Leerdoelen uitgewerkt voor het vak constitutioneel recht
30 views 3 purchases
Course
Constitutioneel recht (3011CRX7VY)
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Book
Staatsrecht
Ik heb zelf een 9.5 gehaald voor het tt! In dit document zijn alle leerdoelen uitgewerkt het is een mix van informatie van de werkgroep en hoorcollege.
Leerdoelen week 1:
- Het begrip ‘staat’ toepassen;
Staat:
Wat is een staat? Er is sprake van een territoriale organisatie, die gezag over een op het grondgebied
woonachtig bevolking uitoefent en daartoe over machtsmiddelen beschikt zoals geweldsmonopolie.
Staat kenmerken;
- Territoriale organisatie
- Die gezag
- Machtsmiddelen
Staatsrecht geeft regels over de vestiging, inrichting en het functioneren van de staat twee
beginselen:
1. het democratiebeginsel-> wie mag staatsgezag uitoefenen.
2. het staatrechtelijk beginsel -> beperkt en verdeelt de uitoefening van het staatsgezag.
- De kenmerken van de democratische rechtsstaat toepassen en hun
functie uitleggen;
Rechtsstaat kenmerken:
1. legaliteitsbeginsel
2. onafhankelijke rechter
3. grondrechten
4. machtenscheiding (in Nl machtenspreiding).
Democratie:
Demos staat ook wel voor het volk, volksheerschappij. Democratie is
‘government of the people by the people for the people. ’ -> van het volk, door het volk en in het
belang van het volk.
De bevolking demos oefent beslissende invloed uit op de regering van het land:
- ‘Door verkiezing van de regering’, wij kiezen hiervoor niet, maar wij kiezen wel een ander
orgaan die dit orgaan controleert
- Door verkiezing van een vertegenwoordigend orgaan parlement dat de regering controleert
en machtigt. En of van een vertegenwoordigd orgaan (parlement) dat de regering controleert
en machtigt;
- ‘of door direct zelf beslissingen te nemen
- Uitleggen waarom er spanning kan bestaan tussen democratie en
rechtsstaat;
Democratie is aan de grenzen van de rechtsstaat verbonden. Drie belangen of waarden spelen een
rol in de staat:
De staat is gehouden haar burgers effectief te beschermen en de financiële middelen efficiënt aan
het algemeen belang te besteden, tevens hechten we aan een democratische grondslag; participatie
van de kiezer en de burgers. Ten slotte dient de overheid prudent en zorgvuldig met de belangen
rechten en vrijheden van de burgers om te gaan. Dat kan leiden tot spanning hoe ver mag de staat
gaan ter bescherming van de burgers? De meerderheid beslist maar dat is te makkelijk immers moet
ook een meerderheid rechtsstatelijke grenzen in acht nemen. Het kan dus zo zijn dat er sprake is van
een democratisch gelegitimeerd vertegenwoordigingsorgaan maar die grondrechten aan zijn laars
lapt.
,-formele en materiele democratieopvatting
Je hebt een onderscheid direct en indirecte democratie, maar je hebt ook formele versus materiele
democratieopvattingen. Hoe wordt democratie gezien?
1. Formele democratieopvatting = open democratische spelregels centraal regelmatige
verkiezingen, een open democratisch stelsel waarin vele politieke partijen en opvattingen
kunnen bloeien en het primair aan het aldus opengehouden democratische proces wordt
overgelaten om totalitaire en ondemocratische groepen en opvattingen te weren. De vrije
politieke markt van ideeën selecteert dan als het ware de ondemocratische strevingen uit en
deze maken geen kans op machtsvorming. Dit perspectief gaat uit van een groot vertrouwen
in die spelregels en de inherente karakter van het democratisch model.
2. Materiele opvatting = de tegenhanger die vind dat de democratie zelf een systeem moet
hebben die zich actief verdedigt tegen ondemocratische groepen. Aan dergelijke groepen
komt dan als het ware niet de vrijheid toe om de afschaffing van de democratie te bepleiten.
In dit model is men meer bevreesd dat dat een democratie van binnenuit wordt aangevallen
doordat een partij of groep gebruik maakt van democratische spelregels en vervolgens na
het behalen van een machtspositie, democratische verworvenheden afschaft en de
staatsvorm omver buigt naar een totalitaire staat.
Het verschil tussen beide opvattingen uit zich met name in de mogelijkheid om in staten politieke
partijen te verbieden. In nl volgens art. 2:20 BW.
- Het verschil tussen directe en indirecte democratie uitleggen;
Indirecte democratie bestaat dus hierin dat het volk/de kiezers vertegenwoordigers of personen
kiest/kiezen die namens hen de overheidsmacht gaan uitoefenen het volk bestuurt dus indirect. De
organisatie van democratische staatsvorm, op indirecte manier namelijk door verkiezingen te
organiseren voor vertegenwoordigde organen (parlement/regering en of regeringsleider/president.
Hun macht is dan gelegitimeerd door een mandaat van de keizers en is eveneens beperkt in de tijd
namelijk totdat er nieuwe verkiezingen zijn. Ze worden gekenmerkt door representatie van de
bevolking in verschillende organen van de staat. In Nl worden alleen de TK, provinciale staten en
daardoor indirect de Ek gekozen, de gemeenteraden en deels de algemene besturen van
waterschappen.
Directe democratie: houdt in dat het volk/de kiezers zelf besluiten neemt/nemen en daarmee de
overheidsmacht uitoefenen. De meest vergaande vorm is dat in voltallige vergaderingen van burgers
wordt gedelibereerd en besloten in de praktijk komt directe democratie vooral voor als mogelijkheid
om op sommige punten besluiten te nemen. Van directe democratie is dus sprake als het electoraat
niet door een ander wordt gerepresenteerd, maar rechtsstreeks op overheidsbesluitvorming invloed
kan uitoefenen rechtsstreeks de mogelijkheid hebben om de inhoud van besluiten te beïnvloeden.
Let op: verschil tussen indirecte democratie en indirecte verkiezing (instantie niet rechtsstreeks
wordt verkozen, maar via een ander orgaan).
- Het verschil tussen een parlementair en presidentieel regeerstelsel
uitleggen.
Parlementair en presidentieel regeerstelsel zijn aanduidingen van regeringsvormen, waarbij het
grootste verschil hem zit in de invloed die het parlement heeft op de samenstelling (en de
bevoegdheden) van de regering.
Presidentieel stelsel: eerste kenmerk hebben de regering en het parlement ieder een eigen
democratische legitimatie. Deze is meestal rechtsstreeks verkregen (doordat het rechtsstreeks door
,het volk wordt gekozen). Ook een indirecte democratische legitimatie van de president is mogelijk
(denk aan de kiesmannen in Amerika die de president kiezen, dus indirect wordt gekozen). Het
belangrijkste is dat de president zijn democratische legitimatie niet ontleend aan die van het
parlement!! Tweede kenmerk is dat ook de legitimatie van de ministers niet afhankelijk is van het
parlement. Ze worden niet benoemd en ontslagen door het parlement maar door de president.
Hierdoor worden deze stelsels gekenmerkt met een striktere machtenscheiding van wetgevende en
uitvoerende macht dan parlementaire stelsels.
Parlement stelsel: staten waarin de president/premier/regeringsleider door het parlement wordt
gekozen en de president zijn mandaat van het volk dus via het parlement ontvangt kan om die reden
niet worden gesproken van een presidentieel stelsel. Hier ligt meer nadruk op de samenwerking
tussen de regering en het parlement. De democratische legitimatie van de regering loopt via het
parlement. Simpel gezegd kiest de bevolking de samenstelling van het parlement en het parlement
van de regering. In parlementaire stelsels worden ministers dan ook benoemd en ontslagen door het
parlement. Dit geschiedt door de hantering van de vertrouwensregel. Die inhoudt dat een minister
die niet langer meer het vertrouwen geniet van een meerderheid van het parlement zijn functie
moet opgeven.
Kern van parlementaire stelsel:
- Vertrouwensregel
- Nauwe samenwerking tussen de regering en het parlement (coalitie fracties), zij delen
bevoegdheden vaststellen van wetten in formele zin art. 81 GW.
Frankrijk heeft een semi presidentiële stelsel ->
- President en parlement worden rechtsstreeks gekozen. De ministers worden ook benoemd
door de president, maar zijn wel afhankelijk van het vertrouwen van het parlement en
kunnen dus worden weggestuurd. President en ministers zijn hier de uitvoerende macht, als
de ministers en de president een andere politieke achtergrond aanhangen wordt dit
cohabitation genoemd.
, Leerdoelen week 2: 22, 68-82
Jurisprudentie
ARRvS 6 september 1982 (Verkiezingsafspraak Beesel)
Leerdoelen
De werking van het Nederlandse tweekamerstelsel uitleggen;
Tweekamerstelsel
Het NL parlement, de staten generaal bestaat uit de Tweede en de Eerste kamer. In de regel zijn
Eerste Kamerleden geen beroepspolitici (het is geen full time baan). Dit zou ervoor moeten zorgen
dat zij met een zekere afstand en partijpolitieke belangen wetsvoorstellen kunnen beoordelen en de
verschillen in verkiezingen en bevoegdheden ten opzichte van de TK. Daarom ligt het politieke
primaat bij de tweede kamer. De Eerste kamer heeft geen recht van amendement en geen recht op
initiatief ( het recht om wetsvoorstellen in te dienen). Ek kan het voorstel verwerpen of aanvaarden.
Tweekamerstelsel
De Tweede Kamer wordt rechtstreeks gekozen. De Eerste Kamer wordt indirect gekozen. Nederland
kent het bicameralisme. Primaat ligt in Nederland bij de Tweede Kamer. Zij zijn full-time politici. Zij
hebben meer bevoegdheden dan EK bij wetgeving. Vooral consecutief: eerst de Tweede Kamer dan
de Eerste Kamer (Eerste Kamer heeft het laatste woord: paradoxaal). Het laatste woord betekent
vaak beslissend zijn. De Eerste en Tweede Kamer worden gekozen door evenredige
vertegenwoordiging. De Tweede Kamer door kiesgerechtigde burgers. De Eerste Kamer door de
Provinciale Staten. Deze wordt dus getrapt gekozen: de kiezer kiest namelijk wel de Provinciale
Staten die vervolgens de Eerste Kamer kiezen (zie art. 54 en 55 Gw).
De belangrijkste soorten kiesstelsels uitleggen;
Soorten kiesstelsels (evenredige vertegenwoordiging)
1. Vaststelling kiesdeler, de uitgebrachte stemmen op de lijst delen door het totaal aantal
zetels. Het stemmentotaal van een lijst wordt stemcijfer genoemd
2. Toewijzing van zetels via kiesdeler art. p6 kw, elke lijst krijgt net zoveel zetels als de kiesdeler
past in het stemcijfer van een lijst.
3. Toewijzing restzetels, grootste gemiddelden. Voor de toewijzing van restzetels volgens dit
stelsel wordt het gemiddelde aantal stemmen berekend dat per lijst is behaald indien een
extra zetel zou worden toegekend. Berekening = stemcijfer / aantal volle zetels +1
Stelsel dat wij in Nederland kennen voor de tweede kamer is het evenredige vertegenwoordiging
met een zeer lage kiesdrempel dat is de kiesdeler. Dit weerspiegelt het electoraat nauwkeurig,
daarmee wordt recht gedaan aan het pluralistisch karakter van de samenleving. Dat leidt tot een veel
partijenparlement, art. 53 lid 1 GW. Het weerspiegelt de verschillende politieke opvattingen in een
staat.
Personenstelsel --> worden op het stembiljet alle kandidaten opgesomd. De kiezer geeft door
nummering aan welke persoon hij in welke volgorde zijn stem geeft. Op welke personen en
in welke volgorde hij zijn stem overgedragen wenst te zien.
Lijstenstelsel --> staan op het stembiljet de kandidaten gerangschikt in bepaalde lijsten. Deze
kennen wij in Nederland. In de Tweede Kamer zijn 150 zetels.
Kiesstelsels (meerderheidsstelsel)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sharlo0002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.28. You're not tied to anything after your purchase.