1. Antonie Kamerling benam zich onlangs van het leven, een gevolg van een zware
depressie. Zijn moeder had ook last van depressie en zijn opa ook. Met dit voorbeeld wil
een arts aantonen dat de heritability van depressie hoog is. Met heritability doelt de arts
op:
a) De mate waarin de stoornis bepaald wordt door omgevingsinvloeden
b) Op het verloop van het ziekteproces
c) De gen-omgevingsinteractie
d) Hoe groot de invloed van de erfelijke aanleg is
2. Marja komt in therapie omdat zij moeite heeft met het verwerken van haar scheiding en
met het gedrag van haar ex-partner. Deze ex-partner verwaarloost zichzelf, waarbij hij
Marja verwijt dat dit komt omdat zij hem verlaten heeft. Marja voelt zich erg schuldig en
denkt: ‘het is ook mijn schuld, ik was altijd degene die regelde dat het huishouden
gedaan was, wat moet hij zonder mij.’ Zij neemt daardoor taken op zich in het
huishouden. De psycholoog kiest voor RET als vorm van therapie. Hij gaat aan de slag
met:
a) De gedachten van Marja
b) Het gedrag van Marja
c) Het verleden van Marja
d) De gevoelens van Marja
3. Het feit dat iemand die op latere leeftijd blind wordt, op een gegeven moment scherper
gaat horen, kan je een voorbeeld noemen van:
a) myelinisatie
b) plasticiteit
c) pruning
d) synaptogenese
4. Als Johan Mariokart krijgt voor zijn verjaardag, speelt hij eerst elke dag dit spel op de
WII. Als hij goed racet, komt hij in de top 10. Na herhaaldelijk spelen lukt het hem om de
eerste plaats te bereiken. Johan blijft het spel nog even spelen, maar het verliest zijn
interesse nadat hij telkens de eerste plaats behaalt. Om de interesse van het spel te
behouden, had de game-ontwerper gebruik moeten maken van:
a) conditioneren
b) contiguïteit
c) Intermittant reinforcement
d) exposure
5. Een zenuwscel bestaat uit:
a) Dendriet, axon, celkern, neuron
b) Synaps, axon, celkern, cellichaam
c) Dendriet, axon, celkern, cellichaam
d) Gliacel, axon, celkern, dendriet
depressie. Zijn moeder had ook last van depressie en zijn opa ook. Met dit voorbeeld wil
een arts aantonen dat de heritability van depressie hoog is. Met heritability doelt de arts
op:
a) De mate waarin de stoornis bepaald wordt door omgevingsinvloeden
b) Op het verloop van het ziekteproces
c) De gen-omgevingsinteractie
d) Hoe groot de invloed van de erfelijke aanleg is
2. Marja komt in therapie omdat zij moeite heeft met het verwerken van haar scheiding en
met het gedrag van haar ex-partner. Deze ex-partner verwaarloost zichzelf, waarbij hij
Marja verwijt dat dit komt omdat zij hem verlaten heeft. Marja voelt zich erg schuldig en
denkt: ‘het is ook mijn schuld, ik was altijd degene die regelde dat het huishouden
gedaan was, wat moet hij zonder mij.’ Zij neemt daardoor taken op zich in het
huishouden. De psycholoog kiest voor RET als vorm van therapie. Hij gaat aan de slag
met:
a) De gedachten van Marja
b) Het gedrag van Marja
c) Het verleden van Marja
d) De gevoelens van Marja
3. Het feit dat iemand die op latere leeftijd blind wordt, op een gegeven moment scherper
gaat horen, kan je een voorbeeld noemen van:
a) myelinisatie
b) plasticiteit
c) pruning
d) synaptogenese
4. Als Johan Mariokart krijgt voor zijn verjaardag, speelt hij eerst elke dag dit spel op de
WII. Als hij goed racet, komt hij in de top 10. Na herhaaldelijk spelen lukt het hem om de
eerste plaats te bereiken. Johan blijft het spel nog even spelen, maar het verliest zijn
interesse nadat hij telkens de eerste plaats behaalt. Om de interesse van het spel te
behouden, had de game-ontwerper gebruik moeten maken van:
a) conditioneren
b) contiguïteit
c) Intermittant reinforcement
d) exposure
5. Een zenuwscel bestaat uit:
a) Dendriet, axon, celkern, neuron
b) Synaps, axon, celkern, cellichaam
c) Dendriet, axon, celkern, cellichaam
d) Gliacel, axon, celkern, dendriet