Het boek van omzetbelasting samengevat.
Zie verder de bundel met 20 samenvattingen en practicums e.d. van alle moeilijke fiscale vakken in het Bachelor 3-jaar van Fiscale economie (€29,99).
Samenvatting boek Omzetbelasting
Mariken E. van Hilten, en Herman W.M. van Kesteren
Deel I: Theorie van de omzetbelasting
Hoofdstuk 1: Inleiding
De omzetbelasting is een belasting over de omzet, namelijk op de overdracht van producten. De
opbrengst hiervan is voor Nederland 40 miljard euro per jaar, en deze omzetbelasting staat
beschreven in de Wet op de omzetbelasting 1968. De omzetbelasting komt al uit de tijd van de
Romeinen, en ook Alva wilde een omzetbelasting van 10% instellen. In de geschiedenis werd de
omzetbelasting vaak ingevoerd als er crisis of oorlog was.
Een omzetbelasting is een belasting op de overdracht van goederen, en deze kan het rechtskarakter
van een verkeersbelasting, een productiebelasting of een verbruiksbelasting hebben.
Een verkeersbelasting belast bepaalde handelingen in het rechtsverkeer, met als eventuele
rechtsgrond het profijtbeginsel. De rechtshandeling is dus het heffingsobject, een doel op zichzelf.
De productiebelasting, daar is de productie het heffingsobject. Omdat ondernemers profiteren van
bijvoorbeeld een nieuwe weg, wordt er belasting geheven op grond van het profijtbeginsel. De
rechtshandeling is een middel om te heffing.
De verbruiksbelasting heft belasting op de het consumptieve verbruik, de zogenaamde
‘omzetbelasting’. De heffing van deze verbruiksbelasting gebeurt indirect, dus via degene bij wie de
consument zijn spullen koopt. Een algemene verbruiksbelasting is bijvoorbeeld de Europese
omzetbelasting die op alle goederen zit, en een bijzondere verbruiksbelasting is bijvoorbeeld de
accijns op alcohol. Spullen die naar het buitenland gaan, daar wordt de omzetbelasting vanaf gehaald,
en geïmporteerde spullen daar komt een omzetbelasting op zodat je in Nederland altijd
omzetbelasting betaalt (bestemmingslandbeginsel). De rechtshandeling is een middel om te heffen.
Hoofdstuk 2: Het stelsel van heffing over de toegevoegde waarde
Er zijn grofweg twee stelsels van heffing: de eenmalige en de meermalige. Bij de eenmalige wordt
maar één schakel in de productieketen belast, tegen een hoog tarief. Bij meermalige heffingen heeft
verschillende heffingspunten waardoor er een lager tarief kan worden gevraagd. Het meermalige
heffingstelsel heeft ‘cascadestelsel’, en deze kan zowel een cumulatieve als niet-cumulatieve heffing
hebben.
Eenmalige heffingen zijn:
- Fabrikantenbelasting, deze heffing wordt geheven van de producent van de goederen. Het
voordeel is dat er weinig mensen belast hoeven te worden, en het nadeel is dat er een
ongelijke belastingdruk zit als fabrikanten direct aan consumenten leveren in plaats van via
groothandel omdat de verdere winstmarge van kleinhandel e.d. moet worden geschat.
- Groothandelsbelasting, een voordeel is dat het punt van belastingheffing dichter bij de
consument ligt waardoor je meer exact het belastingpercentage kan berekenen om een
gelijke belastingheffing te creëren.
- Kleinhandelsbelasting, hier wordt iedereen belast die rechtstreeks aan de consument levert.
Een nadeel is dat de prestaties aan ondernemers en de diensten lastig belast kunnen worden.
Cumulatieve cascadestelsels, daarbij is er belastingheffing in alle fasen van het product.
Cumulatieve heffing wil zeggen dat het bedrag wordt verhoogd met OB, en dat over dit hogere
bedrag inclusief OB opnieuw geheel OB wordt geheven, waardoor je OB over OB heft. Een voordeel is
de eenvoud en dat je ook diensten kunt belasten, maar een nadeel is dat het voordeliger is om korte
productielijnen te hebben om zo minder cumulatie van OB te hebben. Bij niet-cumulatieve
cascadestelsels stapelt de geheven belasting zich niet op, waardoor je deze nadelen niet hebt.
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rosalynn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.