Koopgedrag in een gra ek:
-geeft het verband weer tussen:
1. Verticale as (Y-as) P van prijs
2. Horizontale as (X-as) Qv van gevraagde hoeveelheid
Omzet: totale opbrengst = P x afzet (Q)
Afzet (Q): aantal stuks
Consumentensurplus: het verschil tussen de betalingsbereidheid en de werkelijke prijs (marktprijs)
die je moet betalen
Betalingsbereidheid: het bedrag dat je maximaal voor een product wilt betalen
Formule berekenen consumentensurplus: hoogte x basis x 0,5
Voorbeeld: €0,80 x 800 x 0,5
Welke begin- en eindwaarden zet je in de gra ek:
Maximale prijs: 0 invullen op plek van vraag
Maximale vraag: 0 invullen op plek van prijs
Altijd een negatief verband tussen prijs en vraag:
-prijs omhoog—> vraag omlaag
-prijs omlaag—> vraag omhoog
Collectieve vraaglijn: geeft de door alle consumenten gevraagde
hoeveelheid van een bepaald product weer die bij verschillende prijzen
worden gevraagd
2.2 verandering van de vraag
Vraag kan veranderen door veel factoren, voorbeeld:
-vraag naar ko e:
1. Meer consumenten gaan ko e lekker vinden
2. Thee wordt goedkoper
3. Ko emelk wordt goedkoper
4. Ko e wordt duurder
Wat gebeurt er dan?:
-bij 1: bij gelijkblijvende prijs en meer vraag—> vraaglijn schuift naar rechts
-bij 2: ko e en thee zijn substituten, bij gelijkblijvende prijs en minder vraag—> vraaglijn naar links
-bij 3: ko e en ko emelk zijn complementen, bij gelijkblijvende prijs en meer vraag—> vraaglijn
naar rechts
-bij 4: verschuiving langs de lijn naar links
Complementaire goederen/complementen: goederen die elkaar aanvullen
Substitutie goederen/substituten: goederen die elkaar kunnen vervangen
voorbeeld: ko e, thee, ko emelk
5 bepalende factoren voor vraag:
1. Besteedbaar inkomen (noodzakelijke producten en luxe producten)
2. Voorkeuren (smaken verschillen)
3. Prijzen van andere producten (ene product voordeliger dan het andere product)
4. Aantal vragers (huizenmarkt bijvoorbeeld)
5. Verwachtingen
Ceteris paribus: de veronderstelling dat de invloed van niet-bestuurde verschijnselen onveranderd
blijft
ffi ffi ffiffi ffi fi ffi ffi fi
, 2.3 prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid
Het ene product reageert sterker op een prijsverandering dan het andere
Prijselasticiteit van de vraag: geeft aan in welke mate de vraag naar een bepaald product reageert
op een prijsverandering van dat product
Ev: elasticiteit van de vraag
Ev= procentuele verandering van de vraag ÷ procentuele verandering van de prijs
Ev berekenen:
1. Verandering van de gevraagde hoeveelheid berekenen: (nieuwe vraag - oude vraag) ÷ oude
vraag x 100%
2. Verandering van de prijs berekenen: (nieuwe prijs - oude prijs) ÷ oude prijs x 100%
3. Ev berekenen: antwoord stap 1 ÷ antwoord stap 2
Prijselasticiteit van de vraag:
-uitkomst 0: volkomen inelastische vraag (bij prijs verandering verandert de vraag niet) (voorbeeld:
medicijnen)
-uitkomst tussen 0 en -1: relatief inelastische vraag (bij prijs verandering verandert de vraag
amper) (voorbeeld: water of brood)
-uitkomst onder -1: relatief elastische vraag (bij prijs verandering verandert de vraag) (voorbeeld:
iPad)
Waarom wil een bedrijf dit weten:
-een bedrijf wil een zo hoog mogelijke omzet
-omzet is maximaal bij Ev= -1
Kruislingse elasticiteit (EK)
-als de prijs van ko emelk verandert, heeft dit ook gevolgen voor de vraag naar ko e
-welk gevolg dit is berekenen we via de kruislingse elasticiteit:
1. Procentuele verandering van de vraag van product A berekenen
2. Procentuele verandering van de prijs van product B berekenen
3. Antwoord 1 ÷ Antwoord 2
2.4 Inkomenselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid
Hoeveel verandert de vraag naar een product als het inkomen van consumenten verandert?
-inkomen: Y (Yield)
-vraag: Qv
Inkomensvraaglijn: geeft het verband weer tussen de gevraagde hoeveelheid en het besteedbaar
inkomen, voorbeeld:
-Qv=0,5Y - 50
-vul op de plek van Y het inkomen in
De inkomensvraaglijn in een gra ek:
-Horizontale as (X-as): Y, inkomen
-Verticale as (Y-as): Qv, gevraagde hoeveelheid
De inkomensvraaglijn tekenen:
1. Qv=0—> drempelinkomen berekenen
2. Y= iets hoger dan drempelinkomen, voorbeeld: drempelinkomen 1000, dan wordt het product
verkocht vanaf 1001
Drempelinkomen: geeft aan vanaf welk inkomen een product wordt gekocht
Inkomenselasticiteit berekenen:
-Ey= procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid ÷ procentuele verandering van het
inkomen
ffi fi ffi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller renskejasmijn06. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.52. You're not tied to anything after your purchase.