oordeel is goed.
Affect: ?
Stemming: ?
Denken, inhoudelijk: ?
Denken, formeel: ?
Geheugen: Emma heeft een litteken in hersenweefsel, op het gebied waar rekenen zit.
Hierdoor heeft ze moeite met rekenen. Ze heeft ook moeite met taal.
Waarneming: ?
Oriëntatie: ?
Aandacht: ze heeft concentratieproblemen.
Bewustzijn: ?
Spraak: het leestempo van Emma is vertraagd.
Motoriek/handelen: ?
Indruk: ze maakt een vrolijke en ontspannen indruk.
Verloop: op het gebied van taal en rekenen is het in toenemende mate zorgelijk.
Somatiek: ze heeft epilepsie. Ze heeft ook last van buikpijn, maar ze weten niet of het komt
door de menstruatie of door de medicatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RachelvanWersch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.37. You're not tied to anything after your purchase.