H11: Het cardiovasculair stelsel – Bloed
Inleiding tot cardiovasculair stelsel
Cardiovasculair stelsel = in lichaam aanwezig intern transportnetwerk = bloedvatenstelsel
Bevat:
- Circulerende vloeistof: bloed
- Pomp: hart
- Vloeistof wordt vervoerd in flexibele buizen: bloedvaten
Functiestoornissen kunnen optreden als gevolg van bloedverlies, gebreken aan het hart of
door beschadigde bloedvaten
Eerste stelsel dat bij een embryo operationeel wordt
Bloed = vloeibaar bindweefsel bestaat uit 3 componenten:
- Gespecialiseerde cellen
- Extracellulaire eiwitvezels
- Grondsubstantie (extracellulaire matrix) = bij bloed is dit een vloeistof nl. plasma
1. Bloed heeft verschillende eigenschappen en functies
Bloed: gespecialiseerd bindweefseltype dat bestaat uit cellen die zich in een vloeibare matrix
bevinden => 5 functies:
1) Transport van opgeloste gassen, voedingsstoffen, hormonen en afvalproducten vd
stofwisseling
• Zuurstof vanuit longen naar weefsels
• Koolstofdioxide vanuit weefsels naar longen
• Voedingsstoffen opgenomen in spijsverteringskanaal, opgeslagen in vetweefsel of in
de lever zijn afgegeven
• Hormonen vanuit endocriene klieren naar doelcellen
• Afvalstoffen die door actieve cellen worden gevormd naar nieren waar ze kunnen
worden uitgescheiden
2) Stabilisering van de pH en de ionsamenstelling vd interstitiële vloeistof in lichaam
Via diffusie tussen interstitiële vloeistoffen en bloed: plaatselijk tekort of overmaat
van ionen opgeheven, Ook absorberen en neutraliseren van zuren gevormd door
actieve weefsels. (bv vrijkomen melkzuur bij de contracties van skeletspieren)
3) Beperking vh vloeistofverlies bij verwonding
Bloed: bevat enzymen die bloedstolling in gang zetten wnr bloedvatwanden
beschadigd raken
Bloedprop als gevolg van beschadiging werkt als tijdelijke afsluiting waardoor wordt
voorkomen dat er nog meer bloed verloren gaat
4) Verdediging tegen gifstoffen en ziekteverwekkers
Leukocyten = gespecialiseerde cellen die weefsels binnendringen om infecties te
bestrijden of afvalstoffen te verwijderen
Aanvoer antistoffen = speciale eiwitten die binnendringers aanvallen
5) Stabilisering vd lichaamstemperatuur
Bloed: warmteopname door skeletspieren geproduceerd + warmtetransport naar
andere weefsels
T te hoog: bloed naar huidopp. => warmte afgifte aan omgeving
T te laag: warm bloed naar hersenen en andere temp.gevoelige organen
,Gezonde mens 2
Samenstelling van bloed:
Plasma, bloedcellen en celfragmenten
Componenten kunnen worden gescheiden of gefractioneerd in vaste bestanddelen en
plasma, voor klinische onderzoeken
Vol bloed heeft volgende elementaire fysische eigenschappen:
• Temperatuur: +_ 38°C (iets hoger dan normale lichaamsT)
• Viscositeit: 5x hoger dan viscositeit van water
Gevolg van interacties tussen opgeloste eiwitten, vaste elementen en
watermoleculen in het plama
• pH: licht basisch, tussen 7,35 en 7,45
Bloedafname- en onderzoek:
Vol bloed: meestal afgenomen van oppervlakkig gelegen vene = venapunctie
veel gebruikt techniek want
oppervlakkig gelegen venen zijn makkelijker te lokaliseren
wanden van venen zijn dunner dan die van even grote arteriën
bloeddruk in veneus systeem is betrekkelijk laag waardoor prikwond sneller geneest
Bloed uit perifere capillairen: kan worden gebruikt voor bloeduitstrijkje
(vingertop, oorlel, hiel of grote teen te prikken)
Arteriële punctie: nodig om te beoordelen hoe efficiënt gaswisseling thv longen verloopt
2. Plasma bevat grote hoeveelheid plasma-eiwitten
Plasma + interstitiële vloeistof => grootste deel volume van extracellulaire vloeistof
Plasma: +- 55% van vol bloed
Onderdelen plasma: plasma-eiwitten, overige opgeloste stoffen en water
Plasma-eiwitten:
1) Albuminen
Meerderheid van plasma-eiwitten
Aanwezigheid: belangrijk voor handhaven van osmotische druk van plasma
2) Globulinen: antistoffen en transporteiwitten
Antistoffen = immunoglobulinen: aanval tegen indringers en ziekteverwekkers
Transporteiwitte: binden aan kleine ionen, hormonen of aan verbindingen die anders
bij de nieren worden uitgescheiden of die slecht oplosbaar zijn in water
Zowel albuminen als globulinen kunnen zich aan vetten binden
Vetten onoplsobaar in water, maar eiwit-vetcomplex lost gemakkelijk op in plasma
Zo vervoert bloedvatenstelsel onopgeloste vetten naar perifere weefsels
Globulinen: betrokken bij transport van vetten = lipoproteïnen
3) Fibrinogeen
Speelt rol bij bloedstolling
Onder bepaalde omstandigheden: reactie tussen fibrinogeenmoleculen waardoor ze
worden omgezet in lange, onoplosbare strengen fibrine
Fibrinestrengen = onoplosbare strengen die raamwerk vormen van bloedstolsel
Serum = vloeistof die overblijft nadat stollingseiwitten zijn verwijderd
90% van plasma-eiwitten: gevormd in de lever => samenstelling en functionele
eigenschappen van bloed kunnen daardoor worden gewijzigd als gevolg van
leveraandoeningen
,Gezonde mens 3
3. Erytrocyten bevatten hemoglobine die herbruikt kan worden
Rode bloedcellen = erytropocyten => vormen 99,9% vd vaste onderdelen
Geven dieprode kleur aan bloed doordat ze kleurstof hemoglobine bevatten
Hemoglobine: bindt en vervoert zuurstof en koolstofdioxide
Relatieve hoeveelheid erytrocyten:
+_ 1/3 van alle cellen in lichaam: rode bloedcellen
Hematrocriet = aantal erytrocyten per microliter vol bloed (volumepercentage erytrocyten)
➔ Wordt gemeten nadat een bloedmonster is gecentrifugeerd zodat alle vaste elementen
uit de suspensie worden neergeslagen
➔ Na centrifugeren: vormen van 3 lagen:
- Plasma: bovenste laag
- heel dunne gebroken witte buffy coat = middelste laag bestaande
uit witte bloedcellen en plaatjes
- dikke onderste laag van opeengepakte rode bloedcellen
Hematocriet: berekenen door hoogte vd laag RBC te vergelijken met
hoogte bloedmonster
Hematrociet: vrijwel gelijk aan volume vd vaste elementen
= volume packed red cells (VPRC) of packed cell volume (PCV)
Veel aandoeningen hebben een invloed op hematocriet vb
uitdroging, nemen van EPO
, Gezonde mens 4
Structuur van erytrocyten:
Erytropocyten: gespecialiseerd in vervoeren van zuurstof en
koolstofdioxide in bloed
RBC: biconcaaf schijfje met dun centraal gebied en dikke buitenste rand
=> vorm heeft twee belangrijke effecten:
- oppervlaktevergroting tov inhoud, waardoor diffusiesnelheid tussen
cytoplasma en omringend bloedplasma wordt verhoogd
- vorm maakt RBC flexibel zodat ze door nauwe capillairen heen
kunnen
Tijdens ontwikkeling verliezen ze groot deel van hun organellen, met inbegrip de
mitochondriën, ribosomen en de celkern (behouden enkel het cytoskelet)
Afwezigheid ribosomen en kern => RBC kunnen zich niet delen en geen structurele eiwitten
of enzymen vormen => daardoor kunnen ze zichzelf ook niet herstellen waardoor ze een
relatief korte levensduur hebben (ongeveer 120 dagen)
Weinig organellen en geen manier om eiwitten te vormen => daardoor klein E-verbruik
Verkrijgen E door anaerobe dissimilatie waarbij ze glucose opnemen uit omringend plasma
Structuur en functie van hemoglobine:
Volwassen erytrocyt: celmembraan dat hoeveelheid transporteiwitten omgeeft
Hemoglobine (Hb): vormen meer dan 95% vd eiwitten in de erytrocyt
Hemoglobine: verantwoordelijk voor vermogen vd cel om O2 en CO2 te vervoeren
Complexe quaternaire structuur: bestaat uit 4 globulaire eiwitsubeenheden, gerangschikt in
2 paren
Onderdelen van elk paar: bestaan uit verschillende polypeptideketens
Elke subeenheid bevat een enkel molecuul van organisch pigment haem
Elke haemmolecuul bevat ijzerion dat met zuurstofmolecuul kan reageren
Binding ijzer en O2 is zwak => makkelijk verbreekbaar
Erytrocyten met Hb gebonden aan O2 => bloed: helderrode kleur
Erytrocyten met Hb niet gebonden aan O2 => bloed: donkerrode kleur
Hoeveelheid O2 gebonden aan erytrocyt: afh van omstandigheden in omringend plasma
Veel O2 aanwezig => Hb-moleculen binden aan O2 tot alle haemmoleculen verzadigd zijn
Bloedarmoede of anemie: aandoening waarbij bloed laag hematocriet heeft, of waarbij
erytrocyten minder hemoglobine bevatten in bloed
Levensduur van erytrocyten:
RBC: blootgesteld aan zware fysische belasting
Mechanische belasting + ontbreken van herstelmechanismen => levensduur: +_ 120 dagen
Fagocyten vd milt, lever of rode beenmerg detecteren beschadiging en nemen erytrocyten
op via fagocytose
Voortdurende afsterven van RBC is bij niet opmerkbaar omdat er aan een zeer hoge snelheid
nieuwe cellen in het bloed terecht komen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robyn2108. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.92. You're not tied to anything after your purchase.