I would give it 5 stars if there was a tabble with the formulas per chapter, because the key asks more formulas than concepts...
By: MathijsVreeling • 7 year ago
Seller
Follow
manuelameijlink
Reviews received
Content preview
Financieren, budgetteren en begroten
1.2 – Kosten, uitgaven, ontvangsten en opbrengsten.
Offers = alle uitgaven van een organisatie om artikelen of diensten te kopen.
Kosten = onvermijdelijke offers.
Verspillingen = offers die niet noodzakelijk zijn. (Vermijdelijke offers)
Uitgave = geld betalen zonder dat dit een kostenpost is.
Ontvangst = geld binnenkrijgen.
Opbrengst = wat de ruil van goederen heeft opgeleverd.
3 Verschillende manieren kosten:
- Kostensoorten. De indeling in kostensoorten geeft aan dat een organisatie
verschillende kosten maakt.
- Constante en variabele kosten. Constante kosten zijn onafhankelijk van de omzet.
Variabele kosten zijn afhankelijk van de omzet.
- Directe en indirecte kosten. Directe kosten zijn kosten voor één artikel of afdeling.
Indirecte kosten zijn kosten voor de hele organisatie.
1.3 – Kosten van menselijke arbeid
Bekende loonsystemen zijn:
- Tijdloon (of uurloon). Je krijgt een vast bedrag per periode of het aantal gewerkte
uren x een vast bedrag per uur.
- Prestatieloon. De beloning is afhankelijk van de prestatie die je levert.
- Premieloon. Dit is een combinatie van tijdloon en prestatieloon. De werknemer krijgt
een vast bedrag per periode of per uur en daarbovenop een premie.
Het brutoloon is het afgesproken bedrag tussen werkgever en werknemer. Het nettoloon is
het bedrag dat je na aftrek van de belasting en premies op je bankrekening krijgt.
Op het brutoloon moet loonheffing worden ingehouden. Loonheffing bestaat uit de
loonbelasting, een bijdrage aan de zorgverzekering en premies voor verschillende sociale
volksverzekeringen.
Een werkgever is vaak nog geld kwijt aan vakantietoeslag, reiskosten, pensioenpremies en
bedrijfsopleidingen. Al deze kosten zijn de personeelskosten of kosten van menselijk arbeid.
1.4 – Kosten van vermogen
Een organisatie leent soms geld om staande te blijven. Daar betaal je rente over. De kosten
heten daarom rentekosten of kosten van vermogen. De hoogte is afhankelijk van:
- Het kapitaal
- Het rentepercentage
- De periode
1.5 – Kosten van diensten van derden
Kosten van diensten van derden = gebruik maken van diensten van een ander bedrijf of
andere instelling en daarna betalen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manuelameijlink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.