Revalidatie En Kinesitherapie Bij Reumatologische Aandoeningen (D012210A)
All documents for this subject (5)
1
review
By: revaki • 8 months ago
Seller
Follow
noaclaeys
Reviews received
Content preview
lOMoAR cPSD| 2989972
Revalidatie en kinesitherapie van
reumatologische aandoeningen.
1. reumatische systeemziekten en bindweefselaandoeningen
1.1 inleiding
Reumatologie: vooral bewegingsstelsel (gewrichten, spieren en pezen, abarticulaire structuren, bot),
maar ook soms systeemlijden (bloedvaten, longen, huid,… => auto-immuunziekte). Exclusie van
traumatologie. Reuma is geen diagnose, maar een klacht die verdere diagnose vereist.
Komt 3X meer voor bij mannen dan bij vrouwen.
Pijn: lokaal en/of uitstralend, acuut of chronisch, spontaan of infectieus, inflammatoir of mechanisch
vankarakter
Mechanische pijn (vb artrose) Inflammatoire pijn (vb artritis)
Geen pijn in rust Pijn in rust, nachtelijke pijn
Pijn neemt toe met belasting, in de loop van de Ochtendstramheid
dag
Startstramheid Pijn en stramheid verbeteren in de loop van de
dag
Paraneoplastisch: onderliggende maligniteit als oorzaak reumatische klachten.
1) Mono-articulair
2) Polyarticulair (>5)
3) Pauci-articulair (<5) = oligoarticulair
Gewrichtspathologie
1. Degeneratieve aandoeningen: “slijtage-“ of “verouderingsverschijnselen” van kraakbeen
→ inwendige factoren: bv. Door ouderdom
→ uitwendige factoren: bv. Door as-afwijkingen, beroep (bobijnster: artrose van de handen,
gebruikers van perslucht: artrose pols en elleboog, haven arbeiders: polyartrose,
landbouwers: heupartrose en lumbale artrose)
2. Inflammatoire aandoeningen: gekenmerkt door ontsteking van synoviale membraan;
secundaire veranderingen in kraakbeen en bot
→ infectieus
→ niet-infectieus: idiopathisch (bv RA) of gekend (bv enzyminsufficiëntie bij sommige
vormen van jicht)
3. Tumorale aandoeningen: zeldzaam
Gedownload door annelien beelaert (annelien.beelaert@ugent.be)
, lOMoAR cPSD| 2989972
Prevalentie >/= 3%
Fysiek en psychologische impact, socio-economische impact
1.2 bindweefselziekten of reumatische systeemziekten
Gemeenschappelijke noemer: ze worden gemedieerd door immuuncompetente cellen (vnl
lymfocyten), vaak komen auto-antistoffen voor.
Antinucleaire antistoffen (ANA): vaak geassocieerd met reumatische auto-immuunaandoeningen.
= ziekten waarbij eigen witte bloedcellen zich gaan richten tegen lichaamseigen celonderdelen.
Antilichamen gericht tegen eiwitten eigen lichaam. Aanwezigheid wil niet zeggen dat er reuma is!→
moeilijke diagnose, geen zekerheid
Niet alleen detectie van ANA, maar vnl antigeenspecificteit is belangrijk. (= spec antistoffen per ziektebeeld)
Lupus (SLE)
Chronische systeemziekte bij uitstek! Tast huid aan als reactie op zonlicht
➢ Algemeen ziek (koorts, moeheid, adenopathie, gewichtsverlies)
➢ Kort van admen door ontsteking longvlies
➢ Muco-cutaan (rash, foto-allegie, aften)
➢ Locomotorisch (artralgie, polyartritis, myalgie)→ niet erosief, soms exacerbaties met
zwelling, soms deformaties (Jaccoud artritis), aseptische necrose
➢ Nier
➢ Pleuritis
➢ Pericarditis
➢ Neurologisch (seizures en psychoses)
➢ Hematologisch (cytopenie)
➢ Auto-antistoffe n(ANA, anti-DNA, anti-Sm)
➢ VOORNAMELIJK jonge vrouwen (uit niet- witte populaties)
➢ Systeemlupus kan gepaard gaan met een significante morbiditeit en
mortaliteit
Gedownload door annelien beelaert (annelien.beelaert@ugent.be)
, lOMoAR cPSD| 2989972
oefentherapie = cardiovasculaire training en weerstandstraining => betere functionaliteit en levenskwaliteit
➢ Zwangerschap: risico op lupus flare, verhoogd abortus risico (vooral indien anticardiolipine
antistoffen), neonatale lupus (anti-SSA antistoffen)
➢ Oefentherapie: zowel cardiovasculaire training (wandelen en fietsergometer) als
resistance training (free weight en elastic band)
• Slecht 1/3 van SLE patiënten haalt >150 minuten matige inspanning per week
➢ = auto-immune aandoening met ontsteking grote bloedvaten : Giant cel artritis
• = ontsteking arteria temporalis
• Nieuw ontstane hoofdpijn, mono-oculaire visusstoornissen
• Vermoeden? Biopsie temporale arteriën
➢ Symptomen:
• Inflammatoire spierpijn schouder- en bekkengordel
• Trage en moeilijke schouderabductieboog
• Symmetrische pijn
• Ook moeheid
• Articulaire en peri-articulaire structuren zijn aangetast: bursae en pezen, (vooral subdeltoide,
subacromiale)
•
➢ Personen ouder dan 55 jaar (piek 60-70 jaar)
➢ Spier is histopathologisch normaal
➢ Vrouwen > mannen
➢ Prevalentie stijgt met stijgende leeftijd
➢ Maximale bloedbezinking: normale spierenzymen
➢ Evetuele associatie met arteritis temporalis
➢ Behandeling: corticoïden
➢ Oefentherapie: ind. Oefenschema: spiermassa en valreductie
Gedownload door annelien beelaert (annelien.beelaert@ugent.be)
, lOMoAR cPSD| 2989972
Idiopathische inflammatorie myositis: Polymyositis en dermatomyositis
➢ Symptomen:
• Myositis = ontsteking van de spieren
• Huid: typische rash tov aangezicht, nek, borst (Vsign), etremiteiten. Typisch verkleuring
extensorzijde MCP, PIP, DIP (gottron papules), oogleden (heliotrope rash)
• Proximale spierzwakte: symmetrisch: vooraal deltoid, heupflexoren en nekflexoren
• Sliklast en verstikking kan door oropharangeale spieren en oesofagale spieren die
betrokken zijn -> ev aspiratie
• Respiratoir falen door verzwakking diafragma
• Intersistieel longlijden -> beperkte zuurstofopname, beperkte inspanningscap, moeheid
• Hart (myocarditis) en longen: Intersistieel longlijden -> beperkte zuurstofopname, beperkte
inspanningscap, moeheid
• Calcinose: kalk dat wordt afgezet in bindweefsel
• Dermatomyositis: cave paraneoplasie
➢ VOORNAMELIJK vrouwen, kan op alle leeftijden (vooral tussen 40 en 50 jaar)
➢ oefentherapie = aërobe training, weerstandstraining
➢
Dermatomyositis met gottron papules Heliotrope rash
Systeemsclerose (SSc)
➢ 3 hoofdkenmerken:
1. Fibrose thv huid en inwendige organen
-> thv longen: kortademigheid, verminderde O2 opname, verminderde insp cap
-> thv huid: flexiecontracturen (oefentherapie en stretching)
2. Vasculopathie: fenomeen van Raynaud (90%)
-> kleurverandering aan extremiteiten bij koude of stress: eerst wit (door VC), dan paarse
cyanotische fase , dan heropwarming met rode hyperemische fase
-> meer dan 50% patiënten heeft digitaal trofische letsels (vooral ulcera letsels)
3. Auto-immuniteit : specifieke auto-antilichamen
➢ Verharding bindweefsel
➢ ANA: 90% SSc- specifc antibodies
➢ Prevalentie: 1/100 000 (zeldzaam)
➢ Classificatie: obv extensie van huidproblemen
→ limited cutaneous LcSSc: SC met beperkte huidaantasting: aantasting begint altijd thv de
vingers/tenen en gaat niet verder dan elleboog/knieplooi
→ diffuse cutaneous (1/3) DcSSc : SC met diffuse huidaantasting: ook bovenarmen , bovenbenen, thorax,
abdomen -> zal ROM van gewrichten aantasten -> flexiecontracturen
➢ Is systemische aandoeningen dus kan ook aantasting van organen veroorzaken (long, hart, nieren,
spieren, maag, darmstelstel)
➢ Freq ook musculoskeletale aantasting -> spierzwakte en spieratrofie
Gedownload door annelien beelaert (annelien.beelaert@ugent.be)
, lOMoAR cPSD| 2989972
Deze spieraantasting kan ook het gevolg zijn van medicatie: corticosteroïden
➢ Reductie functionele cap en snelle vermoeidheid (vicieuze cirkel)
➢ Fysieke conditie daalt snel -> achteruitgang fysisch functioneren -> daling gzh kwaliteit
Wat hebben we geleerd?
- Systeemziekten zijn reumatische aandoeningen die naast ontstekingen van gewrichten ook inwendige organen
aantasten
- Ontstaan door eigen immuunsysteem die antilichamen tegen zichzelf aanmaakt, per ziekte beeld spec auto-
antilichamen
- Systeemziekten= zeldzaam
- P. hebben vaak gereduceerde fysische functies en een lagere levenskwaliteit
- Oefentherapie blijkt een belangrijke positieve impact te hebben
2.Spondyloartritis(SPA) F. Van DenBosch
2.1 Abarticulaire klachten
Spondylo (wervelzuil) – art (gewricht) – itis (ziekte)
= verzamelnaam voor een aantal ‘pijnsyndromen’ die niet onmiddellijk hun oorsprong vinden in het
gewricht. Je moet dit wel zien alseen red flag bij reumatoloog. : peri-artirtis, bursitis, tendinitis,
rugpijn
Er zijn vier soorten artritis. Artritis is een ontsteking van het slijmvlies aan de binnenkant van het
gewricht.
1) infecties door bacterie (septische artrose)
2) kristal-artropathieën = jicht, acuut, neerslag van chemische kristallen
3) reumatoïde artritis, bindweefselziekten (RA)
4) spondyloartritis (SpA)
Abarticulaire klachten: verzamelnaam voor een aantal “pijnsyndromen” die niet onmiddellijk hun
oorsprong vinden in het gewricht. Zoals peri-artritis, bursitis, tendinitis, rugpijn,…
❖ Tendinitis van de hiel
- posterieur: achillespees
- plantair: fascia plantaris
❖ Enthesitis van de ‘rug’
- rug- en nekpijn
❖ (schouder, elleboog, heup, knie, …)
Tendinitis van de hiel: ontsteking van de aanhechting waar pees of ligament overgaat in bindweefsel
• Fasciitis plantaris (= hielspoor): ontsteking van de aanhechting van de fascia plantaris op het
calcaneum. Oorzaak:
• Mechanisch: microtruama (door herh belasting waardoor peest
ontsteekt: infectie -> verkalking pees)
• inflammatoir door spondyloartritis (SpA).
→ symptomen:
•pijn bij het stappen, vooral op de hielen (zelden zwelling of roodheid)
•lokaledrukpijn op de mediale onderzijde van het calcaneum.
→ Behandeling:
•Lokaal behandelen: steunzool, relatieve rust of een injectie met corticoïden, kine
• Kan ook door het onderliggend lijden SpA.
• Achillespeestendinitis: ontsteking van de aanhechting van de achillespees op het calcaneum
→ oorzaak:
• microtraumata (mechanisch)
•inflammatoir door spondyloartritis (SpA).
→ Symptomen
• pijn, soms zwelling, soms lokale roodheid
•toename bij het op de tenen staan en geresisteerde plantaire flexie
≠ versleten achillespees (degeneratief), hierbij heb je hogerop drukpijn ipv thv overgang pees
naar bot (inflammatoir).
→ Behandeling
•Lokaal: verhoging van de hiel (schoen of zool), relatieve rust (tijdelijk geen
sport), GEENcorticoÏdinfiltraties (gevaar voor ruptuur, dus nooit injectie!)
en kinesitherapie
•Onderliggendlijden door SpA.
Abarticulaire klachten (lage) rug en nekpijn:
Lage rugpijn is veel voorkomend, hierbij is de anamnese zeer belangrijk!
Huidige anamnese:
- begin van het probleem?
Gedownload door annelien beelaert (annelien.beelaert@ugent.be)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noaclaeys. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.16. You're not tied to anything after your purchase.