100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biochemie tlp 4, aanvulling op de ppp $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Biochemie tlp 4, aanvulling op de ppp

 28 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Bijgaand een document van de lessen biochemie aangevuld met aantekeningen tijdens de les.

Preview 4 out of 44  pages

  • March 4, 2023
  • 44
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting colleges biochemie

4.53 Koolhydraten
Leerdoelen
• Benoemen in welke groepen de koolhydraten kunnen worden ingedeeld naar molecuulgrootte
• Benoemen wat de molecuulformule is van een hexose
• Benoemen wat de verschillen zijn tussen de drie bekendste hexosen in de lineaire structuur
• Benoemen welke ringvormen er mogelijk zijn bij hexosen en hoe die verschillen
• Enkel synoniemen geven voor glucose
• Eigenschappen van glucose benoemen
• De molecuulformule benoemen van een disacharide
• Drie bekende disachariden benoemen en aangeven uit welke monosacchariden ze bestaan
• Eigenschappen van een disacharide benoemen
• De molecuulformule benoemen van een polysacharide
• De drie bekende polysachariden benoemen
• Twee vormen van zetmeel benoemen
• Verschillen en overeenkomsten benoemen tussen de bekende polysachariden
• Eigenschappen van polysachariden benoemen

PPP Koolhydraten

Koolhydraten
• Leven gemiddeld de meeste energie in onze voeding
• Koolhydraat moleculen bestaan uit koolstof (-C), waterstof (-H),
en zuurstofatomen (-O)
• Er bestaan kleine koolhydraatmoleculen (=mono- en
disachariden) en ook grotere koolhydraatmoleculen
(=oligosachariden) en de hele grote (=polysachariden)

De bouw van een koolhydraat
• Een koolhydraat heeft altijd een C-atoom met 4 bindingsstreepjes
• Een O-atoom met 2 bindingsstreepjes
• Een H-atoom met 1 bindingsstreepje
• Een glucosemolecuul heeft als bruto formule = C6H12O6 (=glucose/dextrose)

Mono, di, oligo en poly
• Monosacharide bestaat uit 1 (=mono)
Disacharide bestaat uit 2 (=di)
Oligosachride bestaat uit 3-10
Polysacharide bestaan uit meer dan 10
• De kleine sachariden smaken zoet (=suiker) de grotere zijn
smaakloos
• Starch = zetmeel
Maltose = moud
Sucrose = sacharose (=riet/bietsuiker)
Lactose = melksuiker
Glucose, fructose, galactose = monosaccharide
• C-tjes aan elkaar in een rechte structuur
Aan een C zit een H en een OH, op een na dan die heeft een =O
Glucose + galactose → dubbele binding op positie 1
Glucose vs galactose → OH gespiegeld op de 4e C
Fructose vs glucose → dubbele O op positie 2 i.p.v. 1 voor de rest gelijk.
→ toetsvraag: welk molecuul is glucose, fructose en galactose)
Aldehylgroep = aldose groep als e =O op positie 1 zit
Ketongroep = ketose als de =O niet op de 1e positie zit
→ alle suikers eindigen op -ose

,Ringvorming bij glucose
• De O (van 5) gaat een binding aan met de dubbele
binding van O (van 1). De dubbele binding ‘klapt’
open gaat op de H zitten.
→ armen: linker arm pakt bij de pols, 1 C-atoom
(rechter hand) valt er niet af maar wel buiten de
ring.
Kan van boven en onder grijpen;
o A-ring: onderaf (OH op de 1e binding)
o B-ring: bovenaf

3 Vormen van glucose
• Er zijn dus 3 structuren
o Lineair: rechte structuur
o A-ring: met de OH onder aan de C1
o B-ring: met de OH boven de C1

Glucose en galactose
• Lineaire vorm
Verschil zit hem in de OH-groep, bij glucose verspringt 1
OH groep bij galactose zijn er twee OH groepen
versprongen (zitten dus onder elkaar).
• Ringvorm
Wordt een 6 ring, hebben een A en B ring
Verschil zit hem in de B-ring dat de OH groep bij galactose
op C4 naar boven wijst en bij glucose naar beneden.
• Nog een andere variant is Manose → C2 de OH groep aan de andere kant (dus C2 en C3
zitten de OH-groepen aan dezelfde kant)

Glucose en fructose
• Lineaire vorm
Verschil zit hem dat bij fructose op de C2 een dubbele binding
naar O is waardoor de H-tjes wegvallen.
• Ringvorm
De C1 en C6 vallen buiten de ring, want C2 grijpt aan C5 en dus
een ring van 5!
Ook hier weer een A-ring en B-ring (=OH boven op de C2)
Links = OH onder → A-ring
Rechts= OH boven → B-ring
Ring grijpt aan van C2 op C5

Glucose, galactose en fructose
• Hebben alle drie een A- en B-ring.
• Waarom zijn dit A-ringen? C1 bij glucose en galactose en C2 bij fructose de OH groep
beneden.
o Links glucose, want op de C4 is de OH
beneden
o Midden galactose, want op de C4 is de OH
boven
o Rechts, fructose want een 5-ring

,Polyols als zoetstoffen
• Uit monosacchariden kan door reductie (=afstaan van ionen) een polyol worden gemaakt.
Deze stoffen kunnen worden gebruikt als zoetstoffen, maar ook als osmotisch diureticum.
We gaan er naar drie kijken → waar altijd een glucose groep in zit!
o Glucose + glucose = maltose
(=moudsuiker) met als formule
C12H22O11. Water wordt afgesplitst en er
ontstaat een glycosidische binding, en
ontstaat een -O- koppeling. De C1 OH-
groep bindt met de OH-groep van de
C4

Disachariden
• Sucrose/sacharose zijn twee benamingen voor dezelfde
stof, de huis, tuin en keukennaam is riet-/bietsuiker.
Het wordt gevormd uit glucose met fructose
• Lactose zijn de melksuikers.
Het wordt gevormd uit glucose met galactose
• Samenvattend
Monosachariden + Monosachariden = Disachariden
Glucose Glucose Maltose
Glucose Fructose Sucrose/sacharose
Glucose Galactose Lactose
• In ringvorm zijn deze stoffen er als volgt uit
o Boven = maltose (want twee glucose ringen)
o Links onder = lactose (want een glucose met
een galactose ring)
o Rechts onder = sucrose (want een glucose
met een fructose (5!) ring)

Polysachariden (=zetmeel)
• Voor ons van belang bestaat uit een horizontale
glucose reeks 1-4 binding alleen meerdere achter
elkaar (=amylose)
• Op deze reeks kan een dwarsverbinding komen doordat de OH-groep op de C4 een
verbinding aangaat met een OH-groep van de C6 (=1-6 binding) → vertakte structuur wat we
een amylopectine noemen (=plantaardig!) en glycogeen in de dierlijke variant.
• Zetmeel + dierlijk glycogeen altijd A-ring
• Amylose en amylopectine zijn beide een zetmeel (=geven
voeding). Alleen A-ringen gen glucose
• Glycogeen geen verschil in opbouw maar de moleculen bij
dieren zijn groter en heviger vertakt dan plantaardig.

Cellulose
• Glucose moleculen in de B-ringvorm, deze ringvorm is
dus plantaardig! Op de C1 binding is de H omlaag. Op
de 1-4 is de koppeling tussen de glucose moleculen.
Het geeft een houterige structuur (=stengels) wat de
stevigheid geeft, deze binding kunnen we als mens niet
verteren in tegenstelling tot een zetmeel.

, Beta 1-4 glycosidische binding
• Beta binding van op de C1 wijst de H-
groep naar boven.
Op de C4 was de OH-groep naar
beneden (en dus glucose)

Verschil amylose en cellulose
• Bij amylose zijn het allemaal A-ringen
aan elkaar
Bij cellulose zijn het allemaal B-ringen
aan elkaar
Dit beide leidt tot een ander type binding tussen
de ringen
• De binding bij cellulose is zeer rigide (=stijf) wat
de plantenstructuur sterk maakt en niet
verteerbaar door onze spijsverteringsenzymen.
• Amylose is een reserve brandstof voor de plant.
• Boven is amylose → A-ringen, want de OH-groep is
onder
Onder is cellulose → B-ringen, want de OH-groep is
boven.
Typisch voor cellulose is de zigzag tussen de bindingen!

Functie polysachariden
• Glycogeen opslaan in de lever als reserve.

Vertakt en onvertakt (oftewel alfa en beta)
• Vertakt = alfa → amylase, amylopectine en glycogeen
Doel opslaan
Dierlijk
• Onvertakt = beta → cellulose
Doel structuur
Plantaardig

Soorten koolhydraten: mono-, di- en polysachariden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller latiris. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25  1x  sold
  • (0)
  Add to cart