Samenvatting Recht en Bedrijf – Handelsrecht
Webcast niet-conforme levering
Dagelijks worden allerlei goederen gekocht en verkocht. Een van de basisverplichtingen van de
verkoper is om de gekochte zaken te leveren. Het volstaat natuurlijk niet om zomaar wat zaken te
leveren. De gekochte zaak moet aan de overeenkomst beantwoorden (art 7:17 lid 1 BW). Art 35.1 lid
1 Weens Koopverdrag stelt dat ook de hoeveelheid, kwaliteit, de verpakking en de omschrijving van
de zaken moet voldoen aan de in de overeenkomst gestelde eisen.
Wat gebeurd er echter als de verkoper zaken levert die niet conform zijn, die niet beantwoorden aan
de overeenkomst? In deze webcast kijken we naar de rechtsgevolgen bij niet-conforme levering.
Wanneer beantwoordt een zaak niet aan de overeenkomst?
Wanneer is er sprake van non-conformiteit?
-specifiek bepaald in de koopovereenkomst. Soms wordt in de koopovereenkomst zeer specifiek
bepaald aan welke criteria de overeenkomst moet beantwoorden.
-Als dit niet specifiek in de overeenkomst wordt bepaald, dan geven art 7:17 BW en art 35 Weens
Koopverdrag een aantal basisregels over aan welke kwaliteitseisen de geleverde zaken moeten
voldoen.
Wanneer duidelijk is aan welke eisen de zaken moeten voldoen, is de volgende vraag hoe en wanneer
vastgesteld moet worden of de geleverde zaken conform zijn of niet. Soms zal meteen duidelijk zijn
dat de zaken non-conform zijn, als de gekochte glasplaten bijvoorbeeld in scherven geleverd worden
of er worden van de 10 bestelde wagens maar 8 geleverd. Het is echter lang niet altijd zo duidelijk.
Vaak zijn de geleverde zaken verpakt, en kan de non-conformiteit slechts vastgesteld worden nadat
de zaken uit de verpakking zijn gehaald. Bij zaken zoals machines kan het zijn dat deze eerst
geïnstalleerd en aangesloten moeten worden voordat ze getest kunnen worden. Art 38 lid 1 Weens
Koopverdrag stelt uitdrukkelijk dat de koper de geleverde zaken binnen een zo kort mogelijke termijn
moet keuren inspectieplicht koper. Het BW vermeld deze inspectieplicht van de koper niet
uitdrukkelijk, maar wel impliciet.
Bij een vervoerskoop kan die inspectieplicht problemen opleveren. Bij de inkooptermen FOP en SIF
worden de goederen immers geleverd aan de koper in de laad-haven. In principe begint de korte
termijn om de zaken te keuren dus op dat ogenblik te lopen. De zaken bevinden zich dan echter in het
schip dat vertrekt voor een zeereis van enkele dagen of zelfs enkele weken. Het Weens Koopverdrag
stelt dat in een dergelijk geval de keuring uitgesteld kan worden tot de aankomst van de zaken op hun
bestemming (art 38 lid 2 Weens Koopverdrag).
Wanneer de koper een non-conformiteit vaststelt moet hij binnen een bekwame termijn klagen bij de
verkoper. Dit is een belangrijke verplichting. Indien de koper niet op tijd klaagt, verliest hij de
mogelijkheid om de non-conformiteit in te roepen. Dit is zelfs zo als vaststaat dat de goederen
inderdaad niet beantwoorden aan de overeenkomst. Deze klachtplicht staat in art 7:23 lid 1 BW art
39 lid 1 Weens Koopverdrag. De termijn om te klagen begint te lopen op het moment dat de koper de
non-conformiteit daadwerkelijk ontdekte, of had behoren te ontdekken. De keuringsplicht, expliciet
onder het Weens Koopverdrag en impliciet onder het BW, bestaat dus ook juist om te voorkomen dat
de koper niet-conforme zaken niet opmerkt.
Maar wat is een bekwame of redelijke termijn? Hoe lang duurt dit? Dit hangt af van de concrete
omstandigheden van het geval, en zal uiteindelijk door de rechter beoordeeld worden. Bij goederen
die kunnen bederven zal de bekwame termijn bijvoorbeeld korter zijn dan bij een machine. De
bekwame termijn kan bijvoorbeeld ook anders zijn als de koper de gekochte zaken zelf zal gebruiken
of als hij het gaat doorverkopen aan een andere partij.
,Stel nu dat vastgesteld is dat de geleverde zaken niet conform zijn en dat de koper hierover tijdig
geklaagd heeft bij de verkoper. Daarmee is meteen ook gezegd dat de verkoper een wanprestatie
heeft gepleegd in de uitvoering van de koopovereenkomst.
Wat kan de koper doen indien sprake is van een wanprestatie?
Er zijn verschillende mogelijkheden:
1. De koper aanvaard de non-conforme zaak. De koper doet niets. Dit kan bijvoorbeeld uit
commerciële overwegingen. Stel nou dat de koper een winkelier is die 100 paar zwarte sokken
bestelt, en grijze sokken geleverd krijgt. De winkelier zou kunnen zeggen dat hij die grijze sokken even
goed kan verkopen. De winkelier heeft al jaren een goede commerciële relatie met de leverancier en
laat het daarom maar zo. Dit is een mogelijkheid voor de koper, de verkoper kan de koper nooit
dwingen om niet-conforme goederen toch maar te aanvaarden.
2. De koper neemt de niet-conforme goederen in ontvangst, maar vraagt een
schadevergoeding/prijsvermindering. Stel je opnieuw de winkelier voor die zwarte sokken bestelt,
maar nu in plaats van zwarte sokken roze sokken krijgt. De winkelier zou dan kunnen zeggen dat hij
de roze sokken wel aanneemt, maar dat die wel veel minder goed verkopen dan die zwarte sokken.
Hij wil daarom een financiële compensatie. Schadevergoeding en prijsvermindering komen
uiteindelijk op hetzelfde neer: de koper betaalt minder voor de goederen dan aanvankelijk voorzien.
3. De koper weigert de niet-conforme zaken. De winkelier weet dat hij roze sokken niet aan zijn
klanten verkocht krijgt en weigert deze daarom. In deze situatie heeft de koper opnieuw twee
mogelijkheden:
•de koper kan de overeenkomst ontbinden + schadevergoeding vragen. Hij kan de koopprijs
terugvorderen of de koopprijs niet betalen indien hij deze nog niet voldaan heeft. Bovendien kan hij
vergoeding vorderen van eventuele bijkomende schade die de koper leidt doordat niet-conforme
goederen werden geleverd.
•de koper kan levering van conforme goederen vragen. De winkelier kan bijvoorbeeld niets doen
met die roze sokken, en vraagt daarom of de leverancier alsnog zwarte sokken kan leveren. Onder het
BW en het Weens Koopverdrag heeft de koper in principe het recht om correcte uitvoering van de
koopovereenkomst te eisen, tenzij dit in de concrete omstandigheden van het geval onredelijk zou
zijn (art 7:21 lid 1 BW & art 46 Weens Koopverdrag). Op dit punt verschilt het Nederlandse recht en
het Weens Koopverdrag van het Engelse recht. In het Engelse recht is correcte uitvoering (specific
performance) de uitzondering, niet de regel. De rechter zal enkel specific performance bevelen
wanneer dit in de concrete omstandigheden van het geval noodzakelijk of aangewezen is. Voor sort-
goederen (?) zal de rechter bijna nooit specific performance bevelen en kan de koper naar Engels
recht alleen maar schadevergoeding vorderen.
Een koper die niet-conforme goederen wil weigeren moet echter wel goed met deze goederen
omgaan, tot de verkoper de nodige maatregelen heeft kunnen treffen om ze terug te nemen de
zorgplicht (art 7:29 BW en art 7:30 BW). Bij goederen die kunnen bederven kan dit zelfs betekenen
dat de koper de niet-conforme gekochte zaken moet verkopen en de opbrengst ter beschikking moet
houden van de verkoper.
Wanneer alle geleverde zaken niet conform zijn mag de koper de gehele lading weigeren. Wanneer
slechts een deel van de geleverde zaken niet-conform is mag de koper het niet-conforme deel
weigeren en het wel-conforme deel houden. Mag de koper de volledige lading weigeren indien
slechts een deel van de geleverde zaken niet-conform zijn?
Stel de winkelier heeft 100 paar zwarte sokken besteld, en hij krijgt 70 paar zwarte en 30 paar roze
sokken geleverd. Mag hij dan alle paar sokken weigeren, inclusief de 70 paar sokken die wél conform
zijn? Of mag hij alleen maar de 30 paar roze sokken weigeren? Je denkt nu misschien; waarom zou de
,winkelier de 70 paar zwarte sokken weigeren? Die zijn toch wat hij heeft besteld? Dit heeft te maken
met prijsschommelingen. Stel dat de prijs van zwarte sokken inmiddels gedaald is, en dat de winkelier
de zwarte sokken bij een andere leverancier goedkoper of zelfs veel goedkoper kan inkopen. De
winkelier heeft er dan financieel belang bij om de volledige overeenkomst op te zeggen, want dan kan
hij diezelfde zaken bij een andere leverancier goedkoper inkopen.
Levering van niet-conforme zaken is hoe dan ook een wanprestatie. Naar Nederlands recht geeft
iedere wanprestatie in principe het recht om de overeenkomst te ontbinden, tenzij de tekortkoming
naar haar aard of door haar geringe betekenis ontbinding niet rechtvaardigt art 6:265 lid 1 BW.
Wanneer de winkelier 99 paar zwarte sokken ontvangt en slechts 1 paar roze sokken zal deze
tekortkoming wellicht te gering zijn om op basis daarvan de volledige overeenkomst te ontbinden. Als
hij echter 30 of 40 paar roze (dus niet-conforme) sokken geleverd krijgt, dan is dit mogelijk wel
voldoende om de volledige overeenkomst te ontbinden. Waar precies de grens ligt is uiteraard een
feitenkwestie die afhangt van de concrete omstandigheden van het geval.
Onder het Weens Koopverdrag is ontbinding enkel mogelijk bij een wezenlijke tekortkoming (art 49
lid 1 sub a Weens Koopverdrag). De formulering is anders, maar eigenlijk verschilt het in de praktijk
niet veel van de Nederlandse benadering dat ontbinding altijd mogelijk is, behalve als de
tekortkoming te gering is.
Het Engelse recht kent wel een andere benadering: een koopovereenkomst bevat een reeks
verplichtingen voor de partijen, aanvankelijk werd in het Engelse recht geleerd dat dergelijke
verplichtingen in een van de twee categorieën moesten vallen. Het was ofwel een condition ofwel
een warranty. Schending van een condition geeft de andere partij altijd recht op ontbinding van de
overeenkomst + eventueel bijkomende schadevergoeding. Schending van een warranty geeft nooit
recht op een ontbinding, maar enkel recht op een schadevergoeding. In de arresten Hongkong Fir en
Hansa Nord heeft de Engelse rechtbank aanvaard dat er naast conditions en warranties ook nog een
derde tussencategorie bestaat; de zogenoemde innomate of intermediate terms. Bij schending van
een innomate term kan de overeenkomst ontbonden worden als de tekortkoming ernstig genoeg is
om dit rechtsgevolg te rechtvaardigen. De vraag of een verplichting een condition, warranty of
innomate term is, is een vraag van contractinterpretatie die beantwoord moet worden voordat er van
enige tekortkoming sprake is. Stel bijvoorbeeld dat de koopovereenkomst zegt dat de gekochte zaak
geleverd moet worden vóór het einde van het jaar. We zijn momenteel nog niet aan het einde van het
jaar, dus we weten nu nog niet of de verkoper deze verplichting zal schenden, en als hij die schendt,
hoe groot die schending dan zal zijn. Als hij inderdaad te laat zal leveren, levert hij dan op 2 januari of
pas in maart? We kunnen nu perfect beoordelen of die verplichting om voor het einde van het jaar te
leveren een condition, een warranty of een innomate term is. Partijen kunnen dit expliciet zelf in de
overeenkomst vastgelegd hebben, als dit niet zo is dan zal de rechter de overeenkomst moeten
interpreteren en beoordelen wat de strekking van de verplichting was. Als we eenmaal weten of die
verplichting om vóór het einde van het jaar te leveren een condition, een warranty of een innomate
term is, dan weten we ook hoe we met een eventuele schending van deze verplichting moeten
omgaan.
-als het een condition is, dan is iedere schending, hoe klein ook, voldoende om de overeenkomst te
ontbinden. Zelfs als de verkoper maar 1 uurtje te laat levert, kan de koper dit aangrijpen om de
overeenkomst te beëindigen.
-als het een warranty is, dan kan de koper enkel schadevergoeding vragen, hij kan nooit ontbinden.
Hoe groot de schending ook is. Zelfs als de verkoper een half jaar te laat levert, is dit nog steeds
onvoldoende grond om de overeenkomst te ontbinden.
-als het een innomate term is dan moet in concreto beoordeeld worden hoe groot de tekortkoming
, is, en wat de gevolgen van de tekortkoming waren, en of dit voldoende is om de sanctie van
ontbinding te rechtvaardigen.
Conditions en warranties zijn dus vrij extreme posities. Er bestaat in Engeland dan ook een soort
vermoeden dat verplichtingen in een overeenkomst innomate terms zijn, tenzij heel duidelijk is dat
het om een condition of om een warranty gaat. Bij innomate terms moet, net als onder het
Nederlands recht en het Weens Koopverdrag, de grootte van de tekortkoming beoordeeld worden.
Webcast aansprakelijkheid vervoerder
Het doel van een vervoersovereenkomst is om goederen te vervoeren van plaats A naar plaats B. De
ladingbelanghebbenden vinden het uiteraard het prettigst als alle verzonden goederen onbeschadigd
en zonder vertraging op bestemming worden afgeleverd. Maar in de praktijk lukt dat niet altijd.
Goederen raken soms tijdens de transport beschadigd, of gaan zelfs helemaal verloren. Of ze worden
met vertraging afgeleverd. Een voor de hand liggende vraag is dan uiteraard of de vervoerder
daarvoor schadevergoeding moet betalen. Goederenvervoer kan via verschillende modaliteiten
uitgevoerd worden. Elk van deze modaliteiten wordt internationaal geregeld door een eigen verdrag
dat dan vervolgens opgenomen is in het Nederlandse recht:
-Goederenvervoer over zee wordt geregeld door de Hague Visby Rules.
-Goederenvervoer over de binnenwateren wordt geregeld door het CMNI verdrag.
-Goederenvervoer over de weg wordt geregeld door het CMR verdrag.
-Goederenvervoer per spoor wordt geregeld door het COTIF-CIM verdrag.
-Goederenvervoer door de lucht wordt geregeld door het Verdrag van Montreal.
Hoewel deze verdragen uiteraard op allerlei vlakken van elkaar verschillen, zijn de lijnen van de
vervoerdersaansprakelijkheid zeer vergelijkbaar.
In deze webcast worden de algemene principes van het aansprakelijkheidsregime van de vervoerder
toegelicht.
Een vervoerder heeft een resultaatsverbintenis. En zijn aansprakelijkheid is een vermoede
aansprakelijkheid. Een vervoerder belooft een resultaat, hij belooft de goederen bij de bestemming af
te leveren in dezelfde staat als waarin hij ze ontvangen heeft. Als hij dit resultaat niet haalt, als hij de
goederen helemaal niet aflevert, of beschadigd of met vertraging aflevert, dan volstaat dit loutere feit
om een vermoeden van aansprakelijkheid te creëren. De ladingbelanghebbende hoeft dus niet uit te
zoeken wat er precies is mis gegaan en of de vervoerder daaromtrent een verwijt gemaakt kan
worden, het feit dat er tijdens de transport schade of vertraging is opgetreden volstaat. Er is echter
wel enige bewijslast.
Bewijslast bij schade of vertraging van transport:
1. Er moet wel aangetoond worden door de ladingbelanghebbende dat de schade/vertraging tijdens
het transport is ontstaan. De ladingbelanghebbende moet aantonen dat de goederen niet afgeleverd
werden in dezelfde staat als waarin ze aan het begin van de transport aan de vervoerder werden
overhandigd. De ladingbelanghebbende moet dus aantonen dat de goederen goed erin gegaan zijn
en met schade bijv eruit zijn gekomen. Dat er te weinig afgeleverd werden, of dat de goederen met
schade afgeleverd werden is op zich eenvoudig aan te tonen. Maar dit volstaat niet. Als er te weinig
goederen afgeleverd worden dan is dit misschien omdat de afzender te weinig goederen heeft
meegegeven met de vervoerder. Als goederen beschadigd afgeleverd worden dan is dat misschien
omdat ze aan het begin al beschadigd waren. De ladingbelanghebbende moet dus ook aantonen
hoeveel goederen er bij aanvang van het transport aan de vervoerder werden overhandigd en in
welke staat de goederen toen waren. Alleen wanneer er een verschil is tussen de staat van de
goederen bij vertrek en de staat van de goederen bij aankomst is er sprake van schade door verlies bij
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veronikaelburg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.65. You're not tied to anything after your purchase.