Klinisch rederen samenvatting van LP5. Dit leerpakket gaat over de palliatieve zorg. Dit document bevat alle voorbereidingen van de lessen en de aantekeningen in de lessen. Alle leerdoelen zijn ook vermeld.
LEERDOELEN LES 1
- De student verwoordt wat het verschil is tussen curatieve en palliatieve zorg.
- De student legt uit wat palliatieve zorg inhoudt en weet welke thema’s van belang
zijn in de palliatieve fase.
- De student kent de meest voorkomende symptomen bij cliënten in de palliatieve fase
en kan inschatten welke mensen een verhoogd risico hebben op deze symptomen en
kan deze herkennen in de fase van vroeg signalering.
- De student legt uit wat de symptomen en oorzaken zijn van ‘slaapproblemen’ in de
palliatieve fase.
VOORBEREIDINGSOPDRACHTEN LES 1
Curatieve zorg: zorg en behandeling met als doel genezing.
Palliatieve zorg: zorg voor mensen met een levensbedreigende aandoening met als doel een
goede kwaliteit van leven bieden.
‘Een benadering die de kwaliteit van leven verbetert van patiënten en hun naasten die te
maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en verlichten
van lijden door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en
behandeling van pijn en andere problemen van lichamelijke, psychosociale en spirituele
aard’ [WHO Definition of Palliative Care 2015].
Je besteed aandacht aan alle dimensies van het ziek zijn: lichamelijk, psychisch, sociaal en
existentieel. Shared decision making om op de doelen, behoeften, grenzen en wensen aan te
sluiten. Deze zorg is multidisciplinair.
Stadia palliatieve zorg
- Ziektegerichte palliatie; kwaliteit van leven handhaven door onderliggende ziekte te
behandelen
- Symptoomgerichte palliatie; richt zich primair op de symptomen van de patiënt door
ze te verlichten en kwaliteit van leven te handhaven
- Palliatie in de stervensfase; het streven van een zo goed mogelijke kwaliteit van
sterven (laatste 72 uur)
- Nazorg; zorg voor nabestaanden na het overlijden
Curatieve zorg Palliatieve zorg
Primaire doel: genezing Primaire doel: behoud of verbetering van kwaliteit van leven
Behandeling van de ziekte
Behandeling van de ziekte indien mogelijk en alleen na zorgvuldige
afweging van voor- en nadelen
Patiënt meestal ADL-onafhankelijk Wisselende ADL-(on)afhankelijkheid
Uiteindelijk: streven naar integratie in Uiteindelijk: gericht op kwaliteit van sterven
persoonlijk en sociaal leven
, KLINISCH REDENEREN LP5
Palliatief redeneren
- Breng problematiek in kaart, verzamel informatie van de patiënt en gebruik zo nodig
meetinstrumenten.
- Vat problematiek en beleid samen: stel een werkhypothese op, maak
beleidsoverwegingen, omschrijf het doel en stel het behandelplan op; denk
toekomstgericht.
- Maak afspraken over evaluatie, zet zo nodig meetinstrumenten in: klachten en de
mate van welbevinden zijn belangrijke indicatoren.
- Stel het beleid zo nodig bij en blijf evalueren.
Instrumenten; kwaliteit van leven meten
- Brief Hospice Inventory (BHI)
- Edmon Functional Assessment Tool (EFAT)
- McGill Quality of LIFE Questionnaire (MQOL)
- Quality of Dying an Death (QODD) Questionnaire
Ziektetrajecten
, KLINISCH REDENEREN LP5
Meest voorkomende symptomen palliatieve fase
Kanker: vermoeidheid, pijn, slaapproblemen, gebrek aan energie, zwakte en gebrek aan
eetlust.
Thuis: vermoeidheid, pijn en slaapproblemen.
Zkh: droge mond en gebrek aan eetlust.
Hartfalen: kortademigheid en vermoeidheid
COPD: kortademigheid, vermoeidheid, pijn, hoesten, slaapproblemen, klachten van de
mond, somberheid, angst en gebrek aan eetlust.
Nierfalen: vermoeidheid, jeuk, oedeem, kortademigheid, pijn en klachten van de mond.
Hartfalen (verminderde pompfunctie van het hart): dyspneu (kortademigheid),
vermoeidheid en slaapgebrek.
Verschil standaard, richtlijn en protocol
Standaard: een verzameling van richtlijnen.
Richtlijn: een aanbeveling, waarop afwijkingen mogelijk zijn.
Protocol: een voorschrift, waarvan professionals nooit afwijken.
LES 1
Thema’s palliatieve zorg:
- Kwaliteit van leven
- Symptoommanagement
- Anticiperen
- Autonomie
- Integraal en multidimensioneel
- Zorg voor de naasten
Predisponerende factoren: factoren die verergerd worden door een ziektebeeld en tot
problemen kunnen uiten. Symptomen die tot uiting komen door een ziektebeeld.
Uitlokkende factoren: een factor die ervoor zorgt dat een probleem/ziekte zich voordoet.
Onderhoudende factoren: omgaan/gedrag met de ziekte/probleem.
Slaapproblemen
- Risico- inschatting: de diepte van de slaap neemt bij chronisch zieken af en de
periodes met REM-slaap worden korter. Ook is het normale dagritme is verstoord.
- Vroeg signalering:
, KLINISCH REDENEREN LP5
Predisponerende factoren: bepaalde vormen van kanker en een slechte lichamelijke
toestand. Ook bij scheiding, lage sociaaleconomische status, slaapproblemen in de
familie en slaapproblemen in de voorgeschiedenis treedt het vaker op. Ook bij
hyperactiviteit en een voorgeschiedenis met andere psychopathologie.
Uitlokkende factoren: ongewenste slaaphouding, onvoldoende behndelde of
behandelbare lichamelijke symptomen, verstoring dag- en nachtritme, onrust,
piekeren en bezorgdheid, depressie + spanning en angst, bijwerkingen van medicatie
en/of behandeling en omgevingsfactoren en/of hospitalisatie.
Onderhoudende factoren: verkeerde slaaphygiëne, frequent veranderen van slaap-
en waaktijden, verminderde activiteit, veel slapen overdag en langdurig onjuist
gebruik van slaapmedicatie.
LEERDOELEN LES 2
- De student legt uit wat de verschillende stadia van palliatieve zorg inhouden
(ziektegerichte-, symptoomgerichte palliatie, palliatie in de stervensfase, nazorg).
- De student is op de hoogte van aandachtspunten en complicaties bij de venapunctie.
- De student legt uit wat de symptomen en oorzaken zijn van ‘vermoeidheid’ in de
palliatieve fase.
VOORBEREIDINGSOPDRACHTEN LES 2
Contra-indicaties venapunctie
Mag niet verricht worden:
- Arterio-veneuze shunt (nierdialyse)
- Coronaire bypassoperatie moet ondergaan waarbij mogelijke vene uit de arm
gebruikt worden
Wees terughoudend:
- Kant van radicale mastectomie (totale verwijdering van borst en lymfeklieren) en
okselklierdissectie, andere kant prikken
- Infuus: geen bloed afnemen uit infuuslijn, beïnvloed resultaten
- Hematoom → eronder prikken, anders beïnvloedt het de resultaten
- Voet of been
- Bij voorkeur niet prikken in verlamd been of arm
- Trombose of verdenking daarvan
- Huiduitslag
- Oedeem: kans op verdunning van bloed
- Cellulitis
- Pas getatoeëerde huid
- Huid met littekens door brandwonden, chirurgie
- Gebied van veelvuldige venapuncties
Aandachtspunten en complicaties venapunctie
- Voorzorgsmaatregelen bij cytostatica
- Bloed afnemen gesloten systeem en cliënt drukt zelf punctieplaats af, geen
handschoenen
- Voorkeur ader op onderarm of in de elleboog, liefst oppervlakkige ader.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Isa04. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.12. You're not tied to anything after your purchase.