Definitie obesitas
Verschillende klassen afhankelijk van hoe hoog de BMI is. Andere therapie afhankelijk van
de klasse.
BMI
BMI 29 is nog niet obees, wel overgewicht.
BMI is een maat voor de totale hoeveelheid lichaamsvet. Er is een lineair verband tussen
BMI en hoeveelheid lichaamsvet.
Middelomtrek
Naast de BMI is het ook belangrijk om te kijken waar het vet zit.
- Mbv lintmeter de buikomtrek meten om een beeld te krijgen van de vetverdeling.
- Obese personen hebben bijna altijd een verhoogde middelomtrek. BMI van 30
hebben overal te veel vet zitten.
- Hoe hoger middelomtrek, hoe hoger het risico
- Sommige mensen hebben normale BMI maar toch een medisch probleem zoals
hoge cholesterol of diabetes. Het vet zit misschien allemaal in de buik.
- Subcutaan vet is onderhuids vet, kan je vastnemen.
- Met scan kan je berekenen hoeveel vet tussen darmen zit. Dit visceraal vet correleert
heel goed met middelomtrek.
Middelomtrek meten op niveau van navel of meten net boven uitsteeksels van bekkenkam.
Middelomtrek meten is onderzoeker afhankelijk. Best meet altijd dezelfde persoon op
dezelfde manier.
Prevalentie en incidentie obesitas
Het aantal mensen met obesitas neemt wereldwijd toe.
Evolutie van diabetes is identiek maar loopt enkele jaren achter. Veel mensen met obesitas
krijgen dus diabetes.
In België heeft 50% overgewicht en en is 16% obees.
Kosten gezondheidszorg
Kosten in België gaan vnl naar verwikkelingen (cholesterol, hart en vaatziekten,..) van
obesitas. Medicatie en ziekenhuis kost geld.
Obesitas is multifactorieel
Balans tussen energie inname en energie verbruik
- Genetische factoren:
- Afwijkingen in gen waardoor hormonaal probleem, of afwijking in receptor te
maken met honger
- Neurologisch minder ontwikkelde kinderen, floppy babies is een voorbode
voor onderliggende genetische aandoening
- Bijzonder zeldzaam!
- Diagnose wordt meestal op jonge leeftijd al gesteld
- Omgevingsfactoren
, - Overmatig aanbod voeding
- Energiedens voeding
- Gedragsfactoren
- Hoogcalorische dranken (alcohol) en voeding, sedentair leven zijn nadelig.
- Psychologische problemen
- Eetstoornissen, trauma verwerken door te eten
- Endocrinologische ziektes
- Zijn zeldzaam
- M Cushing: Bijnier maakt te veel cortisol. Iedereen wordt hier op getest met
bloed en urine onderzoek.
- Hypothyreoïdie: schildklier maakt te weinig schildklierhormoon waardoor
lichaam in energiebesparende modus komt. Pas wanneer je langdurig een te
trage schildklier hebt, ga je bijkomen.
- Insulinoma: goedaardige tumor in pancreas die insuline maakt. Persoon heeft
continu te lage suiker waardoor ze gaan eten en bijkomen.
- Medicatie
- Psychotrope medicatie
- Tegen depressie, epilepsie
- Stimuleren eetlust en verminderen activiteit
- Medicatie gebruikt bij diabetes
- Insuline doet suiker zakken. Probleem van hypoglycemie, te lage
suiker waardoor ze moeten eten.
- Sommige antiretrovirale therapie
- Tamoxifen
- Anti vrouwelijk hormoon. Na behandeling bij borstkanker.
- Brengt vrouwen vervroegd in menopauze en stimuleert eetlust.
- Het is ook het gedrag na de diagnose (genieten van het leven) dat
een rol speelt.
- Steroïdhormonen
- Vermindert spiermassa, meer vetweefsel, minder actief. En stimuleert
honger.
Behandeling is dus ook multifactorieel. Omgeving, gedrag en psychologie moeten bevraagd
worden. Hormonaal testen om endocrinologische ziektes uit te sluiten. Ook navragen
hoeveel, hoelang en welke medicatie ze nemen.
Obesitas en malnutritie
Overvoed maar slecht gevoed.
Eten dens, vet en suikerrijk. Veel kcal maar veel te weinig van groenten, fruit, vezels,
eiwitten
Zink, ijzer, B1, foliumzuur B12, D tekort en bloedarmoede.
Bij behandeling ga je ook kijken naar de vitaminen en micronutriënten.
Gevolgen van obesitas
Overvoed en slecht gevoed heeft een hoop gevolgen.
- Mentaal
- Mechanisch
, - Slaapapnoe: niet systematisch ademen, snurken of stoppen met ademen
tijdens slapen doordat luchtpijp en huig dicht vallen. Zijn nooit uitgeslapen
omdat hersenen s nachts onvoldoende van zuurstof worden voorzien. Ze
gaan overdag tekort van slaap inhalen of vallen tijdens activiteiten in slapen.
Ze eten om zichzelf wakker te houden waardoor ze nog dikker worden.
- Intertrigo: vocht in huidplooien dat begint te schimmelen en pikken.
- Metabool
- Metabool syndroom: overgewicht + diabetes + hoge bloeddruk + probleem in
lipiden en vetten
- Jicht: te veel urinezuur
- NASH: vervetting van de lever
- PCOS :cysten op ovaria waardoor er geen eisprong is
- Kanker:
- Het risico op kanker neemt toe met BMI
- Slokdarm, dikke darm, pancreas, nier, borst en baarmoederhalskanker
- Hart- en vaatziekten
- BMI tussen 35 en 40 hebben 2 keer meer kans om dood te gaan aan
hart-en vaatziekten.
Hoe zwaarder, hoe lager de levensverwachting. BMI tussen 40 en 45 50% kans om leeftijd
van 70 jaar te halen.
Hormonale signalen
Vetweefsel maakt leptine
Dunne darm maakt GLP 1 - verzadiging
Maag maakt ghreline - honger
Pancreas maakt insuline
PYY - onderdrukt eetlust
CCK - verzadiging
Metabole veranderingen bij vermagering
Na vermagering is het moeilijk om op gewicht te blijven.
- GLP1 is gedaald, ghreline gestegen, minder leptine, minder PYY - meer honger en
minder verzadigd
- Basaal metabolisme daalt
- Schildklier gaat langzamer werker, gaan spaarzamer om met energie
- Sympathisch zenuwstelsel
Het zijn gunstige aanpassingen maar maken het moeilijker om gewicht te houden. Obesitas
is een chronische ziekte.
Discrepantie tussen gerapporteerde en actuele energie-inname en energieverbruik
Overschatten energieverbruik en onderschatten energie inname. Om dit op te lossen vragen
de diëtisten om alles op te schrijven.
Verwachtingen patiënt en arts zijn anders
Patiënt wil zo snel mogelijk zo veel mogelijk vermageren, zo weinig mogelijk diëten en
hebben korte termijn doelen.
, Arts wil dat patiënt geleidelijk aan 5-10% gewicht verliest, levenslange veranderingen in
levensstijl zdd patiënt nadien op het gewicht blijft en metaal gezonder wordt.
Er is een shift naar hoe meer gewichtsverlies, hoe meer gezondheidsvoordelen. 15% of
meer van het gewicht verliezen, heeft nog meer voordelen.
Slide 39 niet
!Behandeling
Basisbehandeling is dieet.
Beginnen met medicatie vanaf BMI 30 of vanaf BMI 27 met comorbiditeiten (suikerziekte,
hoge bloeddruk of slaapapneu)
Beginnen met bariatrische chirurgie vanaf BMI 40 of vanaf BMI 35 met comorbiditeiten.
Verschillende diëten
Caloriearme diëten
- Klassiek vermageringsdieet: met diëtiste, calorieën tellen en gezond eten
- Weight watchers diet
- VLCD / very low calorie diet
Andere diëten niet kennen
Welk dieet iemand volgt, maakt op lange termijn niet uit. Ongeacht het dieet, verliezen
mensen na 6 maanden gemiddeld 6 kg. Na 12 maanden, begint het gewicht weer te stijgen.
Na 2 jaar is het gewichtsverlies 3 jaar ongeacht het dieet.
Patiënten moet een dieet kiezen dat bij hun past. Het kunnen volhouden is het belangrijkste.
Lichaamsbeweging
Farmacotherapie
- Een vermagerings geneesmiddel moet aan bepaalde criteria (FDA) voldoen om op
de markt te kunnen komen
- Combineren met caloriebeperking en fysieke activiteit om meer effect te hebben
- Geneesmiddelen van vroeger
- Verschillende gunstige geneesmiddelen zijn van de markt gehaald omwille
van nevenwerkingen
- Het enige dat nog op de markt is, is orlistat / xenical. Remt lipase en dus
vetvertering.
- Incretines
- Voedsel passeert in dunne darm → darm maakt incretines (GIP en GLP1)
- Hebben oa een effect op de pancreas
- Stimuleren de bèta cellen → stijging van insuline → suiker daalt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LindeVanAelst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.85. You're not tied to anything after your purchase.